In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines B.V. naar aanleiding van een vertraagde vlucht. De vordering is ingesteld op 13 juni 2018, waarbij Airhelp compensatie heeft gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Marrakech naar Minneapolis met een tussenstop in Amsterdam, maar de vlucht was vertraagd, wat leidde tot de vordering van Airhelp.
Transavia Airlines B.V. heeft als verweer aangevoerd dat zij ten onrechte in rechte is betrokken, omdat de vervoersovereenkomst was gesloten met Transavia Airlines C.V., de uitvoerende luchtvaartmaatschappij. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Airhelp de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard en dat de B.V. niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de verplichtingen van de C.V.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Airhelp niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat de juiste rechtspersoon niet was gedagvaard. De proceskosten zijn voor rekening van Airhelp, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken op 1 mei 2019 door kantonrechter J. Candido.