ECLI:NL:RBNHO:2019:3717

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 mei 2019
Publicatiedatum
2 mei 2019
Zaaknummer
7036516 CV EXPL 18-5318
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht gedagvaard: luchtvaartclaim tegen verkeerde rechtspersoon

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon naar buitenlands recht gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Transavia Airlines B.V. naar aanleiding van een vertraagde vlucht. De vordering is ingesteld op 13 juni 2018, waarbij Airhelp compensatie heeft gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Marrakech naar Minneapolis met een tussenstop in Amsterdam, maar de vlucht was vertraagd, wat leidde tot de vordering van Airhelp.

Transavia Airlines B.V. heeft als verweer aangevoerd dat zij ten onrechte in rechte is betrokken, omdat de vervoersovereenkomst was gesloten met Transavia Airlines C.V., de uitvoerende luchtvaartmaatschappij. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Airhelp de verkeerde rechtspersoon heeft gedagvaard en dat de B.V. niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de verplichtingen van de C.V.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Airhelp niet-ontvankelijk is in haar vordering, omdat de juiste rechtspersoon niet was gedagvaard. De proceskosten zijn voor rekening van Airhelp, die ongelijk heeft gekregen. Het vonnis is uitgesproken op 1 mei 2019 door kantonrechter J. Candido.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7036516 \ CV EXPL 18-5318
Uitspraakdatum: 1 mei 2019
Vonnis in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Airhelp Limited
gevestigd te Hong Kong
eiseres
verder te noemen: Airhelp
gemachtigde mr. D.E. Lof
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Transavia Airlines B.V.
gevestigd te Haarlemmermeer en kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen Transavia Airlines
gemachtigde mr. M. Reevers

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 13 juni 2018 een vordering tegen Transavia Airlines ingesteld. Transavia Airlines heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Transavia Airlines een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[De passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan hij op 19 februari 2018 van Marrakech (Marokko) met een tussenstop op Amsterdam-Schiphol Airport naar Minneapolis (Verenigde Staten) diende te worden vervoerd, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht van Marrakech naar Amsterdam was vertraagd waarna Transavia Airlines de passagier heeft omgeboekt naar een andere vlucht.
2.3.
Airhelp heeft compensatie van Transavia Airlines gevorderd in verband met vertraging.
2.4.
Transavia Airlines heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Transavia Airlines bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Transavia Airlines gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
Transavia Airlines voert primair als verweer dat zij ten onrechte in rechte is betrokken omdat Transavia B.V. geen partij is bij de vervoersovereenkomst waarop de vordering van Airhelp is gegrond. De vervoersovereenkomst is door de passagier gesloten met Transavia Airlines C.V. die de vlucht ook heeft uitgevoerd. Airhelp dient dan ook niet ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
4.2.
Subsidiair, voor het geval de kantonrechter Airhelp wel in de vordering ontvangt, voert Transavia Airlines aan dat de oorspronkelijke vlucht slechts met een vertraging van twee uur en 30 minuten op de eindbestemming in Amsterdam is aangekomen. Derhalve is geen compensatie verschuldigd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
De kantonrechter zal eerst het meest verstrekkend verweer van Transavia Airlines bespreken. De vraag die daarbij moet worden beantwoord is of Airhelp kan worden ontvangen in de vordering nu de B.V. en niet de C.V. (de luchtvaartmaatschappij) is gedagvaard. De kantonrechter oordeelt hierover als volgt.
5.3.
Airhelp voert in reactie op het primair gevoerde verweer van Transavia Airlines bij conclusie van repliek aan dat de B.V. de enig beherende vennoot van de C.V. is en uit dien hoofde aansprakelijk is voor de door de C.V. aangegane verplichtingen.
5.4.
Transavia Airlines voert aan dat uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel duidelijk blijkt dat de B.V. geen soortgelijke activiteiten uitvoert als de C.V. en heeft hiertoe een uittreksel van de B.V. vanuit het handelsregister van de Kamer van Koophandel overgelegd. Voorts voert Transavia Airlines aan dat Airhelp in meerdere soortgelijke procedures is betrokken waarbij de C.V. wel juist is gedagvaard.
5.5.
Naar het oordeel van de kantonrechter had Airhelp de C.V. moeten dagvaarden, omdat de passagier met deze rechtspersoon de overeenkomst heeft gesloten op grond waarvan Airhelp nu aanspraak meent te kunnen maken op compensatie en ook deze rechtspersoon de luchtvaartmaatschappij is die de vlucht heeft uitgevoerd. De stelling van Airhelp dat de besloten vennootschap als enig beherend vennoot van de commanditaire vennootschap hoofdelijk aansprakelijk is voor de door de commanditaire vennootschap aangegane verplichtingen, doet aan het voorgaande niet aan af. De beherend vennoot is immers niet de uitvoerende luchtvaartmaatschappij. Airhelp wordt bijgestaan door een professioneel gemachtigde van wie verwacht kan worden dat deze de registers van de Kamer van Koophandel raadpleegt, opdat de juiste rechtspersoon wordt gedagvaard.
5.6.
Het voorgaande leidt ertoe dat het verweer van Transavia Airlines slaagt en dat Airhelp niet-ontvankelijk is in haar vordering.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Transavia Airlines worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart Airhelp niet-ontvankelijk in haar vordering;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de Transavia Airlines tot en met vandaag worden begroot op € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Transavia Airlines;
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling aan Transavia Airlines van € 60,00 aan nakosten voor zover Transavia Airlines daadwerkelijk nakosten maakt;
6.4.
verklaart het vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter