Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 13, binnengekomen ter griffie op 17 januari 2019,
- de brief van de zijde van WZCV van 18 februari 2019,
- de mondelinge behandeling op 9 april 2019,
- de pleitaantekeningen van AG.
- namens WZCV: [A.], architect bij Springtij, [B.], medeaandeelhouder, en [C.], partner, bijgestaan door mr. Endtz voornoemd,
- namens AG: [D.], directeur, bijgestaan door mr. Roest voornoemd,
- namens De Biase: [E.], directeur, bijgestaan door mr. Sinnige voornoemd.
2.De feiten
schijnvan vooringenomenheid moet worden vermeden. Vastgesteld moet worden dat de wijze van optreden van wethouder [F.] strijdig is met die norm. Ook de voorzieningenrechter kan niet uitsluiten dat het mogelijke gebrek aan onvooringenomenheid bij de wethouder invloed heeft gehad op de ambtelijke beoordeling die tot benadeling van AG kan hebben geleid. In dit verband verdient opmerking dat AG in die beoordeling slechts één punt minder heeft gescoord dan Springtij, terwijl op die score in ieder geval op volgende punten wel is af te dingen.
mogelijkheidvan die beïnvloeding uit te bannen.
5.De beslissing
- de gemeenteraad stelt op voordracht van het college van B&W voor ultimo 2018 het
- het door het college aan de gemeenteraad voor te dragen kader wordt voorgelegd aan de inschrijvers, die gedurende twee weken de gelegenheid hebben om verduidelijking te vragen;
- de daaruit voortvloeiende nota van inlichtingen wordt voorgelegd aan de inschrijvers, die gedurende één week de gelegenheid hebben om verduidelijking van de gegeven antwoorden te vragen;
- die antwoorden worden neergelegd in een tweede nota van inlichtingen;
- de beide nota’s van inlichtingen worden met de definitieve voordracht aan de gemeenteraad meegezonden;
- de inschrijvers worden in de gelegenheid gesteld om hun plannen in het licht van het aldus voorgestelde kader aan te passen. Tussen de datum van het besluit waarbij het
- de plannen worden onderworpen aan een beoordeling door een ambtelijke commissie. Het staat de gemeente vrij om die commissie samen te stellen uit ambtenaren die eerder in dit dossier actief zijn geweest en om daarbij – desgewenst – externe expertise in te schakelen;
- de plannen en het advies van de commissie worden tot het moment waarop het college van B& W het te nemen besluit aan de Raad voorstelt vertrouwelijk behandeld;
- de gemeente geeft zich rekenschap van de gevoeligheid van de positie van WZCV in relatie tot deze besluitvorming en past de communicatie met WZCV die in de periode tussen indiening va de plannen en de voordracht aan de Raad plaatsvindt daaraan aan; (..)
3.Het verzoek
- [G.], wonende te [woonplaats],
- [H.], wonende te [woonplaats],
- [F.], wonende te [woonplaats],
- [I.], wonende te [woonplaats],
- [J.], wonende te Haarlem,
- [K.], wonende te [woonplaats],
- [L.], wonende te [woonplaats],
- [E.], wonende te [woonplaats].
4.De beoordeling
juridisch kader
“Maar er is meer”.Daaruit blijkt dat de vorderingen van AG reeds zijn toegewezen op basis van hetgeen in de rechtsoverwegingen 4.6. tot en met 4.8. is overwogen. Dit wordt nog eens bevestigd in de slotzin van r.o. 4.20., waarin de voorzieningenrechter na alle overwegingen omtrent de 3.000m2-eis concludeert dat het besluit van de gemeenteraad
ookom die reden onzorgvuldig tot stand is gekomen.