ECLI:NL:RBNHO:2019:3935

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 april 2019
Publicatiedatum
9 mei 2019
Zaaknummer
C/15/287426 / KG RK 19-244
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Conservatoire maatregel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot conservatoir derdenbeslag zonder voldoende onderbouwing van noodzaak

Op 16 april 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een beschikking gegeven in de zaak tussen AJ MEDIA HOLDING B.V. en TECH BEHEER B.V. Verzoekster, AJ MEDIA HOLDING B.V., had verzocht om verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder de bank van gerekwestreerde, TECH BEHEER B.V., voor een geschatte vordering van € 29.250,-. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet voldoende was onderbouwd. Hoewel er bij het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag geen vrees voor verduistering behoeft te worden gesteld, dient in het beslagrekest wel te worden gemotiveerd waarom het beslag noodzakelijk is. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de noodzaak om het verhaal voor de gestelde vordering door middel van conservatoir beslag te verzekeren onvoldoende was onderbouwd.

In de procedure heeft verzoekster aangevoerd dat gerekwestreerde, als financiële holding, de mogelijkheid heeft om gelden te verduisteren, wat het risico voor verzoekster zou verhogen. Echter, de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het enkele feit dat gerekwestreerde een financiële holding is, niet voldoende is om aan te nemen dat er geen verhaalsmogelijkheden meer zijn indien de vordering wordt toegewezen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag dan ook afgewezen, omdat de onderbouwing van de noodzaak ontbrak.

De beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos, die de afwijzing van het verzoek heeft gemotiveerd op basis van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rekestnummer: C/15/287426 / KG RK 19-244
Beschikking van de voorzieningenrechter van 16 april 2019
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
AJ MEDIA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. R.F. de Jong te Amsterdam
en
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECH BEHEER B.V.,
gevestigd te Alkmaar,
gerekwestreerde.

1.De procedure

1.1.
Het eerste verzoek strekte tot het verkrijgen van verlof om conservatoir
derdenbeslag te mogen leggen onder de bank (Rabobank te Utrecht) van gerekwestreerde
voor een door verzoekster begrote vordering van € 29.250,-.
1.2.
Dat verlof is niet verleend. De voorzieningenrechter heeft verzoekster gevraagd om
nader te onderbouwen waarom het noodzakelijk was dat er voor de gestelde vordering
conservatoir beslag zou moeten worden gelegd. In een aanvullend verzoekschrift heeft
verzoekster een nadere toelichting gegeven.

2.De gronden

2.1.
Uit het verzoekschrift en de door verzoekster overgelegde stukken blijkt het
volgende.
2.2.
Op of omstreeks 25 september 2018 heeft gerekwestreerde van verzoekster alle
aandelen in de besloten vennootschap PhoneWorld B.V. gekocht voor een prijs van
€ 375.000,-. Daarnaast heeft verzoekster met gerekwestreerde op of omstreeks
1 oktober 2018 een overeenkomst gesloten voor de overdracht van software tegen een
betaling van een koopsom van € 22.500,-. Op grond van de overeenkomst zou de betaling
geschieden voor de overdracht van oude werkende LCD schermen.
Wanneer niet betaald kon worden door deze LCD schermen zou er met contante middelen
worden afgerekend.
2.3.
Verzoekster heeft gerekwestreerde op 16 januari 2019 gesommeerd om binnen
veertien dagen over te gaan tot nakoming van haar verplichting om de LCD schermen te
leveren en vervolgens op 14 februari 2019 om over te gaan tot betaling van een bedrag van
€ 22.500,-. Gerekwestreerde heeft hieraan geen gevolg gegeven.
2.4.
Verzoekster stelt dat gerekwestreerde zich op het standpunt stelt dat verzoekster
geen eigenaar zou zijn geweest van de software die door middel van de koopovereenkomst
is overgedragen en dat gerekwestreerde zich - in het geval verzoekster toch eigenaar van de
software is - beroept op verrekening met het bedrag dat gerekwestreerde uit hoofde van de
koopovereenkomst met betrekking tot de aandelenoverdracht nog van verzoekster heeft te
vorderen.
2.5.
In de nadere toelichting voert verzoekster het volgende aan.
“Indien geen conservatoir beslag wordt gelegd, heeft gerekwestreerde de mogelijkheid om
gedurende de hoofdprocedure de gelden die zij op haar bankrekeningen aanhoudt te
verduisteren. Dit geldt te meer nu gerekwestreerde een financiële holding is die op
eenvoudige wijze gelden zou kunnen doorsluizen naar derden. Verzoekster loopt dan het
risico dat, in het geval dat gerekwestreerde in de hoofdprocedure mocht worden
veroordeeld tot betaling van de ingestelde vorderingen, er geen verhaalsmogelijkheden
meer zijn.”
2.6.
Hoewel er bij het verzoek tot het leggen van een conservatoir derdenbeslag geen vrees voor verduistering behoeft te worden gesteld, dient in het beslagrekest wel te worden gemotiveerd waarom het beslag nodig is. Dat wordt ook vermeld in de Beslagsyllabus 2019, A. Voorwaarden conservatoir beslag, onder punt 4:
“In het beslagrekest zal moeten worden gemotiveerd waarom het beslag nodig is”.
Uit de bij het verzoekschrift overgelegde conceptdagvaarding blijkt dat gerekwestreerde uitvoerig verweer voert. Over het geschil tussen partijen over de gevolgen van de tussen hen gesloten overeenkomsten zal een rechterlijke beslissing (moeten) volgen, nu verzoekster een vordering tegen gerekwestreerde zal instellen. Met het feit dat een wederpartij een vordering betwist, is de noodzaak voor conservatoire maatregelen echter nog niet gegeven. Ook het enkele feit dat gerekwestreerde een financiële holding is, is onvoldoende om aan te nemen dat er voor verzoekster geen verhaalsmogelijkheden meer zullen zijn, indien de vordering zal worden toegewezen. Dit nog daargelaten de mogelijkheid dat gerekwestreerde in dat geval aan een veroordeling zal voldoen.
2.7.
Gelet op het vorenstaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de noodzaak
om het verhaal voor de gestelde vordering door middel van een conservatoir beslag te
verzekeren onvoldoende is onderbouwd. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos op 16 april 2019. [1]

Voetnoten

1.LK/LS