ECLI:NL:RBNHO:2019:4282

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
29 mei 2019
Publicatiedatum
21 mei 2019
Zaaknummer
6450083 \ CV EXPL 17-10031
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en buitengerechtelijke kosten in luchtvaartzaak

In deze zaak heeft de passagier, die een vervoersovereenkomst had gesloten voor een vlucht van Amsterdam naar Stockholm op 26 mei 2017, compensatie gevorderd van NextJet vanwege de annulering van haar aansluitende vlucht naar Ornskoldsvik. De passagier is omgeboekt naar een vervangende vlucht en heeft uiteindelijk haar eindbestemming 3 uur en 40 minuten later bereikt dan gepland. NextJet heeft geweigerd de gevorderde compensatie van € 250,00 te betalen, evenals buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De passagier heeft haar vordering gebaseerd op de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vordering kennis te nemen en heeft het verweer van NextJet, dat in het Engels was opgesteld, inhoudelijk beoordeeld. De rechter heeft geoordeeld dat NextJet niet heeft voldaan aan de vereisten van de EPGV-Verordening door haar verweer niet in het Nederlands in te dienen. De kantonrechter heeft de vordering van de passagier tot compensatie toegewezen, omdat NextJet deze niet had betwist. De gevorderde wettelijke rente over het compensatiebedrag is eveneens toegewezen.

Wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten heeft de kantonrechter geoordeeld dat de passagier onvoldoende bewijs heeft geleverd dat deze kosten zijn gemaakt in overeenstemming met de eisen van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering tot vergoeding van deze kosten is afgewezen. De proceskosten zijn toegewezen aan de passagier, omdat NextJet ongelijk heeft gekregen. De kantonrechter heeft de proceskosten begroot en de wettelijke rente over deze kosten toegewezen met ingang van 14 dagen na betekening van de beschikking. De beslissing is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6450083 \ CV EXPL 17-10031
Uitspraakdatum: 29 mei 2019
Beschikking in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: Claimingo B.V.
tegen
NextJet
gevestigd te Stockholm (Zweden)
verwerende partij
verder te noemen: NextJet

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 1 november 2017;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 6 maart 2018;
  • de brief van de rechtbank van 23 mei 2018 aan NextJet met het verzoek om een vertaling van het formulier C in de Nederlandse taal te verstrekken binnen 30 dagen na dagtekening van deze brief.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de passagier vervoerd diende te worden op 26 mei 2017 van Amsterdam naar Stockholm (Zweden) met vluchtnummer KL1107 en vervolgens aansluitend van Stockholm (Zweden) naar Ornskoldsvik (Zweden) met vluchtnummer 2N 3134.
2.2.
Vlucht 2N 3134 zou uitgevoerd worden door NextJet, maar is geannuleerd. De passagier is omgeboekt naar een vervangende vlucht naar Umea (Zweden) en is vervolgens per bus naar haar eindbestemming Ornskoldsvik gereisd. De passagier is daar 3 uur 40 minuten later dan oorspronkelijk gepland aangekomen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van NextJet gevorderd in verband met voornoemde annulering. NextJet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt NextJet te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2017, althans vanaf 14 september 2017, althans vanaf de dag van het verzoekschrift tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 48,40 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 september 2017 tot de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 september 2017 tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
De passagier baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening). De passagier stelt dat zij compensatie heeft gevorderd bij NextJet vanwege de annulering van de vlucht tot een bedrag van € 250,00 en dat NextJet de vordering op grond van artikel 5 en 7 van de Verordening niet heeft betwist. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door NextJet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.3.
NextJet heeft verweer gevoerd. Op het verweer wordt - voor zover relevant - bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De onderhavige zaak betreft een procedure in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen (Verordening EG 861/2007, hierna: EPGV-Verordening).
4.3.
Ingevolge artikel 5 lid 3 van de EPGV-Verordening, voor zover hier van belang, antwoordt de verweerder door deel II van standaard antwoordformulier C in te vullen en dit, waar nodig vergezeld van de ter staving dienende stukken, terug te zenden naar het gerecht, of door op een andere passende wijze te antwoorden zonder gebruik te maken van het antwoordformulier.
4.4.
Ingevolge artikel 6 lid 1 van de EPGV-Verordening, voor zover hier van belang, worden het vorderingsformulier, het antwoord, en de beschrijving van de ter staving dienende stukken ingediend in de taal of een van de talen van het gerecht.
4.5.
NextJet heeft in reactie op het formulier A gebruik gemaakt van het formulier C, waarin zij bij vraag 1 (“
aanvaardt u de vordering”) heeft aangekruist “
ten dele”. Voorts heeft NextJet een toelichting bij het formulier C gevoegd. Deze toelichting is in het Engels opgesteld en dus niet in de taal van dit gerecht, te weten het Nederlands. Daarmee is niet voldaan aan artikel 6 lid 1 van de EPGV-Verordening. De kantonrechter heeft NextJet bij brief van 23 mei 2018 in de gelegenheid gesteld dit gebrek te herstellen, maar NextJet heeft hier geen gebruik van gemaakt. De EPGV-Verordening verbindt geen gevolgen aan het niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 lid 1 van de EPGV-Verordening. De kantonrechter zal het verweer van NextJet, nu dat in het Engels is gesteld en op zich wel begrijpelijk is, inhoudelijk beoordelen.
4.6.
De gevorderde compensatie tot een bedrag van € 250,00 zal worden toegewezen. Volgens NextJet heeft zij de gevorderde compensatie niet betwist, maar heeft zij deze nog niet betaald omdat de gemachtigde van de passagier geen volmacht heeft verstrekt waarin is opgenomen dat NextJet door betaling aan de gemachtigde van de passagier volledig aan haar betalingsverplichting heeft voldaan en dat NextJet daarmee finaal is gekweten. De passagier stelt zich op het standpunt dat zij reeds alle benodigde informatie aan NextJet heeft verstrekt. Wat daar verder ook van zij, het ontbreken van de door NextJet verlangde volmacht kan in deze procedure niet aan toewijzing van de vordering van de passagier in de weg staan. Overigens is niet in geschil dat de gemachtigde van de passagier gevolmachtigd is de passagier in deze procedure te vertegenwoordigen en de kantonrechter ziet ook geen enkele aanleiding daaraan te twijfelen. De gevorderde wettelijke rente over de hoofdsom is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.7.
De passagier heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Omdat de onderhavige vordering geen betrekking heeft op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is, zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De passagier heeft onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten en de daarover gevorderde rente moet daarom worden afgewezen.
4.8.
NextJet betwist de proceskosten verschuldigd te zijn. Zij voert aan dat zij van mening is dat de Nederlandser rechter niet bevoegd is om van het onderhavige geschil kennis te nemen, maar dat zij dit verweer niet heeft aangevoerd met betrekking tot de gevorderde compensatie. De kantonrechter overweegt dat NextJet weliswaar geen verweer heeft gevoerd tegen de gevorderde compensatie, maar dat zij niet tot betaling van de compensatie is overgegaan. De passasgier mocht daarom NextJet in rechte op betaling aanspreken. In zoverre is NextJet niet nodeloos in deze procedure betrokken. De proceskosten komen voor rekening van NextJet omdat zij ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de toe te wijzen proceskosten is niet toewijsbaar met ingang van 14 september 2017, omdat NextJet ten aanzien van deze kosten dan nog niet in verzuim is, zodat aan de eisen van art. 6:119 BW niet is voldaan. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.
4.9.
Op verzoek van de passagier zal een certificaat betreffende een beslissing in de Europese procedure voor geringe vorderingen of een gerechtelijke schikking in het Engels aan deze beschikking worden gehecht.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt NextJet tot betaling aan de passagier van € 250,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 12 augustus 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt NextJet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagier tot en met vandaag worden begroot op € 78,00 aan griffierecht en € 36,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open