ECLI:NL:RBNHO:2019:4444

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 mei 2019
Publicatiedatum
23 mei 2019
Zaaknummer
6986931 CV EXPL 18-4773
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen TUI Airlines Nederland B.V. wegens vertraging van hun vlucht van Punta Cana naar Amsterdam-Schiphol op 8 september 2017. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. TUI fly voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk blikseminslagen in de infrastructuur van de luchthaven van Montego Bay en de impact van orkaan Irma. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met meer dan drie uur vertraging zijn aangekomen en dat TUI fly in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat TUI fly voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen vliegverkeer mogelijk was van en naar Montego Bay op 8 en 9 september 2017 door blikseminslagen. De rechter concludeerde dat TUI fly geen invloed had op deze omstandigheden en dat zij niet in staat was om de vertraging te voorkomen, zelfs niet met inzet van alle beschikbare middelen. Daarom werd de vordering van de passagiers afgewezen en werden zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis werd uitgesproken op 22 mei 2019.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6986931 \ CV EXPL 18-4773
Uitspraakdatum: 22 mei 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2.
[passagier sub 2],
beiden wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. R.A. Bos (Flight Claim)
tegen
De besloten vennootschap
TUI Airlines Nederland B.V.,mede handelend onder de naam
TUI FLY
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen TUI fly
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 23 mei 2018 een vordering tegen TUI fly ingesteld. TUI fly heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI fly een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met TUI fly een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan TUI fly de passagiers diende te vervoeren van Punta Cana (Dominicaanse Republiek) met een tussenstop op Montego Bay (Jamaica) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 8 september 2017, met vluchtnummer OR538, hierna: de vlucht.
2.2.
TUI fly heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd, waarna de passagiers uiteindelijk op 11 september 2017 om 02:52 uur op de eindbestemming zijn aangekomen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van TUI fly gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
TUI fly heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

De passagiers vorderen dat TUI fly bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 8 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan vergoeding van gemaakte additionele kosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 8 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 181,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf datum dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.1.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat TUI fly vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier. Daarnaast maken de passagiers aanspraak op betaling van gemaakte additionele kosten, de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
TUI fly betwist de vordering. Zij voert aan dat er sprake is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen kon worden. De vlucht is met vertraging uitgevoerd omdat orkaan Irma op 7 september 2017 rond de Dominicaanse Republiek raasde. Voorafgaand aan de vlucht was sprake van een zeer onzekere en potentieel gevaarlijke situatie. De Dominicaanse Republiek en in het bijzonder Punta Cana lag op het pad van orkaan Irma. Aangezien onduidelijk was hoe lang de orkaan zou aanhouden en wat de gevolgen van de orkaan zouden zijn, heeft TUI fly onwille van de vliegveiligheid besloten om op 7 september 2017 geen vluchten naar het gebied uit te voeren en heeft zij de geplande vluchten voor 7, 8 en 9 september 2017 naar het Caribisch gebied met 24 uur vertraagd, zodat de ontwikkelingen konden worden afgewacht. Indien de storm het eiland zou raken zou het luchthavengebouw de storm niet kunnen weerstaan en daarnaast was niet bekend of toerisme naar het eiland nog toegestaan zou zijn. TUI fly is direct nadat op 8 september 2017 is gebleken dat het luchtverkeer langzaam hervat kon worden begonnen met het uitvoeren van vluchten. De rotatie is op 9 september 2017 om 12:16 (Nederlandse tijd) aangevangen en om 15:13 uur lokale tijd in Punta Cana gearriveerd. Als gevolg van een blikseminslag in de verkeerstoren van de luchtverkeersleiding te Montego Bay was echter op 8 en 9 september 2017 geen luchtverkeer mogelijk naar de luchthaven van Montego Bay. Uiteindelijk kon het toestel pas op 10 september 2017 om 10:32 uur (lokale tijd) richting Montego Bay vertrekken. TUI fly heeft geen invloed kunnen uitoefenen op het weer en het effect van die weersomstandigheden op de luchthaven. Het toestel is uiteindelijk 11 september 2017 om 02:52 uur (Nederlandse tijd) in Amsterdam gearriveerd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De Verordening is van toepassing op het geschil.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming Amsterdam-Schiphol Airport, zodat TUI fly op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien TUI fly kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval ook aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden - behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht - dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
De passagiers stellen dat het beroep van TUI fly op buitengewone omstandigheden faalt. TUI fly heeft niet aangetoond dat sprake zou zijn geweest van extreem slechte weersomstandigheden ten tijde van de vlucht, aldus de passagiers. Ten aanzien van de blikseminslag hebben de passagiers verwezen naar een uitspraak van de kantonrechter te Noord-Holland zonder hieraan een conclusie te verbinden.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat het begrip “buitengewone omstandigheden” in de context van het luchtvervoer een gebeurtenis betekent die niet inherent is aan de normale activiteit van de betrokken luchtvaartmaatschappij en waarop de luchtvaartmaatschappij geen daadwerkelijke invloed kan uitoefenen wegens de aard en oorsprong van die gebeurtenis. Vaststaat dat orkaan Irma op 7 september 2017 in het gebied rondom de Dominicaanse republiek aanwezig was en ook dat het onduidelijk was welk pad de orkaan zou volgen. Niet betwist is dat op 8 september 2017 het vliegverkeer hervat kon worden. Vaststaat ook dat TUI fly eerst op 9 september 2017 een toestel naar de Dominicaanse republiek heeft gestuurd om de vlucht uit te voeren.
5.5.
TUI fly heeft voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat geen vliegverkeer mogelijk was van en naar Montego Bay op 8 en 9 september 2017 vanwege blikseminslagen in de infrastructuur van de luchthaven en de luchtverkeersleiding. Met TUI fly is de kantonrechter van oordeel dat zij geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de blikseminslagen in de verkeerstoren van Montego Bay, waardoor geen vliegverkeer mogelijk was. Aangezien de onderhavige vlucht vanwege deze omstandigheid die als buitengewone omstandigheid kan worden aangemerkt pas op 10 september 2017 naar Montego Bay kon vertrekken, behoeft de vraag of TUI fly eerder dan 9 september 2017 een toestel naar Punta Cana had moeten sturen om de vlucht uit te voeren geen bespreking. De onderhavige vlucht had immers ook als de voorafgaande vlucht tijdig in Punta Cana was aangekomen niet uitgevoerd kunnen worden
5.6.
Vervolgens rijst de vraag of TUI fly de vertraging zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen niet had kunnen vermijden. De kantonrechter is van oordeel dat in deze situatie niet meer van TUI fly kon worden verwacht. De conclusie is dan ook dat het verweer van TUI slaagt en dat zij geen compensatie hoeft te betalen aan de passagiers. De vordering wordt afgewezen. De nevenvorderingen delen dat lot.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TUI fly worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TUI fly worden vastgesteld op een bedrag van € 360,00 aan salaris van de gemachtigde van TUI fly.
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 90,00 aan nakosten voor zover TUI fly daadwerkelijk nakosten zullen maken;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter