In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning voor de bouw van een vrijstaand woonhuis. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. K. Yigit, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, dat op 15 december 2016 een omgevingsvergunning heeft verleend aan een derde-partij voor de bouw van een woning op een perceel in strijd met de beheersverordening. Eiseres betoogde dat de vergunning in strijd was met de goede ruimtelijke ordening en dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar privacy en lichttoetreding.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de afstand van de te bouwen woning tot de erfgrens 2 meter bedraagt en dat de overschrijding van het bouwvlak met 1 meter aan de achterzijde stedenbouwkundig wenselijk en toelaatbaar is. De rechtbank oordeelde dat de vermindering van daglichttoetreding en bezonning niet onevenredig was en dat er geen sprake was van een onevenredige aantasting van de privacy van eiseres. De rechtbank verwierp ook de stelling van eiseres dat het bouwplan in strijd was met de Nota Woonbebouwing Zaanstad 2012 en dat het welstandsadvies onvoldoende gemotiveerd was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.