ECLI:NL:RBNHO:2019:4754
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering na toegenomen klachten en de beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Akkas, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. WMG Nieuwburg. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door verweerder was afgewezen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres, die voorheen als thuiszorgmedewerkster werkte, had zich op 4 oktober 2010 ziek gemeld met psychische klachten. Na een eerdere beoordeling werd zij minder dan 35% arbeidsongeschikt geacht. Later werd zij alsnog in de WGA ingedeeld, maar in 2016 werd haar WIA-uitkering beëindigd omdat verweerder haar gezondheidssituatie verbeterd achtte. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar dit werd ongegrond verklaard. In 2017 diende zij opnieuw een aanvraag in voor een WIA-uitkering, die opnieuw werd afgewezen.
De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek dat aan de afwijzing ten grondslag lag zorgvuldig was uitgevoerd. Eiseres had aangevoerd dat haar gezondheid was verslechterd, maar de rechtbank vond geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de conclusies van de verzekeringsarts. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor toegenomen arbeidsbeperkingen en dat de eerder vastgestelde belastbaarheid van eiseres nog steeds van toepassing was. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.