ECLI:NL:RBNHO:2019:5036

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 juni 2019
Publicatiedatum
12 juni 2019
Zaaknummer
15.120784.18
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen met oplegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 11 juni 2019 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft bekend de ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten, en de rechtbank heeft op basis van de bewijsmiddelen in de bijlage bij het vonnis de feiten bewezen verklaard. De verdachte heeft in een periode van 15 maanden kinderporno gedownload, in bezit gehad en verspreid. Op zijn gegevensdragers zijn duizenden kinderpornografische afbeeldingen en video's aangetroffen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten onderkend, maar ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals de gevolgen die zijn handelen voor hem heeft gehad. De rechtbank heeft geoordeeld dat een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd is, maar heeft ook besloten om een taakstraf op te leggen en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 dagen, met inachtneming van de tijd die de verdachte in verzekering heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook bepaald dat de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.120784.18 (P)
Uitspraakdatum: 11 juni 2019
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 mei 2019 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. R.P. Peters en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. M. Berbee, advocaat te Den Helder, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 7 november 2016 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, eenmaal een afbeelding, te weten:
een foto, van (een) seksuele gedraging(en), waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
persoon poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel in beeld gebracht wordt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele
strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 1].JPEG, pagina 16 van het proces-verbaal);
2.
hij op of omstreeks 2 september 2016 en/of 9 februari 2016 te [plaats 1] , in elk geval in Nederland, eenmaal een afbeelding, te weten:
een foto, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verworven en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
([bestandsnaam 2].jpg, aanvullend proces-dossier);
3.
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 september 2016 tot en met 09 mei 2017 te [plaats 2]
, althans in Nederland, (telkens) (een) afbeeldingen(en) (te weten: (een) foto('s) en/of (een) video('s)/film(s)) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende (een) afbeeldingen(en) - te weten:
- een computer met (een) (interne) harde schij(f)(ven) en/of met een containerbestand (beslagcode: B.01.01.022.D_TC_container en/of B.01.01.022.A) en/of
- een telefoon (merk: Samsung en/of beslagcode: B.01.01.006) en/of
- een laptop met een (interne) harde schijf (merk: Asus/Western Digital en/of beslagcode: B.01.03.002) en/of
- een (externe) harde schijf met een containerbestand (beslagcode: B.01.01.020.A_TC_container),
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
in bezit heeft gehad welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(- [bestandsnaam 3].jpg (foto 27), pagina 160/161 van het proces-verbaal, - [bestandsnaam 4].wmv (video 1), pagina 161 van het
proces-verbaal)
en/of
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet
had bereikt
(- [bestandsnaam 5] (foto 17), pagina 160 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 6].wmv (video 3), pagina 161/162 van het proces-verbaal)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze
poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel van
die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(- [bestandsnaam 7].png-mm (foto 30), pagina 161 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 8].dt2 (foto 25), pagina 160 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 9].jpg (foto 12), pagina 160 van het proces-verbaal)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(waarbij er op het onderlichaam en/of op de vagina van deze persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is)
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 10].jpg (foto 10), pagina 160 van het proces-verbaal),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte heeft bekend de hem ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd.
De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.1.
Bewijsoverweging
De rechtbank komt bij de bewezenverklaring ten aanzien van feit 3 tot een andere periode dan ten laste gelegd. De rechtbank heeft bij de bewezenverklaring als begindatum van de periode 9 februari 2016 overgenomen, zoals door de officier van justitie onder feit 2 gewijzigd. De wijziging heeft te maken met de Amerikaanse wijze van het opschrijven van de datum (2/9 is op Amerikaanse wijze geschreven 9 februari en is in de tenlastelegging abusievelijk opgenomen als 2 september). Evident is derhalve dat dezelfde wijziging voor feit 3 heeft te gelden.
3.3.2.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 7 november 2016 te [plaats 1] , een afbeelding, te weten: een foto van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, heeft verspreid en/of aangeboden welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit:
het naakt laten poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarna door het camerastandpunt, de onnatuurlijke pose en de uitsnede van de foto nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestandsnaam 1].JPEG, pagina 16 van het proces-verbaal);
2.
hij op 9 februari 2016 te [plaats 1] , eenmaal een afbeelding, te weten:
een foto, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken heeft verworven en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit:
het vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
([bestandsnaam 2].jpg, aanvullend proces-dossier);
3.
hij in de periode van 9 februari 2016tot en met 9 mei 2017 te [plaats 1] , gegevensdragers, te weten:
- een computer met een interne harde schijf en/of met een containerbestand (beslagcode: B.01.01.022.D_TC_container en/of B.01.01.022.A) en
- een telefoon (merk: Samsung en/of beslagcode: B.01.01.006) en
- een laptop met een (interne) harde schijf (merk: Asus/Western Digital en/of beslagcode: B.01.03.002) en
- een externe harde schijf met een containerbestand (beslagcode: B.01.01.020.A_TC_container),
bevattende afbeeldingen (te weten: foto’s en video’s/films) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(- [bestandsnaam 3].jpg (foto 27), pagina 160/161 van het proces-verbaal, - [bestandsnaam 4].wmv (video 1), pagina 161 van het proces-verbaal)
en
het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(- [bestandsnaam 5] (foto 17), pagina 160 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 6].wmv (video 3), pagina 161/162 van het proces-verbaal)
en
het naakt laten poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze poseert in een omgeving en/of met een voorwerp, en/of in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarna door het camerastandpunt en/of de onnatuurlijke pose en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van die persoon in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(- [bestandsnaam 7].png-mm (foto 30), pagina 161 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 8].dt2 (foto 25), pagina 160 van het proces-verbaal,
- [bestandsnaam 9].jpg (foto 12), pagina 160 van het proces-verbaal)
en
het houden van een stijve penis bij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij er op het onderlichaam en de vagina van deze persoon een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestandsnaam 10].jpg (foto 10), pagina 160 van het proces-verbaal),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden/aanbieden;
Feit 2:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen;
Feit 3:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd, terwijl van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. De officier van justitie heeft bij haar eis rekening gehouden met het strafblad van verdachte en met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals mede is gebleken uit het reclasseringsrapport van 12 oktober 2018 en uit de door de raadsman op de terechtzitting overgelegde behandelplanevaluatie d.d. 26 februari 2019.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden met de ouderdom van de zaak en met het feit dat verdachte volledige openheid van zaken heeft gegeven. Verdachte heeft zelfinzicht en is al langere tijd vrijwillig in behandeling. Hij is gemotiveerd voor behandeling en wil aan alle voorwaarden meewerken. Na de doorzoeking in de woning op 9 mei 2017 is verdachte veel verloren. Zijn vrouw is van hem gescheiden en (ook) zijn stiefdochters, zijn broer en zijn kennissen willen geen contact meer met hem. Ook zijn werkgever maakte een einde aan de arbeidsrelatie. De echtelijke woning moest worden verkocht. Verdachte heeft in de periode na zijn aanhouding zijn leven weer min of meer opgebouwd. Hij heeft elders werk gevonden en een woning gekocht. Ook heeft hij een nieuwe relatie. Door het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou verdachte dit allemaal weer verliezen, aldus de raadsman.
De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte kan worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van de inverzekeringstelling. Daarnaast moet een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd, waarbij de raadsman zich refereert aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de lengte daarvan en met betrekking tot de lengte van de proeftijd. Voorts kan aan verdachte de maximale werkstraf voor de duur van 240 uur worden opgelegd. Verdachte is bereid en in staat deze te volbrengen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in een periode van 15 maanden kinderporno gedownload, in het bezit gehad en verspreid. Op zijn gegevensdragers zijn 3.454 kinderpornografische afbeeldingen en 631 kinderpornografische video’s/films gevonden. Dat is een zeer aanzienlijke hoeveelheid.
Het is algemeen bekend dat kinderporno wordt geproduceerd onder omstandigheden waarbij jonge, vaak uiterst kwetsbare kinderen worden uitgebuit, misbruikt en vernederd. Hoewel verdachte door foto’s en video’s van internet te downloaden en te verspreiden en daarnaar te kijken niet zelf kinderen heeft misbruikt, heeft hij, aldus doende, wel indirect bijgedragen aan de instandhouding van de markt voor kinderporno en de industrie die deze markt bedient.
Dergelijke feiten rechtvaardigen, gelet op de oriëntatiepunten, het opleggen van een aanzienlijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Anderzijds houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte vanaf het moment van de doorzoeking in zijn woning in hoge mate de gevolgen van zijn handelen heeft ondervonden. Zijn echtgenote is van hem gescheiden, zijn stiefdochters, broer en kennissen willen geen contact meer en hij heeft zijn werk verloren en zijn woning moeten verkopen.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 18 april 2019, waaruit blijkt dat de verdachte op 25 april 2007 is veroordeeld terzake het plegen van ontucht met een minderjarige.
- de door de raadsman op de terechtzitting overgelegde behandelplanevaluatie van de behandelaar van verdachte, naar de rechtbank begrijpt: [betrokkene] , klinisch psycholoog en psychotherapeut bij GGZ Noord Holland-Noord, d.d. 26 februari 2019;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 12 oktober 2018 van [vertegenwoordiger van de stichting] , als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland, waarin wordt geconcludeerd dat verdachte, naar zijn zeggen, de feiten heeft begaan in een voor hem spanningsvolle periode waarin hij zijn emoties niet goed kon reguleren. Er was sprake van huwelijksproblemen en problemen op het werk. In deze periode heeft hij geen weerstand kunnen bieden tegen het downloaden van kinderporno en zijn toevlucht hierin gezocht. Er is sprake van problematiek op meerdere leefgebieden. Hij beschikt over disfunctionele coping vaardigheden om op een adequate manier met zijn negatieve emoties om te gaan. Betrokkene heeft zelf om hulp gevraagd bij de behandelaar van de FPA en is erin geslaagd om de meeste leefgebieden, waaronder huisvesting en financiën, weer op orde te krijgen. Hij toont probleembesef en zelfinzicht. De kans op recidive wordt door de reclassering ingeschat als laag. De reclassering adviseert om bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden de meldplicht, ambulante behandeling, en het vermijden van kinderporno, op te leggen.
Gelet op het bovenstaande, in samenhang met de betrekkelijke ouderdom van de zaak, is naar het oordeel van de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uren passend en oplegging daarvan geboden. Daarnaast zal de rechtbank verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 6 maanden, om verdachte ervan te weerhouden om opnieuw vergelijkbare feiten te plegen. Aan deze voorwaardelijke straf zal de rechtbank de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden. Hoewel verdachte al in een vrijwillig kader onder behandeling is, acht de rechtbank ook een verplichting daartoe noodzakelijk, temeer er al een keer sprake is geweest van een terugval, zoals door verdachte ter terechtzitting erkend.
Gelet op artikel 22b, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafrecht kan in geval van veroordeling voor de misdrijven omschreven in artikel 240b alleen een taakstraf worden opgelegd in combinatie met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Nu dit geval zich voordoet zal de rechtbank verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van 2 dagen, gelijk aan de duur van de inverzekeringstelling. Een langere onvoorwaardelijke vrijheidsstraf acht de rechtbank gelet op de hierboven genoemde omstandigheden niet opportuun. Dat zou immers de wijze waarop verdachte zijn leven opnieuw heeft weten op te pakken doorkruisen. De rechtbank geeft voorrang aan de noodzakelijke voortzetting van de behandeling.

7.Vermogensmaatregel

De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een GSM, merk Samsung (391475),
- een USB stick (391487),
- een harddisk (391489),
- een zelfbouw computer (391491) en
- een laptop, merk Asus (391502)
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen zijn begaan.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36c, 57, 240b van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3.2 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 3.3.2 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) dagen.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Veroordeelt verdachte voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van
6 (zes) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van vijf jaren.
Stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich binnen vier werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij Reclassering Nederland op het adres [adres 2] en zich hierna zal blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren;
- zich, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt, zal laten behandelen door Forensische Psychiatrie Noord Holland Noord of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering en zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- zich op elke wijze zal onthouden van gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en gedrag dat is gericht op een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd. Betrokkene bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Betrokkene is verplicht medewerking te verlenen aan het onaangekondigd door de politie laten controleren van digitale gegevensdragers op kinderporno en/of seksueel getinte gesprekken met minderjarigen. De reclassering bepaalt in overleg met de politie in welke gevallen en op welke wijze een controle plaatsvindt.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Stelt dat de veroordeelde is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking, te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van
240 (tweehonderdveertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Onttrekt aan het verkeer de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een GSM, merk Samsung (391475),
- een USB stick (391487),
- een harddisk (391489),
- een zelfbouw computer (391491) en
- een laptop, merk Asus (391502)
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.H.B. Littooy, voorzitter,
mr. M.E. Allegro en mr. M.S. Lamboo, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier G.A.M. Delis,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 juni 2019.
Bijlage
De bewijsmiddelen
De hierna vermelde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
De bewijsmiddelen zijn, ook in onderdelen, telkens slechts gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De rechtbank heeft vastgesteld dat ten aanzien van de onder 1,2 en 3 bewezen verklaarde feiten sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop zal voor deze feiten worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen.
Ten aanzien van feit 1:
- de op de terechtzitting van 28 mei 2019 afgelegde bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 27 maart 2017 (dossierpagina 15 t/m 18);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 3 april 2018 (dossierpagina 6 t/m 14).
Ten aanzien van feit 2:
- de op de terechtzitting van 28 mei 2019 afgelegde bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] d.d. 3 mei 2017 (dossierpagina 43 t/m 45).
Ten aanzien van feit 3:
- de op de terechtzitting van 28 mei 2019 afgelegde bekennende verklaring van verdachte;
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] d.d. 12 januari 2018 (dossierpagina 153 t/m 162).