ECLI:NL:RBNHO:2019:5126
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Financiële aanspraken jegens de overheid en rechtszekerheid na vijf jaar
In deze zaak heeft eiser, woonachtig in [woonplaats], beroep ingesteld tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, dat zijn aanvraag om een Ziektewet-uitkering heeft afgewezen. Eiser had op 9 oktober 2018 een aanvraag ingediend voor een uitkering met terugwerkende kracht vanaf 9 september 2008, omdat hij meende dat hij destijds ten onrechte geen uitkering had ontvangen. De verweerder heeft de aanvraag afgewezen op basis van de rechtszekerheid, die stelt dat financiële aanspraken jegens de overheid na een termijn van vijf jaar niet meer afdwingbaar zijn. Eiser betoogde dat er bijzondere omstandigheden waren die hem verhinderden om eerder een aanvraag in te dienen, zoals onbekendheid met zijn recht op een ZW-uitkering en de rol van verweerder in het niet informeren hierover.
De rechtbank heeft overwogen dat er geen bewijs is dat eiser zich eerder ziek heeft gemeld of dat hij recht had op een ZW-uitkering. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de rechtszekerheid van toepassing is en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De rechtbank heeft de stelling van eiser dat hij recht heeft op vergoeding van reiskosten naar de hoorzitting in bezwaar afgewezen, omdat er geen herroeping van het bestreden besluit heeft plaatsgevonden. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster op 17 juni 2019.