ECLI:NL:RBNHO:2019:5127
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van beroep tegen beëindiging uitkering op grond van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2019 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar uitkering op grond van de Participatiewet. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, op 29 juni 2018 een besluit heeft genomen om de uitkering van eiseres per 1 april 2018 te beëindigen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit bezwaar is door verweerder ongegrond verklaard in een besluit van 13 september 2018. Eiseres heeft vervolgens op 15 november 2018 een beroepschrift ingediend, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat dit beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van beroep was aangevangen op 14 september 2018 en geëindigd op 26 oktober 2018. Eiseres heeft geen bewijs van tijdige verzending van haar beroepschrift kunnen overleggen, waardoor de rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.