Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
Daarnaast was sprake van een snijwond in de linker handpalm zoals hiervoor omschreven. Het rugletsel was van dien aard dat medisch ingrijpen in de vorm van een spoedoperatie noodzakelijk is gebleken. Uit de toelichting op de vordering tot schadevergoeding van het slachtoffer wordt duidelijk dat een langere periode van herstel is gevolgd, die gepaard ging met pijn en fysieke beperkingen. In deze periode is het slachtoffer onder behandeling geweest van een fysiotherapeut. Er bestaat thans nog onzekerheid over de vraag of een toestand van volledig herstel, zonder functiebeperkingen, zal worden bereikt. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat dit letsel zwaar lichamelijk letsel in de zin van artikel 302 van het Wetboek van Strafrecht oplevert en komt daarmee tot een bewezenverklaring van dit onderdeel van de tenlastelegging.
subsidiairten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
Het slachtoffer heeft met name door de messteek in de rug veel pijn en hinder ondervonden. Een dergelijk gewelddadig feit, gepleegd op de openbare weg, geeft bovendien voeding aan gevoelens van onrust en onveiligheid onder burgers.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- het slachtoffer heeft gevreesd voor zijn leven;
- het slachtoffer heeft vanwege de steek-/snijwond in zijn rug een spoedoperatie moeten ondergaan en heeft daarna veel pijn ondervonden aan zijn rug en zijn hand;
- het slachtoffer ondervindt nog altijd hinder en beperkingen door het letsel;
- het slachtoffer zal blijvende littekens houden.
8. Vorderingen tot tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
niet bewezenwat aan verdachte
primairis ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
bewezendat verdachte
subsidiairten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
jeugddetentievoor de duur van
8 (acht) maanden.
4 (vier) maanden nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
algemene voorwaardedat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
bijzondere voorwaardendat veroordeelde:
dadelijk uitvoerbaarzijn.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.039,59 (tweeduizend negenendertig euro en negenenvijftig cent), bestaande uit € 539,59 als vergoeding voor de materiële en € 1.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 2.039,59 (tweeduizend negenendertig euro en negenenvijftig cent), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
30 (dertig) dagenjeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 februari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening.
geldboeteter hoogte van
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 (acht) dagen hechtenis, opgelegd bij vonnis van de politierechter van 2 oktober 2018.
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, opgelegd bij vonnis van de politierechter van 2 oktober 2018.