ECLI:NL:RBNHO:2019:5858
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- P.H. Littooy
- L.J. Saarloos
- J.H. Gisolf
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen de rechtbank Noord-Holland in bestuursrechtelijke zaak
Op 2 juli 2019 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen de rechtbank Alkmaar, thans de rechtbank Noord-Holland. Het wrakingsverzoek was ingediend op 17 juni 2019 en had betrekking op een eerdere zaak tussen de verzoeker en de Belastingdienst (zaaknummer HAA 19/885). De verzoeker uitte zijn onvrede over de gang van zaken rondom zijn bezwaar tegen een uitspraak van de Belastingdienst en de behandeling daarvan door de rechtbank. Hij stelde dat de rechtbank niet onpartijdig was en dat er sprake was van een schending van de rechtsgang.
De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van de wettelijke criteria voor wraking. Het uitgangspunt is dat rechters worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden ondermijnen. De verzoeker voerde aan dat de rechtbank griffierechten had geheven en te lang had gewacht met een uitspraak, maar de wrakingskamer oordeelde dat deze bezwaren niet voldoende waren om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid of partijdigheid.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet gemotiveerd was. De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, en de griffier werd opgedragen om een gewaarmerkt afschrift van de beslissing aan de verzoeker toe te zenden. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.