ECLI:NL:RBNHO:2019:6317
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over overlast door gekraai van een haan
In deze zaak heeft Brederode Wonen, een woningbouwvereniging, [gedaagde] gedagvaard in een kort geding vanwege overlast veroorzaakt door een haan die door [gedaagde] wordt gehouden. De huurder, [gedaagde], huurt sinds 1 oktober 1998 een woning van Brederode en heeft in zijn achtertuin een kippenren met een haan. Sinds april/mei 2018 heeft de buurvrouw van [gedaagde] herhaaldelijk geklaagd over de overlast van het gekraai van de haan, wat leidt tot slaapgebrek en stress. Brederode heeft ook klachten ontvangen van andere omwonenden en heeft geprobeerd om buurtbemiddeling in te schakelen, maar [gedaagde] weigerde hieraan mee te werken.
De kantonrechter heeft geluidsmetingen laten uitvoeren, waaruit blijkt dat het gekraai van de haan de geluidsnormen overschrijdt. Brederode vordert in het kort geding dat [gedaagde] de haan binnen zeven dagen na betekening van het vonnis verwijdert en dat hij in de toekomst geen andere haan mag houden. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van ernstige en herhaalde overlast en dat het belang van Brederode en de omwonenden zwaarder weegt dan het belang van [gedaagde] om de haan te houden. De vordering van Brederode wordt toegewezen, met een dwangsom van €250 per dag bij niet-naleving, tot een maximum van €25.000.
De proceskosten worden toegewezen aan Brederode, omdat [gedaagde] ongelijk krijgt. De kantonrechter benadrukt dat [gedaagde] niet verplicht wordt om de haan te doden, maar dat hij deze ergens anders onder moet brengen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. S.N. Schipper op 10 juli 2019.