ECLI:NL:RBNHO:2019:6354

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 juli 2019
Publicatiedatum
18 juli 2019
Zaaknummer
7088880 \ CV EXPL 18-6126
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Luchtvaartclaim en buitengewone omstandigheden bij birdstrike

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een rechtspersoon uit Hong Kong, een vordering ingesteld tegen TUI Airlines Nederland B.V. wegens compensatie voor een vertraagde vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtreizigers beschermt bij instapweigering en langdurige vertraging. De vlucht in kwestie had meer dan drie uur vertraging opgelopen, en Airhelp vorderde een schadevergoeding van € 1.200,00, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke kosten. TUI betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een birdstrike, een buitengewone omstandigheid die niet kon worden voorkomen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat TUI in beginsel gehouden is tot compensatie, tenzij zij kan aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. TUI heeft bewijs geleverd van de birdstrike en de noodzaak voor inspectie van het toestel, wat leidde tot de vertraging. De rechter oordeelde dat TUI voldoende maatregelen had getroffen om de gevolgen van de birdstrike te beperken en dat de vertraging niet te wijten was aan nalatigheid van TUI.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Airhelp afgewezen en TUI vrijgesteld van de verplichting tot compensatie. Airhelp werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 360,00 werden vastgesteld, plus eventuele nakosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J. Candido op 17 juli 2019.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7088880 \ CV EXPL 18-6126
Uitspraakdatum: 17 juli 2019
Vonnis in de zaak van:
Airhelp Limited,een rechtspersoon naar het recht van Hong Kong
gevestigd te Hong Kong
eiser
hierna te noemen Airhelp
gemachtigde mr. H. Yildiz
tegen
De besloten vennootschap
TUI Airlines Nederland B.V.
gevestigd te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen TUI
gemachtigde mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 10 juli 2018 een vordering tegen TUI ingesteld. TUI heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna TUI een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[passagier 1] en [passagier 2] (hierna te noemen de passagiers) hebben met TUI Nederland N.V. een reisovereenkomst gesloten op grond waarvan TUI de passagiers diende te vervoeren van Amilcar Cabral International Airport (Kaapverdië) via Yundum International Airport (Gambia) naar Amsterdam-Schiphol Airport op 15 en 16 juli 2016.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
Airhelp heeft compensatie van TUI gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
TUI heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat TUI bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat TUI vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
TUI betwist de vordering. Zij voert aan dat sprake is van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet konden worden voorkomen. De vlucht is onderdeel van de rotatie Amsterdam - Sal - Banjul - Amsterdam met vluchtnummer OR455/OR456 van 15 en 16 juli 2016. De rotatie werd uitgevoerd met het toestel PH-TFD. Tijdens de landing op Banjul, na “touch down”, kwam het toestel in aanvaring met één of meer vogels. In ieder geval één vogel is in de motor van het vliegtuig terecht gekomen. Wanneer een toestel is getroffen door een birdstrike dient er volgens de fabrikant van het toestel een inspectie plaats te vinden voordat weer met het toestel mag worden gevlogen. De gezagvoerder heeft om 22:14 UTC aan het operations control center aangegeven dat het er op leek dat de vogel door de zogenaamde core van de motor was gegaan. Dit betekent dat er een borescope inspectie moet worden uitgevoerd. Dit betreft precisiewerk waarmee uren zijn gemoeid. De inspectie mag daarbij slechts door specialisten worden uitgevoerd en die waren niet aanwezig op de luchthaven van Banjul. De specialisten moesten inclusief de borescope worden ingevlogen. Nadat duidelijk is geworden dat het toestel langere tijd niet inzetbaar zou zijn is TUI direct op zoek gegaan naar alternatief vervoer. Zij heeft een toestel uit haar vloot vrijgemaakt en ingevlogen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming, zodat TUI op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien TUI kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden. Hierbij is uitgangspunt dat stelplicht en bewijslast ten aanzien van de aanwezigheid van buitengewone omstandigheden bij de luchtvaartmaatschappij rusten. In het voorkomende geval moet zij bovendien aantonen dat zij zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden – behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht – dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot annulering of langdurige vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Airhelp stelt dat TUI niet voldoende heeft aangetoond dat sprake is geweest van een birdstrike en dat dit de reden is geweest van de langdurige vertraging. Het door TUI ingebrachte Flight Log van de vlucht betreft een partijverklaring van TUI, van de foto’s bij productie 3 van antwoord staat niet vast dat deze zijn genomen bij de door TUI aangevoerde birdstrike en het technische logboek is niet overgelegd, aldus Airhelp. Airhelp betwist voorts dat zelfs indien sprake is geweest van een birdstrike dat dit de oorzaak is geweest van de langdurige vertraging. De overgelegde documenten tonen niet hoeveel tijd met de inspectie en reparatie was gemoeid en om welke reden TUI niet eerder dan 24 uur na de vermeende birdstrike maatregelen heeft genomen. Zonder inspectierapport is voor Airhelp niet te achterhalen hoelang de inspectie na de gestelde birdstrike heeft geduurd. Daarnaast kan indien alternatief vervoer pas 24 uur na een buitengewone omstandigheid voor de passagiers wordt georganiseerd, dit niet meer gelden als een redelijke maatregel. TUI heeft de situatie veel te lang afgewacht en heeft pas 19 uur na de birdstrike maatregelen genomen. Uit het feit dat TUI het vervangende toestel pas de volgende dag om 17:00 UTC beschikbaar had moet worden afgeleid dat zij er kennelijk voor heeft gekozen om het vervangende toestel eerst in te zetten voor andere vluchten. Dit is geen buitengewone omstandigheid, maar een operationele keuze van de luchtvaartmaatschappij.
5.4.
TUI heeft ter onderbouwing van haar verweer dat sprake is geweest van een birdstrike het Aircraft Flight Log overgelegd waarin staat “(…) Bird Strike #2 Engine (…)”. Voorts voert TUI aan dat dat zij de passagiers niet heeft laten wachten op de uitkomst van het onderzoek en eventuele reparaties. Zij is direct opzoek gegaan naar alternatief vervoer. Het vrijmaken van een vergelijkbaar toestel uit de eigen vloot waardoor de in Banjul aanwezige bemanningsleden de vlucht naar Amsterdam konden uitvoeren was het snelste alternatief. De gezagvoerder heeft al 6 minuten nadat het toestel aan de gate was gearriveerd contact opgenomen met operations control center en om technische assistentie gevraagd. Toen duidelijk werd dat het toestel langere tijd niet inzetbaar zou zijn is TUI op zoek gegaan naar alternatief vervoer. TUI heeft onderzocht of zij een toestel van een andere luchtvaartmaatschappij kon huren en een gespecialiseerde makelaar ingeschakeld om een ander toestel inclusief bemanning te huren. Uiteindelijk bleek een toestel uit de eigen vloot die pas om 17:00 UTC beschikbaar was en vanaf Amsterdam naar Banjul moest worden ingevlogen het snelste alternatief. Het toestel is om 23:15 uur (lokale tijd) in Banjul geland en om 00:04 uur (lokale tijd) vanuit Banjul vertrokken naar Amsterdam-Schiphol Airport, waar het toestel op 17 juli 2016 om 06:06 UTC is aangekomen.
5.5.
De kantonrechter overweegt dat een vogelaanvaring oftewel birdstrike als buitengewone omstandigheid kwalificeert als bedoeld in art 5 lid 3 van de Verordening. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft TUI met het Aircraft Flight Log en overgelegde foto’s voldoende aangetoond dat het toestel bij aankomst in Banjul is getroffen door één of meerdere birdstrikes, dat het toestel verplicht moest worden geïnspecteerd en dat een uitvoerigere inspectie noodzakelijk was waarbij gespecialiseerd technisch personeel moest worden ingevlogen.
5.6.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of TUI alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de buitengewone omstandigheid als gevolg waarvan de vertraging is ontstaan te voorkomen. TUI heeft onweersproken gesteld dat gespecialiseerd technisch personeel moest worden ingevlogen, dat zij ervoor heeft zorggedragen dat de specialisten zo snel als mogelijk ter plaatse waren, dat de inspectie pas na aankomst van de specialisten kon aanvangen en dat de daarop volgende inspectie meerdere uren in beslag zou nemen. Voorts is voldoende gebleken dat TUI, toen bleek dat het toestel voor langere tijd niet inzetbaar zou zijn, zo snel mogelijk een vervangend toestel heeft geregeld. Dit toestel moest echter eerst beschikbaar worden gemaakt en naar Banjul worden ingevlogen. Voldoende is gebleken dat dit het snelste alternatief was voor de uitvoering van rotatievlucht. In deze situatie kon en mocht niet meer van TUI worden verwacht. De conclusie is dan ook dat het verweer van TUI slaagt en dat zij geen compensatie hoeft te betalen aan de passagiers. De vordering wordt afgewezen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Airhelp, omdat deze ongelijk krijgt.
5.8.
De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TUI worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor TUI worden vastgesteld op een bedrag van € 360,00 aan salaris van de gemachtigde van TUI.
6.3.
veroordeelt Airhelp tot betaling van € 90,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door TUI worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter