Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Securitas Beveiliging B.V.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
Uitkering slachtoffer’ binnengekomen. Hierop staat onder meer:
Slachtoffer’ [collega A],
Gemachtigde’ [werkneemster],
Aanvulling’ onder meer: ‘
Als er vragen zijn kunnen jullie met mij nicht contact opnemen’, met daarbij het telefoonnummer van [werkneemster].
‘(…) Ik heb een aanvraag voor mijn nicht ingediend. Alleen heb ik de datum van de mishandeling onjuist doorgegeven. Het is begonnen in 2011 tot 2014. (…) Als u vragen heeft kunt u mij dan een mail sturen. (…)’
(…) Ik ben de jurist die de aanvraag van uw nicht in behandeling heeft genomen. Voor de verdere behandeling van de aanvraag heb ik nog aanvullende informatie nodig. (…) Wilt u uw nicht vragen een omschrijving te geven van het geweld dat plaatsvond van 2011 tot en met 2014? (…) Kunt u informatie toesturen over de behandeling die uw nicht krijgt voor haar psychische klachten. (…)’
Mijn nicht mvr:[werkneemster] is de tussenpersoon van mij dus als u nog wat nodig heeft hoor ik het van haar.’
(…) [collega A] krijgt een uitkering. Wilt u dit aan mevrouw [collega A] laten weten? (…)’
(…) U vroeg op 3 oktober 2018 een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdruiven aan. (…)
heb bericht’ ‘
Wordt op joh rekening over gemaakt’.
Ik denk dat mevrouw via mijn naam het geld op haar rekening wilt hebben (…).’
(…) Toen [werkneemster] hoorde dat jij in het verleden bent mishandeld door jouw ex wees [werkneemster] jou op het schadefonds Gewelds Misdrijven. Vanaf dat moment is [werkneemster] jou gaan helpen met de aanvraag van de schadevergoeding. (…). Jij hebt de voorkant van het aanvraag formulier zelf ingevuld. (…) Op 5 februari 2019 ontving jij thuis de beschikking van het Fonds. Hierin stond vermeld dat jij €2.500,00 euro zou krijgen. Echter stond op de beschikking het rekeningnummer van [werkneemster].
(…) Je geeft aan dat je rond 21.00 uur bent gebeld door [collega A] met de vraag of je een brief wilde ophalen. Deze brief was belangrijk voor [werkneemster]. Omdat [werkneemster] jou altijd helpt heb je deze brief direct opgehaald. (…) Je geeft aan dat echt niet weet wat er zo belangrijk was. (…) Je bent terug naar huis gegaan en hebt de brief de volgende dag mee genomen naar locatie. Op locatie bleek dat [werkneemster] ziek was en ze dus niet aanwezig was. Je hebt [werkneemster] gebeld en gevraagd wat je moet doen met de brief. Je moest de namen en de geboortedata uit de brief voorlezen, de brief moest je daarna weggooien.
Op de achterkant van de envelop stond de naam: “[voornaam]’. geschreven, [collega B] herinnerde zich dit nog omdat haar broer zo heet. Maar de brief moest naar [werkneemster], dus erg verdacht. (…)
(…) Het ontslag is – kort samengevat – het gevolg van jouw (frauduleuze) handelingen richting jouw collega [collega A], in combinatie met jouw handelingen en gedrag in de periode daarna en gedurende ons onderzoek.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
heb bericht’ ‘
Wordt op joh rekening over gemaakt’) zou blijken dat [collega A] er niet vanaf wist dat [werkneemster] haar rekeningnummer had ingevuld en niet het rekeningnummer van [collega A], zoals door Securitas is aangevoerd, volgt de kantonrechter niet. De kantonrechter acht onvoldoende aannemelijk geworden dat [collega A] [werkneemster] er met deze WhatsApp berichten niet slechts van op de hoogte wilde stellen dat zij de beschikking van het Schadefonds had ontvangen. Uit de berichten blijkt naar het oordeel van de kantonrechter immers niets anders dan een mededeling van [collega A] aan [werkneemster] dat ze de beschikking heeft ontvangen en dat het geld op de rekening van [werkneemster] zou worden gestort. Nog daargelaten dat [werkneemster], op verzoek van [collega A], het geld uiteindelijk niet op haar rekening heeft ontvangen, blijkt nergens uit dat het de bedoeling van [werkneemster] was om de vergoeding voor haar zelf te houden. Voldoende aannemelijk is geworden dat [werkneemster] [collega A] slechts wilde helpen bij het aanvragen van de vergoeding. Dat [werkneemster] jegens [collega A] frauduleus heeft gehandeld althans haar heeft getracht op te lichten, acht de kantonrechter niet aannemelijk geworden.
Wis dit gesprek’ en ‘
Ik heb je niet gesproken’. Dit vormt echter naar het oordeel van de kantonrechter – mede gelet op de overige omstandigheden – geen dringende reden voor een ontslag op staande voet.
Tot slot zijn we ook geschrokken van de verhalen over de talismannen van je oom en het verhaal wat je hierbij hebt verteld en het effect dat dit heeft op sommige van je collega’s’ – onvoldoende dat aan het ontslag op staande voet ook ten grondslag ligt dat [werkneemster] talismannen op de werkvloer zou verkopen en voor zover dit al het geval zou zijn, acht de kantonrechter dit verwijt onvoldoende aannemelijk gemaakt en vormt dit – alhoewel de kantonrechter begrijpt dat Securitas dergelijke geloofsovertuigingen niet op de werkvloer wil toelaten – ook geen dringende reden voor een ontslag op staande voet.
Indien blijkt dat het redelijk vermoeden (…) juist is, dan kan de werkgever de arbeidsovereenkomst onmiddellijk opzeggen wegens een dringende reden, zoals bedoeld in artikel 7: 677 Burgerlijk Wetboek.
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).