I. voor recht zal verklaren dat de juridische erfgrens ten zuiden van de schuur/slaapkamer door verjaring niet meer overeenkomt met de kadastrale erfgrens ter plaatse, maar dat deze juridische grens is gelegen op een rechte lijn vanaf de zuidelijke gevel van de schuur/slaapkamer op 1 meter afstand van de oostelijke gevel (grenzend aan het erf van [gedaagden] ) van deze schuur/slaapkamer tot aan het punt aan de achterste grens van het erf waar deze zich momenteel bevindt zoals weergegeven in de situatieschets bij productie 4 van de dagvaarding of op een rechte lijn in goede justitie door de rechter te bepalen;
II. voor recht zal verklaren dat [gedaagden] op 12 februari 2019 (of daaromtrent) de oorspronkelijke gemeenschappelijke erfafscheiding, lopend over de gehele lengte vanaf de schuur/slaapkamer tot aan het zuidelijke uiteinde van de beide erven zonder toestemming en daarmee op onrechtmatige wijze, hebben verwijderd;
III. voor recht zal verklaren dat de plaatsing van de erfafscheiding door [gedaagden] op 12 februari 2019 (of daaromtrent) over de gehele lengte vanaf de schuur/slaapkamer tot aan het zuidelijke uiteinde van de gemeenschappelijke erfgrens onrechtmatig heeft plaatsgevonden jegens [eisers] , in die zin dat deze erfafscheiding zonder toestemming voorbij de juridische erfgrens op het erf van [eisers] is geplaatst;
IV. 1. primair:
a. [gedaagden] hoofdelijk zal bevelen dat hij binnen veertien dagen na wijzing van het vonnis de schutting en het gaashek in het verlengde hiervan, die hij op 12 februari 2019 (of daaromtrent) heeft geplaatst, over de gehele lengte van de erfgrens, verwijdert en verwijderd houdt en binnen deze termijn het terras weer in de oude staat terugbrengt. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor elke dag dat [gedaagden] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,00 dan wel een naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen dwangsom, voor elke inbreuk hierop, te betalen aan [eisers] ;
b. [gedaagden] zal bevelen binnen twee weken na te wijzen vonnis zorg te dragen voor herstel van schade die is toegebracht aan de goederen van [eisers] (weergegeven onder nummer 24 van de dagvaarding), te weten herstel van de oorspronkelijke erfafscheiding, beide terrassen, de tuin, de gevelbedekking van slaapkamer/schuur en terugplaatsen van originele of gelijkwaardige planten en struiken. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag voor elke dag dat [gedaagden] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 10.000,00 dan wel een naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen dwangsom, voor elke inbreuk hierop, te betalen aan [eisers] ;
2. subsidiair:
a. [gedaagden] hoofdelijk zal bevelen dat zij binnen veertien dagen na wijzing van vonnis de schutting en het gaashek in het verlengde hiervan, die zij op 12 februari 2019 (of daaromtrent) hebben geplaatst binnen twee weken na wijzing van vonnis, over de gehele lengte van de erfgrens, verwijdert en verwijderd houdt en binnen deze termijn het terras weer in de oude staat terugbrengt. Dit op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor elke dag dat [gedaagden] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 20.000,00, dan wel een naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen dwangsom, voor elke inbreuk hierop, te betalen aan [eiser] c.s;
b. een vergoeding zal toekennen van de schade vanwege het wegnemen van goederen en de beschadigingen aan bezittingen van [eisers] ter hoogte van € 5.422,00 te betalen aan [eisers] door [gedaagden] , binnen twee weken na wijzen van het vonnis, dan wel een bedrag dat de rechter billijk voorkomt;
3. meer subsidiair:
aan [eisers] een vergoeding van de door hen geleden schade toe te kennen vanwege het op onrechtmatige wijze in gebruik nemen van de strook grond, het wegnemen van goederen en de beschadigingen aan de bezittingen van [eisers] , ter hoogte van € 9.422,00 te betalen door [gedaagden] binnen twee weken na wijzen van het vonnis, dan wel het bedrag dat de rechter billijk voorkomt;
V. [gedaagden] hoofdelijk zal veroordelen in de proceskosten;
VI. [gedaagden] hoofdelijk zal veroordelen tot betaling van de nakosten volgens het liquidatietarief indien hij niet tijdig voldoet aan de veroordeling.