ECLI:NL:RBNHO:2019:6915

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 juli 2019
Publicatiedatum
9 augustus 2019
Zaaknummer
6732809 CV EXPL 1801985
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot compensatie van passagiers na annulering van vlucht door luchtvaartmaatschappij

In deze zaak hebben vijf passagiers een vordering ingesteld tegen de luchtvaartmaatschappij Easyjet, na de annulering van hun vlucht EZY 2730 van Amsterdam-Schiphol naar Milaan op 29 februari 2016. De passagiers vorderden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij annuleringen. Easyjet heeft de annulering verdedigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een olielek dat leidde tot een sluiting van een landingsbaan op Londen Gatwick, waardoor de bemanning haar werkuren overschreed.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de annulering van de vlucht vaststaat en dat Easyjet niet heeft aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat Easyjet meer onderbouwing had moeten geven voor de doorwerking van deze omstandigheden, gezien de tijdsafstand tussen de annulering en de eerder opgetreden vertraging. De vordering van de passagiers tot betaling van € 1.250,00 werd toegewezen, evenals de wettelijke rente vanaf de datum van de annulering.

Daarnaast vorderden de passagiers buitengerechtelijke incassokosten, maar deze werden afgewezen omdat niet was aangetoond dat de verrichte werkzaamheden meer omvatten dan gebruikelijke handelingen. De proceskosten werden toegewezen aan de passagiers, aangezien Easyjet ongelijk kreeg in deze zaak. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6732809 \ CV EXPL 18-1985
Uitspraakdatum: 24 juli 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2. [passagier sub 2] ,

3. [passagier sub 3] ,

allen wonende te [woonplaats] (Italië),
4. [passagier sub 4],
wonende te [woonplaats] (Italië),
5. [passagier sub 5],
wonende te [woonplaats] (Italië),
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers,
gemachtigde: mr. H. Yildiz
tegen
de buitenlandse vennootschap Easyjet Airline Company Limited,
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk), mede kantoorhoudende Schiphol (gemeente Haarlemmermeer),
gedaagde,
hierna te noemen: Easyjet,
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer.

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 15 februari 2018 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers op 29 februari 2016 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Milaan (Italië) met vlucht EZY 2730.
2.2.
De vlucht is geannuleerd en de passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met de voornoemde annulering.
2.3.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 187,50 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de annulering van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Het toestel zou op 29 februari 2016 rotatie Milaan – Londen – Milaan (EZY 5292/5295) en rotatie Milaan – Amsterdam – Milaan (EZY 2729/2730) uitvoeren. Vanwege een olielek veroorzaakt door een ander vliegtuig is één landingsbaan op de luchthaven van Londen Gatwick tussen 10:15 uur en 11:30 uur (UTC) gesloten geweest. Vanwege de sluiting is vlucht EZY 5292 met een vertraging van één uur en 59 minuten aangekomen in Londen. Door de vertraging werd de direct voorafgaande vlucht (EZY 2729) om 21:26 uur in Amsterdam (UTC) verwacht, waardoor de onderhavige vlucht op zijn vroegst pas om 23:36 uur (UTC) in Milaan kon aankomen. De bemanning overschreed hierdoor haar werkuren waardoor vlucht EZY 2730 geannuleerd moest worden.
4.2.
Ten slotte verweert Easyjet zich tegen de verschuldigdheid van de proceskosten en wettelijke rente.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat vlucht EZY 2730 is geannuleerd. Gelet hierop is Easyjet verplicht de passagiers te compenseren, tenzij Easyjet ingevolge artikel 5, lid 3, van de Verordening kan aantonen dat de annulering is ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden en dat de annulering, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen had kunnen worden.
5.3.
Ten aanzien van de door Easyjet aangevoerde buitengewone omstandigheden geldt het volgende. In de punt 15 van de Considerans van de Verordening staat dat dergelijke omstandigheden zich voor kunnen doen wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen.
5.4.
Easyjet heeft de omstandigheden die geleid hebben tot de annulering van de vlucht in kwestie uitvoerig toegelicht en onderbouwd met producties. Volgens Easyjet is de annulering van de onderhavige vlucht (EZY 2730) veroorzaakt door een vertraging op de eerdere rotatie van het toestel. Voorafgaand aan de onderhavige vlucht zou het toestel die dag de rotatievluchten Milaan – Londen – Milaan en Milaan – Amsterdam – Milaan uitvoeren. Uit de door Easyjet overgelegde productie 3 bij de conclusie van antwoord volgt dat een landingsbaan van de luchthaven van Londen Gatwick van 10:15 uur tot 11:30 uur (UTC) gesloten is geweest, vanwege gelekte olie. Easyjet voert aan dat vanwege de sluiting van een baan op Londen Gatwick er voor vlucht EZY 5292 een nieuw aankomstslot afgewacht moest worden. Ter onderbouwing wordt naar de door Easyjet overgelegde “actual flight info” verwezen. Daaruit blijkt dat vlucht EZY 5292 voorafgaand aan het vertrek vanuit Milaan een vertrekvertraging van twee uur en 8 minuten heeft ondervonden vanwege restricties door de luchtverkeersleiding (vertragingscode 88). Als gevolg van deze vertraging werden eveneens de opvolgende vluchten met vertraging uitgevoerd waardoor de bemanning uiteindelijk haar werkuren overschreed en de onderhavige vlucht (EZY 2730) vanuit Amsterdam niet meer kon uitvoeren.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat Easyjet niet heeft aangetoond dat de annulering van de onderhavige vlucht is ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden. De buitengewone omstandigheid waarop Easyjet een beroep doet heeft zich voorgedaan in de ochtend op het traject Milaan – Londen. Nadien heeft hetzelfde toestel nog een vlucht naar Milaan en vervolgens een vlucht naar Amsterdam uitgevoerd. De annulering betrof de daarop volgende vlucht van Amsterdam naar Milaan. Voor de doorwerking van een (eventuele) buitengewone omstandigheid met een zo ver verwijderd verband mag van de luchtvaartmaatschappij meer onderbouwing worden verwacht. Immers dient zij bij rotatievluchten reservetijd in te bouwen om vertragingen te voorkomen. Easyjet heeft niet aangetoond dat ondanks deze reservetijd de annulering niet kon worden voorkomen. Nu geen sprake is van een buitengewone omstandigheid komt de kantonrechter niet toe aan de beantwoording van de vraag of Easyjet voldoende redelijke maatregelen heeft genomen om de gevolgen van een eventuele annulering te voorkomen. De vordering tot betaling van de hoofdsom zal worden toegewezen.
5.6.
De passagiers hebben een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. De vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. Daarom zal de kantonrechter de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het rapport Voorwerk II. De passagiers hebben onvoldoende aangetoond en onderbouwd dat de verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan de verzending van een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van Easyjet omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Easyjet tot betaling aan de passagiers van € 1.250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 februari 2016 tot aan de dag van voldoening;
6.2.
veroordeelt Easyjet tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de passagiers tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 103,81;
griffierecht € 226,00;
salaris gemachtigde € 360,00;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter