ECLI:NL:RBNHO:2019:6996

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 augustus 2019
Publicatiedatum
14 augustus 2019
Zaaknummer
7639200 \ CV EXPL 19-3842
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurder verplicht tot medewerking aan het kappen en snoeien van bomen die overlast veroorzaken

In deze zaak heeft de stichting Ymere, eiseres, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die een woning huurt van Ymere. De vordering betreft het kappen van een boom in de voortuin en het snoeien van een berkenboom in de achtertuin, omdat deze bomen overlast veroorzaken voor de buren en een gevaar vormen voor de fundering van de woning. Ymere heeft bij dagvaarding van 20 maart 2019 de gedaagde aangesproken op haar verplichtingen uit de huurovereenkomst en de wet, die haar verplichten om de tuinen te onderhouden. De kantonrechter heeft een comparitie van partijen gelast en een descente uitgevoerd op het woonadres van de gedaagde. Tijdens de descente is vastgesteld dat de boom in de voortuin een gevaar vormt voor de fundering van de woning en dat de berkenboom in de achtertuin over de erfgrenzen heen groeit.

De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet aan haar onderhoudsplicht heeft voldaan en dat de bomen moeten worden gekapt en gesnoeid. De primaire vordering van Ymere om de gedaagde te verplichten de werkzaamheden zelf uit te voeren, wordt afgewezen, omdat de boom in de voortuin niet door de gedaagde is geplant. De subsidiaire vordering om de werkzaamheden op kosten van de gedaagde uit te laten voeren, wordt eveneens afgewezen. De meer subsidiaire vordering, waarbij Ymere zelf de werkzaamheden mag uitvoeren op kosten van de gedaagde, wordt toegewezen. De gedaagde wordt veroordeeld om haar medewerking te verlenen aan de uitvoering van de werkzaamheden en de kosten van tijdelijke ontruiming te vergoeden. De proceskosten komen voor rekening van de gedaagde, omdat zij grotendeels in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7639200 \ CV EXPL 19-3842
Uitspraakdatum: 14 augustus 2019
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
eiseres
verder te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. M. Stokvis
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Ymere heeft bij dagvaarding van 20 maart 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en zij heeft daarop nog een mondelinge toelichting gegeven. Zij heeft daarbij producties overgelegd.
1.2.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 17 april 2019 een comparitie van partijen gelast. Op 8 juli 2019 is die zitting gehouden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Op die zitting heeft de kantonrechter een gerechtelijke plaatsopneming (descente) gelast.
1.3.
De descente heeft aansluitend aan de comparitie van partijen plaatsgevonden op het woonadres van [gedaagde] . Van die descente is proces-verbaal opgemaakt.

2.De feiten

2.1.
Sinds 13 februari 1992 huurt [gedaagde] van (de rechtsvoorgangers van) Ymere de woning aan de [a-straat] [huisnummer] te [woonplaats] .
2.2.
In de voortuin van de woning staat op korte afstand van de gevel een boom die ongeveer 13 meter hoog is. In de achtertuin van de woning staat een berkenboom die ongeveer 18-20 meter hoog is. De takken van de berkenboom hangen onder meer over de naastgelegen schuren, schuttingen en de poort. Deze bomen stonden al in de tuinen toen [gedaagde] de huurovereenkomst aanging.
2.3.
Sinds 2007 ontvangt Ymere klachten van de bewoners van de [a-straat] [huisnummer] en [huisnummer] , de directe buren van [gedaagde] , over overlast veroorzaakt door de bomen in de voor- en achtertuin van [gedaagde] .
2.4.
De gemeente [gemeente] heeft op 12 september 2017 op verzoek van Ymere een kapvergunning verleend voor de boom in de voortuin van het perceel aan de [a-straat] te [woonplaats] .

3.De vordering

3.1.
Ymere vordert
primair(samengevat) dat de kantonrechter [gedaagde] gebiedt om de boom in de voortuin te kappen of te laten kappen en de stobben te (laten) verwijderen en de boom in de achtertuin te (laten) snoeien en voortaan gesnoeid te houden zodat geen takken meer overhangen over de perceelgrenzen, op verbeurte van een boete van € 50,00 per dag met een maximum van € 5.000,00.
3.2.
Subsidiairvordert Ymere (samengevat) dat zij door de kantonrechter wordt gemachtigd om voor rekening van [gedaagde] het kappen van de boom in de voortuin en het snoeien van de boom in de achtertuin te laten uitvoeren door [rechtspersoon] . Daarbij moet [gedaagde] veroordeeld worden haar medewerking te verlenen en de woning met tuinen tijdelijk te ontruimen voor zover dat voor de uitvoering van de werkzaamheden en het afvoeren van snoeisel nodig is. Ook moet [gedaagde] de factuur voor die werkzaamheden en de eventuele kosten van tijdelijke ontruiming door de deurwaarder binnen 7 dagen voldoen, waarna zij anders rente verschuldigd wordt, en moet zij de boom in de achtertuin gesnoeid houden.
3.3.
Meer subsidiairvordert Ymere (samengevat) hetzelfde als subsidiair, met dien verstande dat de kosten van de werkzaamheden aan beide bomen dan voor rekening van Ymere komen.
3.4.
Ymere legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] op grond van de wet en de huurovereenkomst verplicht is om de tuinen voor eigen rekening te onderhouden. Daaronder valt het regelmatig snoeien van de bomen. [gedaagde] heeft die zorgplicht voor de woning met de voor- en achtertuin op grond van de huurovereenkomst tegenover Ymere, maar ook ten aanzien van de omwonenden.
3.5.
[gedaagde] heeft niet aan die verplichtingen voldaan, ondanks dat zij daarop jarenlang is aangesproken door Ymere en haar rechtsvoorgangers, dit naar aanleiding van klachten van omwonenden over de overlast die zij door de hoge bomen en overhangende takken ervaren. Wat de boom in de voortuin betreft is geen andere redelijke oplossing meer mogelijk dan die te kappen; de wortelzetting levert gevaar op voor de fundering van de woning en omdat de boom te dicht op de gevel staat, bestaat de kans dat die de woning zal beschadigen. Om die reden heeft de gemeente [gemeente] de kapvergunning verleend.
De oplossing voor de boom in de achtertuin is een flinke snoeibeurt met verwijdering van een aantal takken en het toppen van de boom. Als [gedaagde] tijdig aan haar verplichtingen had voldaan, dan hadden de kosten voor deze werkzaamheden niet gemaakt hoeven worden. Die kosten moeten daarom nu voor rekening van [gedaagde] komen. Als dat deel van de vordering niet toewijsbaar is, dan zal Ymere de kosten van die werkzaamheden zelf dragen.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering gedeeltelijk. Zij voert daartoe onder meer het volgende aan.
De 71 jaar oude boom in de voortuin is gezond en een voedselbron voor vogels. [gedaagde] heeft er steeds voor gezorgd dat de takken het dak niet zouden raken, zoals Ymere had geëist. De stam groeit van de gevel af en zal daarom geen gevaar vormen voor die gevel. De noodzaak tot kappen bestaat daarom niet. Ymere had ook niet eerder gemeld dat die boom zou moeten worden gekapt.
De berk in de achtertuin heeft [gedaagde] gesnoeid nadat zij de dagvaarding had ontvangen. [gedaagde] verzet zich niet tegen een verdergaande snoei, als dat maar gebeurt buiten het broedseizoen.

5.De beoordeling

5.1.
Een huurder moet op eigen kosten onder meer kleine herstellingen verrichten in de zin van het Besluit kleine herstellingen (het Besluit) dat op de huurovereenkomst van toepassing is op grond van artikel 7:240 Burgerlijk Wetboek (BW). Op grond van artikel 1 van het Besluit juncto sub L van de bijlage behorend bij het Besluit, moet een huurder zorgen voor het onderhoud aan tuinen, erven, opritten en erfafscheidingen, zodanig dat deze onroerende aanhorigheden een verzorgde indruk maken, waaronder in elk geval het regelmatig snoeien van heggen, hagen en opschietende bomen wordt begrepen.
5.2.
Tijdens de descente is duidelijk geworden dat de boom in de voortuin, die daar al stond bij het begin van de huurovereenkomst, een dikke stam heeft, dat de boom hoog boven de woning uit komt en dat de stenen/tegels rond de stam van de boom ruim omhoog zijn gedrukt, op zeer korte afstand van de voorgevel.
5.3.
[gedaagde] heeft niet betwist dat de wortelzetting van de boom van dat omhoog komen van de stenen/tegels de oorzaak is. Zij heeft ook niet gemotiveerd betwist dat de wortelzetting van de boom een reëel gevaar vormt voor de fundering van de voorgevel van de woning en dat dat probleem niet kan worden opgelost met enkel het snoeien van de boom. [gedaagde] is als huurder verplicht om mee te werken aan de werkzaamheden die nodig zijn om (de fundering van) de woning in stand te houden. De boom zal moeten worden verwijderd.
5.4.
Wat de snoeibeurt van de boom in de achtertuin betreft geldt het volgende. [gedaagde] was vanaf het moment dat zij de woning huurde tot onderhoud en snoei van de boom verplicht. [gedaagde] heeft niet betwist dat die boom over de erfgrenzen heen groeit, zoals tijdens de descente ook te zien was.
Op grond van artikel 5:44 BW kunnen buren van de eigenaar van het erf waarop de boom staat, verlangen dat boomtakken die over de erfgrens heen hangen, worden verwijderd. [gedaagde] heeft niet betwist dat de buren Ymere, als eigenaar van het erf waarop de boom staat, daarop hebben aangesproken.
heeft ook onbetwist gelaten dat zij tot de dagvaarding die boom niet heeft gesnoeid, ondanks dat Ymere haar daartoe meermaals had aangemaand.
Of die boom daar al stond voordat die buren naast het erf kwamen wonen, is daarbij niet van doorslaggevende betekenis.
heeft bij de descente aangegeven dat zij zich niet langer verzet tegen snoei die verder gaat dan wat zij zelf al heeft gedaan, als die snoeibeurt maar buiten het broedseizoen plaatsvindt. De conclusie is dat de boom in de achtertuin moet worden gesnoeid en daarna gesnoeid moet worden gehouden.
5.5.
Primair vordert Ymere dat [gedaagde] wordt geboden de hiervoor genoemde werkzaamheden aan de bomen zelf uit te voeren onder verbeurte van een dwangsom. Ymere baseert deze vordering op het Besluit. Maar de verwijdering van de boom in de voortuin, die niet door [gedaagde] zelf was geplant, valt niet onder de werkzaamheden als bedoeld in het Besluit. Van een andere reden waarom [gedaagde] aansprakelijk is voor de kosten van het verwijderen van die boom is onvoldoende gebleken. Dat de wortelzetting zo’n groot effect heeft doordat [gedaagde] de boom onvoldoende heeft gesnoeid, heeft Ymere onvoldoende onderbouwd. De primaire vordering is daarom niet toewijsbaar.
5.6.
Subsidiair vordert Ymere dat zij die werkzaamheden aan beide bomen zelf laat uitvoeren, maar wel op kosten van [gedaagde] . Deze vordering baseert Ymere op dezelfde verplichtingen van [gedaagde] als gemeld onder 5.5 en om de daaronder genoemde redenen is ook deze vordering niet toewijsbaar.
5.7.
De meer subsidiaire vordering met betrekking tot de kap van de boom in de voortuin en het snoeien van de berkenboom in de achtertuin op kosten van Ymere zelf en de facilitering van die werkzaamheden door [gedaagde] , is wel toewijsbaar. Ymere mag van [gedaagde] eisen dat zij meewerkt aan die werkzaamheden die nodig zijn voor het behoud van de woning en de beëindiging van de (over)last van de overhangende takken voor de omwonenden.
5.8.
Als [gedaagde] niet tijdig meewerkt aan de verrichting van de werkzaamheden, dan moet zij de extra kosten die daarvan het gevolg zullen zijn, aan Ymere vergoeden, zoals hierna te melden.
5.9.
[gedaagde] zal worden veroordeeld om na uitvoering van de werkzaamheden de berkenboom in haar achtertuin zodanig te onderhouden en te snoeien, dat de takken daarvan niet over de perceelgrenzen heen hangen.
5.10.
De conclusie is dat de kantonrechter de meer subsidiaire vordering van Ymere zal toewijzen zoals hierna te melden.
5.11.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van wat in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij grotendeels in het ongelijk wordt gesteld.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
Machtigt Ymere om voor eigen rekening de boom in de voortuin van de woning aan de [a-straat] [huisnummer] te [woonplaats] te laten kappen en de stobben te laten verwijderen, een en ander uit te voeren door [rechtspersoon] conform de offerte van [rechtspersoon] van 13 november 2017, met de bepaling dat deze werkzaamheden plaatsvinden buiten het broedseizoen.
6.2.
Machtigt Ymere om de berkenboom in de achtertuin van de woning aan de [a-straat] [huisnummer] te [woonplaats] te laten snoeien zodanig dat geen takken daarvan meer overhangen over de perceelsgrens met de woningen aan de [a-straat] [huisnummer] en [huisnummer] of over de steeg aan de achterzijde van de achtertuin van de woning aan de [a-straat] te [woonplaats] , een en ander uit te voeren door [rechtspersoon] conform de offerte van [rechtspersoon] van 13 november 2017, met de bepaling dat deze werkzaamheden plaatsvinden buiten het broedseizoen.
6.3.
Voordeelt [gedaagde] om dadelijk na betekening van dit vonnis haar medewerking te verlenen aan het uitvoeren van de werkzaamheden als onder 6.1 en 6.2 vermeld, meer in het bijzonder door Ymere en/of de medewerkers van [rechtspersoon] alsmede de door hen en/of Ymere ingeschakelde hulppersonen, op eerste verzoek daartoe toegang te verlenen tot de door [gedaagde] gehuurde woning en bijbehorende voor- en achtertuin aan de [a-straat] te [woonplaats] zolang en zo vaak als dat nodig is om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren, en te gehengen en gedogen dat de werkzaamheden zoals hiervoor onder 6.1 en 6.2 vermeld, worden uitgevoerd, met veroordeling van [gedaagde] om de woning aan de [a-straat] te [woonplaats] en de daarbij behorende voor- en achtertuin tijdelijk te ontruimen voor zover dit voor de uitvoering van de werkzaamheden, het afvoeren van het snoeisel uit de achtertuin daaronder begrepen, noodzakelijk is.
6.4.
Gebiedt [gedaagde] om zolang als de huurovereenkomst voortduurt, de berkenboom in de achtertuin van de woning aan de [a-straat] te [woonplaats] te onderhouden en te snoeien op zodanige wijze dat geen takken daarvan overhangen over de perceelgrens met de woningen aan de [a-straat] [huisnummer] en [huisnummer] of over de steeg aan de achterzijde van de achtertuin van de woning aan de [a-straat] [huisnummer] te [woonplaats] .
6.5.
Veroordeelt [gedaagde] om op eerste schriftelijk verzoek van Ymere de kosten van tijdelijke ontruiming door de deurwaarder, indien [gedaagde] daar niet vrijwillig toe overgaat, op vertoon van de factuur van de deurwaarder aan Ymere te voldoen, met de bepaling dat als [gedaagde] deze kosten niet binnen 7 dagen na het daartoe strekkende verzoek van Ymere heeft voldaan, zij daarover de wettelijke rente verschuldigd is vanaf de 8e dag tot aan de dag van betaling.
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Ymere tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 100,93
griffierecht € 121,00
salaris gemachtigde € 360 ,00.
6.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
6.8.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Jansen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter