In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 4 september 2019 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Warmex Vastgoed B.V. en een gedaagde, die als bestuurder van verschillende vennootschappen werd aangesproken voor onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde onvoldoende uitleg had gegeven over de feitelijke gang van zaken rondom de overdracht van activa van AVH Breezand aan Smitac BV. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde als bestuurder aansprakelijk was voor de benadeling van Warmex, omdat hij had bewerkstelligd dat Warmex geen verhaal meer kon nemen op AVH Breezand, wat leidde tot schade voor Warmex. De rechtbank heeft de vordering van Warmex grotendeels toegewezen, met uitzondering van de gevorderde contractuele boeterente, en de gedaagde veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 100.703,28, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde in de proceskosten veroordeeld, die op € 7.498,50 werden begroot. De rechtbank heeft de vorderingen onder III en IV afgewezen, omdat deze niet waren onderbouwd door Warmex. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.