ECLI:NL:RBNHO:2019:7731

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 september 2019
Publicatiedatum
13 september 2019
Zaaknummer
5978300 \ CV EXPL 17-4371
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht door birdstrike en buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers van een vlucht van Corendon Dutch Airlines B.V. een vordering ingesteld wegens vertraging van meer dan drie uur. De passagiers, vertegenwoordigd door de gemachtigden mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke, vorderden compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vlucht, die op 10 maart 2016 van Amsterdam-Schiphol naar Fuerteventura zou vertrekken, heeft aanzienlijke vertraging opgelopen door een birdstrike op de voorgaande vlucht. Corendon betwistte de vordering en stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, die niet konden worden vermeden, ondanks het inzetten van alle beschikbare middelen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de birdstrike als een buitengewone omstandigheid kwalificeert en dat Corendon voldoende heeft aangetoond dat de vertraging niet te vermijden was. De rechter oordeelde dat Corendon niet in gebreke was, omdat zij alle redelijke maatregelen had getroffen om de passagiers zo snel mogelijk naar hun bestemming te brengen. De vordering van de passagiers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 11 september 2019 door mr. J. Candido in de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5978300 \ CV EXPL 17-4371
Uitspraakdatum: 11 september 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] , wonende te [woonplaats]

2.
[passagier sub 2], wonende te [woonplaats]
3.
[passagier sub 3] , wonende te [woonplaats]
4.
[passagier sub 4], wonende te [woonplaats]
5.
[passagier sub 5], wonende te [woonplaats]
6.
[passagier sub 6], wonende te [woonplaats]
7.
[passagier sub 7], wonende te [woonplaats]
8.
[passagier sub 8], wonende te [woonplaats]
9.
[passagier sub 9], wonende te [woonplaats]
10.
[passagier sub 10], wonende te [woonplaats]
11.
[passagier sub 11], wonende te [woonplaats]
12.
[passagier sub 12], wonende te [woonplaats]
13.
[passagier sub 13], wonende te [woonplaats]
14.
[passagier sub 14] ,wonende te [woonplaats]
15.
[passagier sub 15], wonende te [woonplaats]
16.
[passagier sub 16], wonende te [woonplaats]
17.
[passagier sub 17], wonende te [woonplaats]
18.
[passagier sub 18], wonende te [woonplaats]
19.
[passagier sub 19], wonende te [woonplaats]
20.
[passagier sub 20] ,wonende te [woonplaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen de passagiers
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke (EUclaim B.V.)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Corendon Dutch Airlines B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Lijnden
gedaagde
hierna te noemen Corendon
gemachtigde mr. T.R. van Ginkel

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 3 februari 2017 een vordering tegen Corendon ingesteld. Corendon heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Corendon een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met Corendon een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Corendon de passagiers sub 1 en sub 2 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Puerto del Rosario Airport, Fuerteventura (Spanje) en de passagiers sub 3 tot en met sub 20 van Amsterdam-Schiphol Airport via Fuertaventura naar Sur Reina Sofia Airport (Spanje) op 10 maart 2016, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Corendon gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Corendon heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Corendon bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 8.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2016, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 dan wel € 775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 22 maart 2016 dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Corendon vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Corendon betwist de vordering. Zij voert aan dat de aankomstvertraging van de onderhavige vlucht is veroorzaakt doordat het toestel op de voorgaande vlucht CND 312 in aanraking is gekomen met een vogel. Als gevolg van deze zogeheten birdstrike en de daarna verplicht uit te voeren inspecties is de vlucht met meer dan drie uur vertraagd. Het gaat hier om een buitengewone omstandigheid (een onverwacht vliegveiligheidsprobleem), die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen had kunnen worden. Deze buitengewone omstandigheid werkt door op de onderhavige vlucht. Corendon heeft zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen de birdstrike niet kunnen voorkomen.
4.2.
Voorts maakt Corendon bezwaar tegen de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen op de eindbestemming, zodat Corendon op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien Corendon kan aantonen dat de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Gelet op het arrest Wallentin-Hermann (C-549/07) van het Hof van 22 december 2008 dient de luchtvaartmaatschappij in het voorkomende geval ook aan te tonen dat zij zelfs met de inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen kennelijk niet had kunnen vermijden - behoudens indien zij op het relevante tijdstip onaanvaardbare offers uit het oogpunt van de mogelijkheden van haar onderneming had gebracht - dat de buitengewone omstandigheden waarmee zij werd geconfronteerd tot vertraging van de vlucht leidden.
5.3.
Corendon voert aan dat de aankomstvertraging van de onderhavige vlucht is veroorzaakt doordat het toestel PH-CDF op de voorgaande vlucht naar Amsterdam tijdens de landing op de luchthaven Schiphol door een birdstrike is getroffen. Ter onderbouwing hiervan heeft Corendon de Air Flight Logs van de voorafgaande vlucht overgelegd. Daarin staat onder andere vermeld; birdstrike. Corendon heeft getracht de schade zo snel mogelijk te herstellen. De volledige vertragingsduur is toe te rekenen aan de verplichte inspecties en reparaties die uitgevoerd moesten worden als gevolg van de birdstrike, aldus Corendon. De laatste reparaties zijn uiteindelijk op 11 maart 2016 om 14:00 uur (lokale tijd) afgerond. Om de onderhavige vlucht zo snel mogelijk te kunnen uitvoeren heeft Corendon gezocht naar een ander toestel. In de eigen vloot van Corendon was geen toestel beschikbaar. Dit gold ook voor Transavia, TUI en Corendon Airlines. Uiteindelijk bleek een toestel van Go2Sky beschikbaar. Door het zo spoedig mogelijk inschakelen van Go2Sky heeft Corendon alle redelijke maatregelen getroffen teneinde de passagiers zo spoedig mogelijk naar de eindbestemming te kunnen vervoeren, aldus nog steeds Corendon.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat een birdstrike als buitengewone omstandigheid kwalificeert als bedoeld in art 5 lid 3 van de Verordening. Overweging 14 van de considerans van de Verordening vereist niet dat de birdstrike zich op de vlucht in kwestie heeft voorgedaan. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Corendon met de door haar overgelegde Air Flight Logs voldoende aangetoond dat het toestel tijdens de voorafgaande vlucht bij aankomst in Amsterdam is getroffen door een birdstrike.
5.5.
Anders dan in het vonnis van de kantonrechter van 17 oktober 2018 (zaaknr./rolnr. 5978500/ CV EXPL 17-4378) overweegt de kantonrechter dat Corendon in de onderhavige zaak voldoende heeft onderbouwd welke schade zich aan het toestel heeft voorgedaan en hoe lang het onderzoek in beslag heeft genomen. Voorts heeft Corendon nader toegelicht wat in de Log of activities wordt bedoeld met “HV no crew available”, “crew delayed” en “flight delayed with 2,5 hours”. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Corendon voldoende heeft onderbouwd dat de vertraging van de vlucht is ontstaan als gevolg van buitengewone omstandigheden, te weten een birdstrike op de voorafgaande vlucht.
5.6.
Vervolgens rijst de vraag of Corendon de vertraging zelfs met inzet van alle beschikbare materiële en personeelsmiddelen niet had kunnen vermijden. De passagiers hebben hieromtrent gesteld dat de vertraging in zijn geheel is veroorzaakt door de operationele problemen die Corendon heeft ondervonden door het zoeken dan wel regelen van een alternatief toestel. Voorts stellen de passagiers dat het mankement is geconstateerd op Amsterdam, een thuisbasis van Corendon. Van een thuisbasis mag worden verwacht dat er een reservetoestel aanwezig is, aldus de passagiers. De kantonrechter volgt de stelling van de passagiers niet, aangezien Corendon nadat duidelijk is geworden dat het toestel vanwege een birdstrike op de voorafgaande vlucht direct contact heeft opgenomen met meerdere luchtvaartmaatschappijen over de mogelijkheden om een toestel te huren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat in deze situatie niet meer van Corendon kon worden verwacht. De vordering van de passagiers zal dan ook worden afgewezen. Op hetgeen verder nog door partijen wordt aangevoerd zal de kantonrechter niet ingaan nu dit niet tot een andere beslissing leidt.
5.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. De nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk Corendon worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Corendon worden vastgesteld op een bedrag van € 600,00 aan salaris van de gemachtigde van Corendon.
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 150,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Corendon worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter