In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 11 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V. (hierna: NN) en Lands Advies B.V. (hierna: Lands Advies) over de aansprakelijkheid van Lands Advies als assurantietussenpersoon. NN vorderde betaling van een schadevergoeding van Lands Advies, omdat zij als gesubrogeerd verzekeraar de schade van een werknemer, [naam 1], had vergoed. De werknemer had letsel opgelopen bij een auto-ongeluk tijdens haar werkzaamheden, maar de verzekering die door haar werkgever, Outpost B.V., was afgesloten, bleek onvoldoende dekking te bieden. NN stelde dat Lands Advies tekort was geschoten in haar zorgplicht door niet te adviseren over een adequate verzekering voor de werknemer.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Lands Advies niet toerekenbaar tekort is geschoten in haar advisering. De rechtbank oordeelde dat Lands Advies niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het ontbreken van een schade-inzittendenverzekering (SVI) of vergelijkbare verzekering, omdat Outpost zelf de verantwoordelijkheid had om te zorgen voor een adequate verzekering. Lands Advies was niet op de hoogte van de leaseauto's en de bijbehorende verzekeringen, en had geen reden om aan te nemen dat er een risico bestond dat niet gedekt was. De rechtbank concludeerde dat de zorgplicht van Lands Advies niet zo ver ging dat zij buiten de portefeuille van verzekeringen navraag had moeten doen naar de dekking van verzekeringen die Outpost elders had afgesloten.
De vordering van NN werd afgewezen, en NN werd veroordeeld in de proceskosten van Lands Advies. De rechtbank benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het onderkennen van te verzekeren risico's primair bij Outpost lag, en dat Lands Advies niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de gevolgen van het handelen van Outpost.