ECLI:NL:RBNHO:2019:7894

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
18 september 2019
Zaaknummer
6811714 / CV EXPL 18-2774
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie luchtvaartvertraging en buitengewone omstandigheden bij birdstrike

In deze zaak heeft Airhelp Limited, een buitenlandse rechtspersoon gevestigd in Hong Kong, een vordering ingesteld tegen Air Europa Lineas Aereas S.A., gevestigd in Palma de Mallorca, Spanje, wegens compensatie voor een vertraging van een vlucht. De vordering is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering, annulering of langdurige vertraging van vluchten. De passagier had een vervoersovereenkomst met Air Europa en arriveerde meer dan drie uur later op de eindbestemming, Sao Paulo, na een vlucht van Dublin naar Schiphol en vervolgens naar Madrid.

Airhelp vorderde een schadevergoeding van € 600,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, omdat Air Europa weigerde tot betaling over te gaan. Air Europa betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een birdstrike, wat volgens de Verordening een buitengewone omstandigheid is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de birdstrike zich heeft voorgedaan tijdens de aan voorafgaande vlucht en dat Air Europa voldoende maatregelen heeft getroffen om de vertraging te beperken.

De kantonrechter oordeelde dat Air Europa niet aansprakelijk was voor de compensatie, omdat de vertraging het gevolg was van een buitengewone omstandigheid en dat Air Europa alle redelijke maatregelen had getroffen. De vordering van Airhelp werd afgewezen en Airhelp werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6811714 \ CV EXPL 18-2774
Uitspraakdatum: 10 juli 2019
Vonnis in de zaak van:
de buitenlandse rechtspersoon Airhelp Limited,
gevestigd te Hong Kong,
eiser,
hierna te noemen: Airhelp,
gemachtigde: mr. H. Yildiz,
tegen
de buitenlandse rechtspersoon Air Europa Lineas Aereas S.A.,
gevestigd te Palma de Mallorca (Spanje) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: Air Europa,
gemachtigde: mr. E. Bekri en mr. E de la Fuente González.

1.Het procesverloop

1.1.
Airhelp heeft bij dagvaarding van 19 maart 2018 een vordering tegen Air Europa ingesteld. Air Europa heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna Air Europa een schriftelijke reactie heeft gegeven. Airhelp heeft vervolgens nog een akte genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier [naam passagier] (hierna: de passagier) heeft met Air Europa een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Air Lingus de passagier diende te vervoeren van Dublin (Ierland) naar Schiphol met vluchtnummer EI602 en Air Europa de passagier diende te vervoeren van Schiphol naar Madrid (Spanje) met vluchtnummer UX1098 en van Madrid naar Sao Paolo (Brazilië) met vluchtnummer UX57 op 29 maart 2016, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagier is meer dan drie uur later aankomen op de eindbestemming Sao Paolo.
2.3.
De passagier heeft haar vordering op Air Europa overgedragen aan Airhelp.
2.4.
Airhelp heeft compensatie van Air Europa gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.5.
Air Europa heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
Airhelp vordert dat Air Europa, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 600,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 29 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten.
3.2.
Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat Air Europa vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00.

4.Het verweer

4.1.
Air Europa betwist de vordering. Op haar verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De Verordening is van toepassing op het geschil.
5.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur is aangekomen op de eindbestemming Sao Paolo. Gelet hierop is Air Europa gehouden de passagiers te compenseren, tenzij Air Europa op grond van artikel 5, lid 3 van de Verordening kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden en dat de vertraging, ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen, niet voorkomen had kunnen worden.
5.3.
Air Europa heeft aangevoerd dat het toestel dat vlucht UX75 zou uitvoeren tijdens de aan UX75 voorafgaande vlucht (UX92) in aanvaring is gekomen met een vogel. Vlucht UX92 is om 10:18 uur UTC geland te Madrid. Vlucht UX75 stond gepland te vertrekken om 21:25 uur UTC. Na inspectie van het toestel bleek dat een rotatieblad in één van de motoren van het toestel was beschadigd en moest worden vervangen. Van dit blad was geen reserve exemplaar op de luchthaven van Madrid aanwezig. Hierdoor moest er een reserveblad worden ingevlogen vanaf de basisplaats van Air Europa, Palma de Mallorca. Na het uitvoeren van de benodigde reparatie is de volgende dag om 02:10 uur (UTC) het toestel weer vrijgegeven. Vlucht UX75 is om 02:38 uur (UTC) aangevangen. Air Europa stelt dat zij er alles aan heeft gedaan om de vertraging zoveel mogelijk te beperken. Redelijkerwijs kon er niet meer van haar worden verwacht, aldus Air Europa.
5.4.
De kantonrechter overweegt dat een aanvaring tussen een luchtvaartuig en een vogel moet worden gezien als een buitengewone omstandigheid zoals bedoeld in artikel 5, lid 3 van de Verordening. Uit de door Air Europa overgelegde Flight Log en het Technical Deficiency Report blijkt dat de birdstrike zich heeft voorgedaan tijdens de landing van vlucht UX92 (New York-Madrid). Dit wordt niet door Airhelp betwist. De buitengewone omstandigheid heeft zich dus voorgedaan tijdens de aan UX57 voorafgaande vlucht. De vraag die nu voor ligt is of deze buitengewone omstandigheid doorwerkt naar de vlucht in kwestie UX57.
5.5.
In verband met de vliegveiligheid dient na constatering van een birdstrike, het toestel te worden geïnspecteerd alvorens het verder mag vliegen. Uit de Flight Log blijkt dat tijdens de inspectie is geconstateerd dat een van rotatiebladen van de motor beschadigd was en dat het blad moest worden vervangen. Vast staat dat een reserve rotatieblad niet aanwezig was op de luchthaven van Madrid en dat het onderdeel moest worden ingevlogen vanaf Palma de Mallorca. Het aanwezig hebben van allerlei reserveonderdelen van een toestel op ieder (klein) buitenstation vergt van een luchtvaartmaatschappij onaanvaardbare financiële offers. De kantonrechter is van oordeel dat Air Europa voldoende heeft aangetoond dat de vertraging van vlucht UX75 het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid, te weten de birdstrike en de daarop volgende verplichte inspectie en reparatie van het toestel.
5.6.
De vraag die vervolgens beantwoord dient te worden is of Air Europa alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de vlucht te voorkomen, dan wel te beperken. De kantonrechter is van oordeel dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. Voldoende is gebleken dat het laten invliegen van de onderdelen vanuit Palma de Mallorca de snelste oplossing is geweest om de vertraging van vlucht UX75 zo veel mogelijk te beperken. In de gegeven omstandigheden kon er niet meer van Air Europa worden verwacht. De vordering tot compensatie zal dan ook worden afgewezen. De overige verweren van Air Europa behoeven derhalve geen bespreking meer.
5.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Airhelp worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt Airhelp tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Air Europa worden vastgesteld op een bedrag van € 240,00 aan salaris van de gemachtigde van Air Europa.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Candido, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter