In deze zaak heeft de passagier een vordering ingesteld tegen Lot Polish Airlines (LOT) wegens compensatie voor een geannuleerde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst met LOT voor een vlucht van Kaliningrad naar Warschau en vervolgens naar Schiphol op 21 december 2017. De eerste vlucht, LO698, werd geannuleerd vanwege slechte weersomstandigheden, waardoor de gezagvoerder besloot terug te keren naar Warschau. De passagier heeft vervolgens een taxi genomen naar Warschau en vorderde compensatie van LOT voor de vertraging en gemaakte kosten. LOT heeft de vordering betwist en aangevoerd dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals de slechte weersomstandigheden en technische problemen op de luchthaven van Kaliningrad.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en dat de annulering van de vlucht in beginsel LOT verplicht tot compensatie. Echter, LOT heeft voldoende bewijs geleverd dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, zoals weersomstandigheden die de veiligheid van de vlucht in gevaar brachten. De rechter heeft geoordeeld dat de gezagvoerder in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen en dat LOT alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de annulering te voorkomen. Daarom werd de vordering van de passagier afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten.
Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van luchtvaartmaatschappijen en de bevoegdheid van gezagvoerders om de veiligheid van passagiers voorop te stellen, zelfs als dit leidt tot annuleringen of vertragingen.