Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 januari 2019 in de zaak tussen
de besloten vennootschap HeadMac B.V., te Haarlemmermeer, eiseres
het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
18 januari 2016 gereageerd. Op 25 februari 2016 heeft [naam 5] een voorschot advies uitgebracht.
9 juni 2017 gereageerd. Op 11 september 2017 heeft [naam 5] een definitief advies uitgebracht. [naam 5] heeft verweerder geadviseerd aan eiseres een schadevergoeding toe te kennen ten bedrage van € 1.362.522,00 te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 25 februari 2015.
11 januari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:18, is te beschouwen als een onafhankelijke deskundige op het gebied van planschade en nadeelcompensatie. Verweerder mag in beginsel dan ook op een door de SAOZ uitgebracht (second opinion-)advies afgaan, tenzij er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan.
11 december 2000 dan wel 28 december 2001 als datum van investering moet worden aangemerkt. Het voorgaande betekent dat het bestreden besluit I voor het overige in stand kan blijven.
28 december 2001 heeft te gelden (ter zitting) te (kunnen) onderbouwen.
Beslissing
- verklaart het beroep gericht tegen het bestreden besluit I gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit I voor zover verweerder daarbij het verzoek van eiseres om vergoeding van gemaakte deskundigenkosten heeft afgewezen;
- verklaart het beroep gericht tegen het bestreden besluit II ongegrond;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 338,00 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
mr. D.M. de Feijter en mr. S.A. Steinhauser, leden, in aanwezigheid van
mr. W.I.K. Baart, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2019.