Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 augustus 2019 met de producties 1 tot en met 30, welke producties deels zijn aangeleverd op een door [eiser] nagezonden USB-stick,
- de brief van de zijde van [gedaagde] van 26 september 2019, waarmee de producties 1 tot en met 19 (deels op een bijgesloten USB-stick) in het geding zijn gebracht,
- de mondelinge behandeling op 30 september 2019,
- de pleitnota van [gedaagde].
- [eiser], bijgestaan door mr. Yildiz voornoemd,
- [gedaagde], bijgestaan door mr. L’Ghdas voornoemd.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
exacteen bedrag van € 59,31 plus 53 keer
exacteen bedrag van € 102,26 is overgemaakt, niet serieus te nemen is. [gedaagde] heeft nog over nadere, hogere donaties via Tikkie gerept, maar heeft verzuimd bewijsstukken ter staving van die stelling in het geding te brengen. Het is dus niet aannemelijk geworden dat [eiser], zoals [gedaagde] stelt, bovenop de door [gedaagde] niet-betwiste donaties van € 1.005,- duizenden euro’s aan donaties via Tikkie heeft opgehaald.
980,00
5.De beslissing
- [A.] een oplichter is en/of dat [A.] kopers van ‘[C.]’ oplicht,
- dat de (mede) door [A.] georganiseerde iftar nooit heeft plaatsgevonden en/of dat [A.] het geld met de iftar heeft opgehaald in eigen zak heeft gestoken,
- dat de door [A.] georganiseerde autoverloting nooit heeft plaatsgevonden,
- dat de woning van [A.] is beschoten omdat hij een ‘snitch’ is,
- dat [A.] de kreet ‘mehe-fehe’ van [D.] heeft gestolen.
- dat voor deze beweringen onvoldoende feitelijke basis bestaat,
- dat ik daarmee de eer en goede naam van [A.] heb aangetast, en
- dat ik aldus onrechtmatig heb gehandeld.