Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
[datum] 2018, van welke uitspraak het ouderschapsplan onderdeel uitmaakt. De twee kinderen die verzoekster heeft met haar ex-man zijn onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. Verzoekster heeft sinds het vertrek uit de echtelijke woning geen vaste woon-of verblijfplaats. Zij heeft inmiddels een nieuwe vriend van wie zij een kind verwacht. Verzoekster heeft de mogelijkheid om samen met haar kinderen een behandeling te ondergaan middels opname in een gezinskliniek in [plaats] . Uit de brief van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering van 1 oktober 2018 volgt, gezien het verslag van het intakegesprek bij de gezinskliniek in [plaats] (GGZ [provincie] ) op 17 september 2018, dat de gezinsopname in [plaats] geen doorgang kan vinden omdat teveel risico’s worden gezien voor een gezinsopname samen met de vriend van verzoekster. In de brief van 1 oktober 2018 staat dat de gezinskliniek in [plaats] alleen met verzoekster wil verder gaan als verzoekster zich zonder haar vriend wil laten opnemen. Tijdens het intakegesprek heeft verzoekster aangegeven hoe dan ook na de opname bij haar vriend te gaan wonen. De gezinskliniek in [plaats] heeft aangegeven dat de veiligheid in de behandelcontext rondom dit gezin op dit moment niet op orde is, wat de verdere samenwerking met dit gezin in weg staat. Verzoekster heeft aangegeven haar relatie niet te gaan verbreken en dat gezinsopname in [plaats] wat haar betreft dus geen optie meer is.
5 december 2018 bericht dat op grond van het schrijven van de gemachtigde van verzoekster nog niet duidelijk is dat verzoekster instemt met de gezinstherapie en dat ook de GGZ te [plaats] daarmee heeft ingestemd, wat voorwaarde vormde voor het verlenen van urgentie. Om die reden bestaat geen reden om nu alsnog een urgentieverklaring te verstrekken op sociale gronden, als bedoeld in de Huisvestingsverordening.
Beslissing
4 februari 2019.