In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen TUI fly wegens compensatie voor vertraging van hun vlucht van Montego Bay naar Warschau. De passagiers vorderden een bedrag van € 1.200,00 plus rente en kosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. TUI fly betwistte de vordering en voerde aan dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk het van boord halen van onhandelbare passagiers op een voorafgaande vlucht. De kantonrechter oordeelde dat de passagiers niet in aanmerking kwamen voor compensatie, omdat de vertraging van 53 minuten, veroorzaakt door de onhandelbare passagiers, als een buitengewone omstandigheid werd aangemerkt. Na aftrek van deze vertraging resteerde er een vertraging van minder dan drie uur, waardoor de vordering werd afgewezen. De passagiers werden veroordeeld in de proceskosten.