Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
4 oktober 2019 in de zaak tegen:
1.Tenlastelegging
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geld en/of een gouden ring en/of een horloge (merk Oozoo), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van geld en/of een gouden ring en/of een horloge (merk Oozoo), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- [slachtoffer] (dreigend) de woorden werd toegevoegd “op de grond" en/of “geld, sieraden” en/of "waar is de kluis” en/of “geld, geld, anders schiet ik je door je kankerkop” en/of
- [slachtoffer] werd bedreigd met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, en/of een of meer stroomstootwapen(s) en/of
- met een stroomstootwapen werd geknetterd en/of
- [slachtoffer] aan haar handen werd vastgebonden met (een) tie-rip(s)/kabelbinder(s) en/of
- op de ogen en/of de mond van [slachtoffer] (duct-)tape werd geplakt en/of
- de voeten van [slachtoffer] aan elkaar werden vastgeplakt met (duct-)tape.
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer] d.d. 21 februari 2019 (dossierpagina’s 24-28);
- een schriftelijk bescheid, te weten de Bijlage goederen, behorende bij het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] (dossierpagina 23);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 21 februari 2019 (dossierpagina’s 34-36);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] d.d. 21 februari 2019 (dossierpagina 46);
- de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 1] d.d. 8 mei 2019 en 21 mei 2019 (dossierpagina’s 30-37 en 40-46) van het persoonsdossier van medeverdachte [medeverdachte 1] ).
- [slachtoffer] dreigend de woorden werd toegevoegd “op de grond" en “geld, sieraden” en "waar is de kluis” en “geld, geld, anders schiet ik je door je kankerkop” en
- [slachtoffer] werd bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en
- met een stroomstootwapen werd geknetterd en
- [slachtoffer] aan haar handen werd vastgebonden met tie-rips/kabelbinders en
- op de ogen en de mond van [slachtoffer] duct-tape werd geplakt en
- de voeten van [slachtoffer] aan elkaar werden vastgeplakt met duct-tape.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de straf
7.Schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
4 (vier) jaren.
Staatten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] van een bedrag van
€ 833,- (zegge: achthonderddrieëndertig euro), wegens immateriële schade, bij niet betaling en verhaal te vervangen door
16 (zestien) dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.