In deze zaak hebben twee passagiers een vordering ingesteld tegen TAP - Air Portugal wegens compensatie voor de annulering van hun vlucht van Lisboa naar Amsterdam op 23 april 2018. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst met TAP gesloten en vorderen compensatie op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. De vlucht werd 10 dagen voor vertrek geannuleerd, en de passagiers zijn omgeboekt naar een alternatieve vlucht die 15 minuten later vertrok en met een vertraging van 2 uur en 20 minuten op de eindbestemming aankwam.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers geen recht hebben op compensatie, omdat de annulering hen tijdig is meegedeeld en de alternatieve vlucht aan de voorwaarden van de Verordening voldoet. De kantonrechter heeft de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan TAP. De beslissing is genomen door kantonrechter L.M. de Vries en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.