Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A., te Nijmegen,
Stichting Duinbehoud, te Leiden,
de besloten vennootschap Circuit Park Zandvoort B.V.te Zandvoort
Rechtbank Noord-Holland
Op 1 november 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaken HAA 19/4779 en 19/4798, waarin verzoeksters Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. en Stichting Duinbehoud een voorlopige voorziening vroegen tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Dit besluit betrof de verlening van een vergunning aan Circuit Park Zandvoort (CPZ) voor het in gebruik hebben van het circuit en het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van aanpassingen op en rond het terrein. De vergunning was verleend op basis van artikel 2.7 van de Wet natuurbescherming, waarbij de impact op het Natura 2000-gebied 'Kennemerland-Zuid' moest worden beoordeeld.
De voorzieningenrechter oordeelde dat CPZ al beschikte over toereikende vergunningen voor exploitatie, inclusief de Formule 1, en dat uit een deskundigenrapport bleek dat de stikstofemissie in de nieuwe situatie zou verminderen. Dit zou geen negatief effect hebben op het Natura 2000-gebied. De rechter benadrukte dat zijn oordeel voorlopig was en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure. De verzoeksters hadden bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit en vroegen om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter wees dit verzoek af, omdat de bestaande vergunningen voldoende dekking boden voor de exploitatie van het circuit.
De voorzieningenrechter merkte op dat de bezwaarprocedure voortvarend ter hand genomen diende te worden, zodat de rechtmatigheid van het besluit tijdig kon worden beoordeeld. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Excel.