ECLI:NL:RBNHO:2019:9329

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 november 2019
Publicatiedatum
11 november 2019
Zaaknummer
6326932 CV EXPL 17-8413
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van vordering tot compensatie van passagiers wegens vluchtvertraging door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben de passagiers een vordering ingesteld tegen Easyjet Airline Company Limited wegens compensatie voor een vertraging van hun vlucht EZY 7911 van Amsterdam-Schiphol naar Lyon op 11 maart 2016. De passagiers vorderden een schadevergoeding van € 4.500,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004. Easyjet heeft de vordering betwist en een beroep gedaan op buitengewone omstandigheden, namelijk een birdstrike die had plaatsgevonden tijdens een eerdere vlucht, waardoor het toestel niet tijdig beschikbaar was voor de vlucht naar Lyon.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers hun eindbestemming met een vertraging van meer dan drie uur hebben bereikt, wat in beginsel recht geeft op compensatie. Echter, de rechter oordeelde dat de vertraging niet volledig aan Easyjet kon worden toegerekend, omdat een deel van de vertraging (1 uur en 45 minuten) het gevolg was van de birdstrike en de daaropvolgende inspectie van het toestel. De totale vertraging van 4 uur en 17 minuten werd verminderd met de tijd die aan de buitengewone omstandigheid te wijten was, waardoor de resterende vertraging op 2 uur en 32 minuten uitkwam, wat minder is dan de vereiste drie uur voor compensatie.

Daarom heeft de kantonrechter de vordering van de passagiers afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Easyjet. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor luchtvaartmaatschappijen om aan te tonen dat vertragingen het gevolg zijn van buitengewone omstandigheden om vrijstelling van compensatie te verkrijgen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6326932 \ CV EXPL 17-8413
Uitspraakdatum: 6 november 2019
Vonnis in de zaak van:

1.[passagier sub 1] ,

2. [passagier sub 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,

3. [passagier sub 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

4. [passagier sub 4] ,

wonende te [woonplaats] ,

5. [passagier sub 5] ,

wonende te [woonplaats] ,

6. [passagier sub 6] ,

wonende te [woonplaats] ,

7. [passagier sub 7] ,

wonende te [woonplaats] ,

8. [passagier sub 8] ,

9. [passagier sub 9] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,

10. [passagier sub 10] ,

11. [passagier sub 11] ,

12. [passagier sub 12] ,

13. [passagier sub 13] ,

allen wonende te [woonplaats] ,

14. [passagier sub 14] ,

15. [passagier sub 15] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,

16. [passagier sub 16] ,

wonende te [woonplaats] ,

17. [passagier sub 17] ,

18. [passagier sub 18] ,

beiden wonden te [woonplaats] ,
eisers,
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers,
gemachtigde: mr. I.G.B. Maertzdorff, mr. M.J.R. Hannink en M.A.P. Duinkerke (LL.B.)
tegen
de buitenlandse rechtspersoon
Easyjet Airline Company Limited,
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk),
gedaagde,
hierna te noemen: Easyjet,
gemachtigde mr. J.W.A. Lameijer

1.Het procesverloop

1.1.
De passagiers hebben bij dagvaarding van 16 juni 2017 een vordering tegen Easyjet ingesteld. Easyjet heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagiers hebben hierop schriftelijk gereageerd, waarna Easyjet een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagiers op 11 maart 2016 diende te vervoeren van Amsterdam-Schiphol naar Lyon (Frankrijk) met vlucht EZY 7911 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vlucht is met een vertraging 4 uur en 17 minuten uitgevoerd.
2.3.
De passagiers hebben compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagiers vorderen dat Easyjet bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 4.500,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 maart 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 726,00 dan wel € 575,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 24 maart 2016;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers hebben aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is hen te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00 per passagier.

4.Het verweer

4.1.
Easyjet betwist de vordering en doet een beroep op buitengewone omstandigheden. Zij voert aan dat het toestel waarmee de vlucht volgens planning uitgevoerd zou worden eerst nog op 10 maart 2016 de rotatie Amsterdam – Wenen – Amsterdam (EZY 7945 / 7946) zou uitvoeren. Bij de landing van het toestel in Wenen is het toestel (G-EZBH) in aanvaring gekomen met meerdere vogels (“
Birdstrike”). Indien een “Birdstrike” zich voordoet dient het toestel eerst conform instructies van de fabrikant geïnspecteerd te worden. Tijdens de inspectie bleek dat het toestel schade had opgelopen aan de zogenoemde “pitot”, die eerst gerepareerd moest worden. Op 19:07 uur UTC werd duidelijk dat het toestel door de inspectie en de reparatie van de schade niet ingezet kon worden om de volgende morgen de vlucht van Amsterdam naar Lyon uit te voeren.
4.2.
Easyjet had een reserve vliegtuig beschikbaar op Londen Luton. Het kost Easyjet tenminste 90 minuten om een reserve vliegtuig en bemanning vanaf een basis in gereedheid voor vertrek te brengen. In aanvulling daarop, had het ten minste 1 uur en 15 minuten geduurd om een vlucht naar Amsterdam uit te voeren. Omdat op Amsterdam-Schiphol een nachtsluiting geldt vanaf 22:00 uur UTC (23:00 uur lokale tijd), was het om die reden niet mogelijk om het reserve toestel op 10 maart 2016 nog naar Amsterdam te vliegen. Easyjet plande om het reserve toestel op 11 maart 2016 om 7:00 uur UTC leeg van Luton naar Amsterdam te vliegen, zodat de vlucht van Amsterdam naar Lyon om 8:15 uur UTC (met een vertraging van 1 uur en 45 minuten) had kunnen aanvangen. Het reserve toestel kreeg echter te maken met restricties van de luchtverkeersleiding, waardoor het toestel geen toestemming kreeg om te vertrekken. Het toestel is daardoor met een aanvullende vertraging van 1 uur en 52 minuten in Amsterdam gearriveerd.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Niet in geschil is dat de passagiers hun eindbestemming met een vertraging van meer dan 3 uur hebben bereikt, zodat er in beginsel een compensatieplicht op Easyjet rust. Dit is anders indien Easyjet kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen kon worden, zoals bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening.
5.3.
Easyjet heeft aangevoerd dat toestel op de tweede voorafgaande vlucht van Amsterdam naar Wenen in aanvaring is gekomen met meerdere vogels, waarna er een inspectie diende plaats te vinden. Ter onderbouwing heeft Easyjet een technisch rapport overgelegd. De passagiers betwisten dat de vertraging het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid. Zij stellen dat de vertraging het gevolg is geweest van de toestelwissel en de planning die Easyjet heeft gemaakt.
5.4.
De kantonrechter kan de passagiers niet volgen in dit betoog. Uit het technisch rapport (productie 2 bij antwoord) en de toelichting daarop volgt dat er een “birdstrike” inspectie heeft plaatsgevonden waarbij er schade aan (een van de) pitot buizen is ontdekt. De schade aan het toestel is vervolgens gerepareerd. Blijkens het rapport is het toestel van 10 maart 2016 om 19:07 uur UTC tot 9:30 uur UTC op 11 maart 2016 buiten dienst geweest vanwege de inspectie en de reparatiewerkzaamheden. De kantonrechter oordeelt dat Easyjet voldoende heeft aangetoond dat het toestel op 10 maart 2016 tijdens de landing in Wenen in aanvaring met vogels is gekomen waarna er eenmalig een verplichte “birdstrike” inspectie heeft plaatsgevonden. Een “birdstrike” en de daarop volgende verplichte inspectie kwalificeert als een buitengewone omstandigheid als bedoeld in artikel 5 lid 3 van de Verordening. Echter niet gebleken is dat de vertraging van in totaal 4 uur en 17 minuten in zijn geheel het gevolg is geweest van een buitengewone omstandigheid.
5.5.
Easyjet heeft, nadat duidelijk werd dat het onderhavige toestel de vlucht niet kon uitvoeren, een reserve toestel ingezet. Easyjet heeft aangevoerd dat vanwege de nachtsluiting van Amsterdam-Schiphol het reserve toestel niet tijdig naar Amsterdam gevlogen kon worden. Volgens de (nieuwe) planning zou het reserve toestel op 11 maart 2016 om 7:00 uur UTC vanuit Londen Luton naar Amsterdam vliegen, waarna de vlucht in kwestie om 8:15 uur UTC (1 uur en 45 minuten later ten opzichte van de oorspronkelijke vertrektijd) naar Lyon zou vertrekken. Niet gebleken is dat het reserve toestel voor de nachtsluiting, van 23:00 uur tot 7:00 uur lokale tijd, in Amsterdam had kunnen arriveren, zodat de (vertrek)vertraging van 1 uur en 45 minuten toe te schrijven is aan de vogelaanvaring en de daarop volgende toestelwissel.
5.6.
Easyjet heeft voorts aangevoerd dat het reserve toestel geen toestemming kreeg van de luchtverkeersleiding om op het geplande vertrektijdstip van 7:00 uur UTC uit Luton te vertrekken, zodat er een aanvullende vertraging ontstond. Ter onderbouwing verwijst zij naar de “
actual flight info” waarin een vertraging van 45 minuten wegens vertragingscode 81 en een vertraging van 65 minuten wegens code 89 is opgenomen. Een nadere toelichting van de codes ontbreekt. Easyjet heeft geen aanleiding gezien om haar standpunt ten opzichte van de aanvullende vertraging met stukken van de luchtverkeersleiding te onderbouwen. De kantonrechter oordeelt dan ook dat niet voldoende is gebleken dat de aanvullende vertrekvertraging van het reserve toestel het gevolg is geweest van restricties door de luchtverkeersleiding die specifiek gericht waren aan het toestel, zodat ten aanzien van de aanvullende vertraging van 1 uur en 52 minuten het beroep op buitengewone omstandigheden faalt.
5.7.
In het Pešková-arrest van 4 mei 2017 (ECLI:EU:C:2017:342) heeft het Hof het volgende overwogen:
“(…) ingeval een vlucht een aankomstvertraging van drie uur of meer heeft opgelopen die niet alleen is veroorzaakt door een buitengewone omstandigheid die niet kon worden voorkomen met aan de situatie aangepaste maatregelen en ten aanzien waarvan de luchtvaartmaatschappij alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de gevolgen ervan te ondervangen, maar ook door een andere omstandigheid die niet tot deze categorie behoort, de vertraging die valt toe te rekenen aan die eerste omstandigheid moet worden afgetrokken van de totale duur van de aankomstvertraging van de betrokken vlucht, om zodoende te kunnen beoordelen of voor de aankomstvertraging van die vlucht compensatie moet worden betaald overeenkomstig artikel 7 van die verordening.”
5.8.
Gelet op het voorgaande dient van de totale vertraging van 4 uur en 17 minuten te worden verminderd met de tijd die aan de buitengewone omstandigheid (1 uur en 45 minuten) te wijten is. Omdat de totale vertraging daarmee op 2 uur en 32 minuten uitkomt en dus minder dan 3 uur bedraagt, zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
5.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten kunnen worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering van de passagiers af;
6.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Easyjet worden vastgesteld op een bedrag van € 480,00 aan salaris van de gemachtigde van Easyjet;
6.3.
veroordeelt de passagiers tot betaling van € 120,00 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door Easyjet worden gemaakt;
6.4.
verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter