ECLI:NL:RBNHO:2020:1018
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen crisismaatregel Wvggz en verzoek om schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 4 februari 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen een crisismaatregel die op 2 januari 2020 door de burgemeester van de gemeente [gemeente] was opgelegd aan betrokkene. Betrokkene heeft beroep ingesteld op grond van artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en verzocht om schadevergoeding op basis van artikel 10:12 Wvggz. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische verklaring die ten grondslag lag aan de crisismaatregel niet was opgemaakt door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was, zoals de wet vereist. Dit leidde tot de conclusie dat de crisismaatregel onrechtmatig was genomen. De rechtbank verklaarde het beroep op dit punt gegrond, maar verwierp de overige gronden van het beroep, waaronder het verzoek om schadevergoeding, omdat betrokkene niet had voldaan aan de stelplicht met betrekking tot de schade. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester de hoorplicht correct had uitgevoerd, en dat er geen sprake was van tijdelijke verplichte zorg zoals betrokkene had gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een correcte medische verklaring en de juiste uitvoering van de hoorplicht in het kader van de Wvggz.