ECLI:NL:RBNHO:2020:10255

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 december 2020
Publicatiedatum
7 december 2020
Zaaknummer
8474381
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een serviceabonnement en incassokosten

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Ille papier-service B.V. (hierna: eiseres) een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder een vennootschap onder firma en twee vennoten. De vordering betreft een bedrag van € 4.020,61, dat is opgebouwd uit een hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. Eiseres heeft een serviceabonnement gesloten met gedaagde sub 1, waarbij zij hygiëneoplossingen levert. Ondanks herhaalde sommaties heeft gedaagde sub 1 de facturen niet betaald, wat heeft geleid tot inschakeling van een incassogemachtigde.

Tijdens de zitting op 6 november 2020 zijn de gedaagden niet verschenen, terwijl zij wel behoorlijk waren opgeroepen. Eiseres heeft haar standpunten toegelicht, en de kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst duidelijk de voorwaarden en het maandbedrag vermeldt. Gedaagden hebben de vordering gedeeltelijk betwist, maar de kantonrechter oordeelt dat zij niet hebben aangetoond dat de overeenkomst anders is dan door eiseres gesteld.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de facturen die verband houden met de geleverde diensten en producten toewijsbaar zijn, evenals de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagden, omdat zij ongelijk hebben gekregen. Het vonnis is uitgesproken door mr. B. Voogd op 9 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8474381 \ CV EXPL 20-1665
Uitspraakdatum: 9 december 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Ille papier-service nl B.V., h.o.d.n. Ille papier-service nl B.V.
gevestigd te Goes
eiseres
verder te noemen: eiseres
gemachtigde: Rosmalen Gerechtsdeurwaarders (J. van Dooren)
tegen
1.- de vennootschap onder firma [naam vennootschap]
gevestigd te [plaats]
2.- [gedaagde sub 2] ,vennoot van gedaagde sub 1
wonende te [plaats]
3.- [gedaagde sub 3], vennoot van gedaagde sub 1
wonende te [plaats]
gedaagden
verder gezamenlijk te noemen: gedaagden en ieder afzonderlijk [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3]
verschenen bij [gedaagde sub 2] , mede namens gedaagde sub 1 en [gedaagde sub 3]

1.Het procesverloop

1.1.
Eiseres heeft bij dagvaarding met producties van 26 maart 2020 een vordering tegen gedaagden ingesteld. [gedaagde sub 2] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Op 6 november 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. Eiseres is verschenen bij haar gemachtigde. Gedaagden zijn hoewel behoorlijk opgeroepen niet ter zitting verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat eiseres ter toelichting van haar standpunten naar voren heeft gebracht.

2.De vordering

2.1.
Eiseres vordert dat de kantonrechter gedaagden hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 4.020,61. Dit bedrag is opgebouwd uit een hoofdsom van € 3.440,50, een bedrag aan rente tot aan de dag der dagvaarding van € 111,06, en een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 469,05. Ook vordert eiseres wettelijke rente over € 3.440,50 vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag der voldoening en veroordeling van gedaagden in de proceskosten.
2.2.
Eiseres legt aan de vordering – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. Eiseres verzorgt en levert op maat gemaakte hygiëne oplossingen. In dat kader heeft eiseres met gedaagde sub 1 een service abonnement heeft gesloten. Eiseres verzorgt niet alleen montage, onderhoud en reparaties maar vult ook de voorraad regelmatig bij met kosteneffectieve jumborollen, desinfectiemiddelen of huidvriendelijke zeep. Conform het service abonnement heeft eiseres gedaagde sub 1 voor haar levering en diensten gefactureerd. Ondanks sommaties weigert gedaagde sub 1 de aan haar gezonden factuur te betalen. Eiseres heeft vervolgens haar incassogemachtigde ingeschakeld. Hierdoor zijn gedaagden ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

3.Het verweer

3.1.
Gedaagden betwisten de vordering (gedeeltelijk). Zij voeren daartoe - kort samengevat - het volgende aan. De vertegenwoordiger van eiseres kwam op een druk tijdstip in het restaurant. Hij verzekerde [gedaagde sub 2] dat hij alles kreeg voor 80 euro per maand. [gedaagde sub 2] weet niet precies meer wat hij heeft getekend. Eiseres heeft hem ook niet verteld dat het voor drie jaar was. [gedaagde sub 2] heeft tegen de vertegenwoordiger gezegd dat hij bij iedere aflevering wilde tekenen voor ontvangst. Er heeft nooit een aflevering plaatsgevonden en dus heeft [gedaagde sub 2] ook niet getekend voor ontvangst. Hij heeft wel twee keer betaald omdat hij ervan uitging dat die formulieren nog wel zouden komen. [gedaagde sub 2] koopt het wc papier zelf bij de Lidl of Sligro. Hij kreeg steeds facturen voor hogere bedragen, € 135,00. Dat vindt hij nogal wat voor wc papier. Hij heeft steeds gebeld met het bedrijf dat het niet klopte en dat hij wilde opzeggen. Eiseres vertelde hem dat opzeggen alleen per e-mail kon. Die e-mails krijgt [gedaagde sub 2] steeds terug met een foutmelding.
3.2.
Voor zover van belang zal op de standpunten van gedaagden hierna bij de beoordeling nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt vast dat op de door gedaagden ondertekende overeenkomst duidelijk staat vermeld dat het te betalen maandbedrag € 77,14 is. Eiseres heeft per twee maanden een bedrag van € 154,28 gefactureerd, hetgeen strookt met het maandbedrag uit de overeenkomst. Verder staat op de overeenkomst dat een contractduur van drie jaar is overeengekomen, tenzij anders is genoteerd. Er is op de overeenkomst geen andere termijn genoteerd zodat ervan moet worden uitgegaan dat de overeenkomst voor drie jaar is aangegaan. Dat dit anders zou zijn hebben gedaagden niet aangetoond.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat gedaagden niet hebben opgezegd. Dit hebben gedaagden zelf in hun antwoord aangeven. Zij stellen echter dat de opzegging moest via de e-mail en dat de e-mails terugkwamen. Ter zitting heeft eiseres betwist dat zij zou hebben gezegd dat opzegging alleen per e-mail zou kunnen. Gedaagden zijn ter zitting niet verschenen om hierop te reageren. Daaraan verbindt de kantonrechter de consequentie dat van de juistheid van de stelling van eiseres wordt uitgegaan.
4.3.
Ter zitting heeft eiseres gesteld dat er tot december 2018 is geleverd. Gedaagden hebben deze stelling ter zitting niet kunnen betwisten, zodat de kantonrechter daarvan uitgaat.
4.4.
Nadien is de levering opgeschort, zo heeft eiseres ter zitting gesteld, omdat er niet werd betaald. De kantonrechter acht deze opschorting gerechtvaardigd.
4.5.
De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de zes facturen die zien op de twee maandelijkse termijnen van € 154,28 dienen te worden toegewezen.
4.6.
Ten aanzien van de twee facturen van 17 januari 2020 heeft eiseres ter zitting een toelichting gegeven. Deze twee facturen zijn gebaseerd op de algemene voorwaarden, die naar eiseres stelt op de achterkant van de overeenkomst zijn afgedrukt. Bij gebreke van een betwisting door gedaagden gaat de kantonrechter uit van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
4.7.
Ter zitting heeft eiseres uitgelegd dat de factuur van 17 januari 2020 met nummer SR20001230 ziet op de na beëindiging door eiseres van het contract resterende termijnen. De gevorderde termijnen zijn conform artikel 2.5.1 van de algemene voorwaarden beperkt tot 75% van de resterende termijnen (101 weken). De kantonrechter acht deze uitleg voldoende, te meer daar deze door gedaagden niet is betwist.
4.8.
Ter zitting heeft eiseres uitgelegd dat de factuur van 17 januari 2020 met nummer SR20001231 ziet op de attributen die gedaagden op grond van de overeenkomst ter beschikking zijn gesteld en die eigendom blijven van eiseres. Aan het einde van de overeenkomst dienen op grond van artikel 2.2.8. van de algemene voorwaarden die attributen door gedaagden weer te worden teruggestuurd. Op grond van artikel 2.2.9. van de algemene voorwaarden maakt eiseres aanspraak op forfaitaire bedragen aan schadevergoeding indien de attributen niet worden geretourneerd. Nu de attributen niet zijn geretourneerd vordert eiseres die forfaitaire bedragen. Hiermee heeft eiseres de vordering voldoende toegelicht. Nu gedaagden niet ter zitting zijn verschenen om deze toelichting te betwisten, zal deze factuur worden toegewezen.
4.9.
De conclusie is dat de kantonrechter de facturen zal toewijzen. De gevorderde wettelijke rente wordt eveneens toegewezen, nu niet tijdig is betaald. De buitengerechtelijke incassokosten zijn conform het wettelijk tarief en zijn dus toewijsbaar.
4.10.
De proceskosten komen voor rekening van gedaagden, omdat zij ongelijk krijgen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt gedaagden tot betaling aan eiseres van € 4.020,61, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.440,50 vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt gedaagden tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van eiseres tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 94,93
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 480,00 ;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter