In het kader van een onderzoek inzake hennepteelt, in opdracht van het kernteam Hennep Noord-Holland, droegen wij kennis van het feit dat er op de [pleegplaats] te Beverwijk een in werking zijnde hennepplantage was gesitueerd. Op 6 juli 2016 omstreeks 02.00 uur zagen wij voor het pand 42H een zwarte personenauto staan. Ik, [verbalisant 2], voelde dat de uitlaat nog warm was.
Wij roken aan de voorzijde van het complex (42) een henneplucht.
Daarop hebben wij bij de toegangsdeur gewacht. Omstreeks 04.14 uur ging de toegangsdeur van 42H open en kwamen er twee mannen naar buiten lopen. Deze twee mannen zijn door ons aangehouden.
Ik, [verbalisant 5], hield verdachte [verdachte] aan. In de linker jaszak van [verdachte] trof ik lange kruiskopschroeven aan. Later bleek dat deze schroeven overeenkomstig waren met de schroeven waarmee het deurtje op de eerste etage dichtgeschroefd zat. Dit deurtje leidde naar de hennepplantage.
In de rechter jaszak van [verdachte] trof ik een sleutelbos aan, waarvan later bleek dat deze (de rechtbank begrijpt: sleutels) passend waren op de binnendeuren die leidden naar de begane grond en de trap naar de 1e verdieping. Eveneens zat aan deze sleutelbos een sleutel welke toebehoorde aan het slot van de meterkast.
Op 6 juli 2016 zag ik, [verbalisant 2], verdachte [medeverdachte] uit het genoemde bedrijfspand komen. Ik zei tegen de verdachte dat hij was aangehouden. Ik zag in de binnenzak van verdachte twee op elkaar geplakte plastic bekertjes zitten. Ik hoorde de verdachte ongevraagd zeggen dat er hennep in de bekertjes zat. Ik zag dat er verse henneptoppen in de bekertjes zaten. Op 6 juli 2016 omstreeks 05.35 uur werd ik gebeld door collega [verbalisant 6] die ik hoorde zeggen dat er bij de insluitingsfouillering nog meer verse henneptoppen in zijn (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte]) zakken waren aangetroffen.
Vanwege het feit dat beide verdachten werden aangehouden tijdens het verlaten van het pand, konden wij zonder sleutel het bedrijfspand betreden. De afgesloten binnendeuren hebben wij middels de sleutels, aangetroffen onder [verdachte], geopend.
Op de eerste etage troffen wij een in werking zijnde hennepplantage aan. Daarop hebben wij de situatie bevroren in afwachting van het hennepteam.
Verdachte: [medeverdachte], geboren op [geboortedatum 2]
Verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedatum 1].
Een proces-verbaal van bevindingen met fotobijlagen. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als relaas van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (doorgenummerde blz. 66 t/m 126):
Op 6 juli 2016 betraden wij het bedrijfspand aan de [pleegplaats] te Beverwijk, ter inbeslagneming op grond van de Opiumwet. Wij waren in het bezit van de beschikbare sleutel van de toegangsdeur. Tevens hadden wij de sleutelbos bij ons die de aangehouden verdachten bij zich hadden.
Wij zagen dat (de rechtbank begrijpt: bij) het openen van de tweede binnendeur een trap naar de eerste etage. Wij zagen dat vanuit de meterkast, een grote grijze kabel naar de eerste etage was doorgetrokken.
Wij zagen dat er op de eerste verdieping twee ruimtes waren ingericht als een professionele hennepkwekerij. Wij noemen deze ruimtes A en B. In ruimte A stonden na telling 207 hennepplanten. In ruimte B stonden na telling 140 hennepplanten. Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Wij, verbalisanten, constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm en daarnaast de herkenbare geur dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is in aanwezigheid van mij, [verbalisant 3], onderzocht door een fraudeonderzoeker van de netwerkbeheerder Liander. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de kwekerij illegaal werd afgenomen. Hij deelde mij mee dat zegels van de hoofdzekeringkast verbroken waren. Door het verbreken van de zegels is er toegang verkregen tot de hoofdzekeringkast. Er was vervolgens een elektrische aansluiting gemaakt buiten de stroommeter om. De weggenomen elektriciteit werd gebruikt voor de hennepkwekerij. Wij zagen dat vanuit de meterkast een grijze elektriciteitskabel was aangebracht die via een gat in de muur door de naastgelegen trapopgang ging en vervolgens via het trapgat naar de eerste verdieping. Wij zagen dat deze kabel in de meterkast was aangesloten op aansluitstrippen van de hoofdzekering.
Een proces-verbaal van aangifte. Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 18 juli 2016 door aangever [aangever], namens Liander N.V. ten overstaan van verbalisant [verbalisant 3] afgelegde verklaring (doorgenummerde blz. 163 t/m 165):
Namens Liander N.V. ben ik [aangever], in dienstbetrekking als medewerker fraude bij Liander N.V., afdeling Energiefraude, uit hoofde van mijn functie bevoegd aangifte te doen van diefstal energie, op het adres aan de [pleegplaats] te Beverwijk.
De fraudespecialist constateerde op 6 juli 2016 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie. De fraudespecialist zag dat er de zegels van de hoofdaansluitkast waren verbroken. Hij zag namelijk dat het deksel van de aansluitkast was verwijderd. Verder zag hij dat aan de bovenzijde van de zekeringhouders een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat er een extra aansluiting was gemaakt en dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd.