Op 8 december 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder het telen en verwerken van hennep en het vervalsen van bankbiljetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 november 2016 in Burgerbrug en Sint Maartensbrug, gemeente Schagen, opzettelijk hennep heeft geteeld en verwerkt. De verdachte werd ook beschuldigd van het in bezit hebben van GHB en het vervalsen van eurobiljetten. Tijdens de rechtszitting op 24 november 2020 heeft de officier van justitie, mr. S.P. Visser, gerekwireerd tot vrijspraak voor enkele feiten, maar tot bewezenverklaring van de hennepgerelateerde feiten. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. I.A. Groenendijk, pleitte voor vrijspraak van de meeste tenlastegelegde feiten, met uitzondering van de hennepgerelateerde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen voor de feiten 3, 4 en 5, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte de feiten 1 en 2 wel bewezen. De rechtbank hield rekening met de forse overschrijding van de redelijke termijn en legde een gevangenisstraf van 3 dagen op, gelijk aan de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Daarnaast werden 3 transformators, die in beslag waren genomen, onttrokken aan het verkeer. De rechtbank verklaarde het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in de vervolging voor feit 6, dat reeds was geseponeerd.