ECLI:NL:RBNHO:2020:10552
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding na treintje rijden bij parkeerfaciliteit en de rechtsgeldigheid van de algemene voorwaarden
In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zonder te betalen de parkeergarage heeft verlaten door middel van 'treintje rijden'. De gedaagde had op 27 mei 2019 gebruik gemaakt van de parkeerfaciliteit van Q-Park, maar verliet deze zonder een geldig parkeerbewijs. Q-Park vorderde een schadevergoeding van € 345,00, bestaande uit een bedrag voor de verloren parkeerkaart en een aanvullende schadevergoeding. De gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat hij zijn parkeerkaart verloren was en geen mogelijkheid had om te betalen. Hij stelde dat de schadevergoeding oneerlijk was in de zin van de Richtlijn 93/13 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde in strijd met de overeenkomst en de algemene voorwaarden heeft gehandeld door zonder betaling de parkeergarage te verlaten. De rechter oordeelde dat de tekortkoming aan de gedaagde kon worden toegerekend, ondanks zijn pogingen om hulp te krijgen. De kantonrechter verwierp het verweer van de gedaagde dat de schadevergoeding oneerlijk was, en oordeelde dat de hoogte van de schadevergoeding niet onredelijk was. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 345,00 aan Q-Park, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De tegenvordering van de gedaagde werd afgewezen, omdat hij het verschuldigde bedrag niet vóór het verlaten van de parkeergarage had betaald, wat volgens de algemene voorwaarden noodzakelijk was voor restitutie.