6.3.Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het veroorzaken van een ontploffing in een restaurant van een hotel, in de nacht, waar op dat moment maar liefst 31 hotelgasten lagen te slapen. Dit is een ernstig gevaarzettend feit dat in het algemeen leidt tot indringende gevoelens van angst en onveiligheid bij de personen die in het desbetreffende pand aanwezig waren. Het mag een wonder heten dat er niemand gewond is geraakt. Uit het dossier blijkt dat meerdere puien uit het pand zijn geslagen door de luchtdruk die met de explosie gepaard ging en dat door de ontploffing meerdere brandhaarden zijn ontstaan in het restaurant. Het is slechts te danken aan het kordate optreden van meerdere hotelgasten dat de brandhaarden in het restaurant snel zijn geblust en de branden zich niet hebben kunnen uitbreiden. De economische gevolgen voor de uitbater, de beheerder en de eigenaar van het pand zijn hiernaast groot. Het restaurant is zwaar beschadigd geraakt en is op last van de burgemeester ook enige tijd gesloten geweest. Verdachte heeft blijkens zijn handelen in het geheel geen oog gehad voor de gevaren waar hij de hotelgasten aan bloot stelde noch rekening gehouden met de belangen van de vele anderen die hij schade heeft toegebracht.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van 2C-B, MDMA en cocaïne. Het is een feit van algemene bekendheid dat drugs ernstige schade kan berokkenen aan de gebruikers ervan en dat het gebruik kan leiden tot ernstige verslavingsproblematiek. Bovendien gaat het gebruik van drugs vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 28 oktober 2020, waaruit blijkt dat verdachte al eerder is veroordeeld tot (voorwaardelijke) werkstraffen.
- het over verdachte uitgebrachte psychologisch onderzoek Pro Justitia door
[klinisch psycholoog] , klinisch psycholoog, gedateerd 15 oktober 2020. Uit dit rapport blijkt onder meer dat er bij verdachte geen stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens kan worden vastgesteld. Daarom wordt geadviseerd verdachte het tenlastegelegde volledig toe te rekenen. Voorts zie de psycholoog een matig risico op herhaling. Geconcludeerd wordt dat verdachte baat heeft bij externe structurering waardoor enige vorm van toezicht en/of begeleiding wenselijk zou zijn. De rapporteur adviseert een deels voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht. Dit is van belang voor de ontwikkeling en opvoeding van verdachte en bij eventueel te nemen beslissingen.
Met de conclusie van dit rapport kan de rechtbank zich verenigen.
- de over verdachte uitgebrachte evaluatie gedateerd 27 november 2020 van [gezinsmanager] , als gezinsmanager verbonden aan Jeugdbescherming (Regio Amsterdam), hierna te noemen de jeugdreclassering. Deze evaluatie houdt onder meer in dat indien verdachte schuldig wordt bevonden, de jeugdreclassering adviseert om verdachte te veroordelen tot een voorwaardelijke straf en het houden van toezicht op de naleving van de bijzondere voorwaarden te beleggen bij Reclassering Nederland.
Ter terechtzitting heeft [gezinsmanager] bovenstaande evaluatie onderschreven en zich aangesloten bij het standpunt van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen de Raad). [gezinsmanager] , eveneens gezinsmanager bij de jeugdreclassering, heeft de rechtbank in overweging gegeven de op te leggen straf geen belemmering te laten zijn voor de schoolgang. De jeugdreclassering is uitgegaan van de toepassing van het jeugdstrafrecht, gelet op de leeftijd van verdachte ten tijde van het plegen van de feiten.
- Ter terechtzitting heeft [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad, geadviseerd verdachte te veroordelen tot een deels voorwaardelijke jeugddetentie, waarbij het onvoorwaardelijk deel gelijk is aan het voorarrest, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij Reclassering Nederland, het hebben van een dagbesteding en het meewerken aan hulpverlening van Levvel (R&B programma) zolang de reclassering dat noodzakelijk acht. Deze bijzondere voorwaarden dienen dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard. Als deze straf onvoldoende wordt geacht, kan daarnaast een onvoorwaardelijke werkstraf worden opgelegd, hoewel een werkstraf vanuit pedagogisch oogpunt weinig meerwaarde heeft. De Raad ziet geen meerwaarde in een avondklok, omdat verdachte een goede dagbesteding heeft en al een half jaar een avondklok heeft gehad. Mocht de reclassering menen dat het toch minder zou gaan met verdachte, kan eventueel een avondklok als aanwijzing worden toegevoegd. De Raad acht toepassing van het volwassenenstrafrecht niet aangewezen, omdat verdachte tijdens het plegen van het feit nog jong was en het psychologische onderzoek hiervoor geen aanwijzingen geeft.
Toepassing volwassenenstrafrecht
De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte te veroordelen conform het volwassenenstrafrecht gelet op de ernst van feit 1. Allereerst stelt de rechtbank vast dat verdachte 16 jaar oud was ten tijde van feit 1. Nu het psychologisch onderzoek geen argumenten aandraagt om het volwassenenstrafrecht toe te passen en zowel de Raad als de jeugdreclassering hebben geadviseerd om verdachte conform het jeugdstrafrecht te veroordelen, acht de rechtbank geen redenen voor toepassing van het volwassenstrafrecht aanwezig. De rechtbank ziet ook op basis van eigen waarneming daartoe geen aanknopingspunten en volgt daarom de deskundigen en de verdediging op dit punt en zal verdachte conform het jeugdstrafrecht veroordelen.
Straftoemeting
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van verdachte. Hier staat echter tegenover dat sprake is van een zeer ernstig en gevaarzettend feit. De rechtbank constateert bovendien dat uit de handelwijze van verdachte – ondersteund door de camerabeelden – een zekere mate van voorbereiding en professionaliteit kan worden afgeleid. Verdachte heeft zijn scooter bij het parkeren dusdanig gedraaid en neergezet dat hij zo snel mogelijk kon wegkomen. Het kenteken van deze scooter was hierbij niet zichtbaar op de camerabeelden. Verdachte droeg bovendien een gezichtsmasker. Verdachte is over de heg gesprongen bij het hotel, heeft vervolgens een geprepareerd explosief uit een tas gepakt en is daarna doelgericht en zonder enige aarzeling naar de toegangsdeur van het restaurant aan de andere zijde van het terras gelopen. Hij heeft met een hamer de ruit van deze toegangsdeur ingeslagen, waarna hij het explosief op de bar heeft geplaatst, dit explosief alleen nog maar hoefde aan te steken en vervolgens naar buiten is gerend. Terug op het terras heeft verdachte de hamer in de Zaan gegooid en is hij terug gerend naar zijn scooter om vervolgens weg te rijden. Dit handelen heeft slechts anderhalve minuut in beslag genomen en uit de handelwijze van verdachte maakt de rechtbank op dat verdachte zeer doelgericht te werk is gegaan. De rechtbank houdt tot slot rekening met het feit dat verdachte door zijn proceshouding geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor zijn handelen en geen enkel inzicht heeft verschaft over het waarom van zijn daad.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat – met name gelet op de ernst van het feit –niet kan worden volstaan met een andere straf dan een jeugddetentie. De rechtbank acht een jeugddetentie voor de duur van twaalf maanden op zijn plaats. De rechtbank bepaalt hierbij dat een gedeelte van deze straf, namelijk zes maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, om verdachte ervan te weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit.
De rechtbank acht verplicht contact met Reclassering Nederland, het meewerken aan de hulpverlening van Levvel (R&B programma) en het hebben van een dagbesteding noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
Dadelijk uitvoerbaar
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten de 31 hotelgasten die in de nacht van 23 op 24 april 2019 in [hotel] verbleven. Gelet op de ernst van feit 1, de justitiële documentatie van verdachte en het feit dat verdachte geen inzicht en openheid heeft verschaft, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna te stellen voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.