ECLI:NL:RBNHO:2020:10868

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 september 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
7874542 \ CV EXPL 19-4957
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van schadeherstelkosten en buitengerechtelijke incassokosten na mondelinge overeenkomst

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Autoschadebedrijf Dampten B.V., verder aangeduid als Schadenet Dampten, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die in verband met onbetaalde facturen voor schadeherstelwerkzaamheden aan zijn voertuig, een Mercedes-Benz, door Schadenet Dampten. De vordering betreft een bedrag van € 802,24, vermeerderd met rente en proceskosten. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat er geen schriftelijke of mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen voor de werkzaamheden aan de schokdemper van zijn voertuig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen, waarbij de omstandigheden van het geval en de redelijkheid en billijkheid van de verwachtingen van partijen van belang zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Schadenet Dampten voldoende heeft aangetoond dat de gedaagde opdracht heeft gegeven voor de werkzaamheden, en dat de gedaagde in verzuim is met de betaling van de facturen. De kantonrechter heeft de vordering van Schadenet Dampten toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 7874542 \ CV EXPL 19-4957 TB
Uitspraakdatum: 2 september 2020
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap Autoschadebedrijf Dampten B.V. tevens h.o.d.n. Schadenet Dampten
gevestigd te Hoorn
eiseres
verder te noemen: Schadenet Dampten
gemachtigde: M.G. Lasonder
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. T.R. Dicke

1.Het procesverloop

1.1.
Schadenet Dampten heeft bij dagvaarding van 21 juni 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Bij tussenvonnis van 25 september 2020 heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling bepaald.
1.3.
De geplande mondelinge behandeling is door de maatregelen betreffende het coronavirus niet doorgegaan. Bij brief van 30 maart 2020 heeft de griffier aan partijen bericht dat de kantonrechter heeft geoordeeld dat de zaak geschikt is om verder schriftelijk te worden behandeld en er geen mondelinge behandeling meer zal plaatsvinden.
1.4.
Schadenet Dampten heeft vervolgens schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft een ongeluk gehad met zijn voertuig, een Mercedes-Benz, type Sprinter 316 2.2 CDI 325 HDDC, kenteken [------] .
2.2.
Partijen zijn in oktober/november 2018 overeengekomen dat Schadenet Dampten voor [gedaagde] schadeherstelwerkzaamheden zou uitvoeren aan het voertuig van [gedaagde] , voor welke diensten Schadenet Dampten op 29 november 2018 een factuur (met factuurnummer 776067) heeft gestuurd van € 5.119,18.
2.3.
De verzekeraar van [gedaagde] heeft factuur 776067 van € 5.119,18 aan Schadenet Dampten voldaan, minus de BTW van € 888,45. [gedaagde] dient de BTW te voldoen aan Schadenet Dampten.
2.4.
Voorts heeft Schadenet Dampten in oktober/november 2018 werkzaamheden verricht aan het voertuig van [gedaagde] waarbij onder meer een schokdemper is vervangen. Voor deze werkzaamheden heeft Schadenet Dampten op 29 november 2018 een factuur (met factuurnummer 776068) aan [gedaagde] gestuurd van € 526,68.
2.5.
Ondanks verschillende herinneringen heeft [gedaagde] (een gedeelte van) de facturen onbetaald gelaten. Schadenet Dampten heeft [gedaagde] op 19 februari 2019 aangemaand voor een bedrag van € 1.415,13 (€ 888,45 + € 526,68).
2.6.
[gedaagde] heeft in april 2019 een bedrag van € 888,45 voldaan aan de gemachtigde van Schadenet Dampten. Het resterende bedrag is door [gedaagde] onbetaald gelaten.

3.De vordering

3.1.
Schadenet Dampten vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 802,24, vermeerderd met primair de overeengekomen rente, gelijk aan de wettelijke rente, over € 1.415,13 sedert 6 juni 2019, subsidiair de wettelijke rente over € 1.415,13 vanaf 6 juni 2019, tot aan de dag der algehele voldoening. Schadenet Dampten vordert ook veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2.
Schadenet Dampten legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht. [gedaagde] heeft, ondanks herinneringen en aanmaningen, (een deel van) de aan hem gestuurde facturen niet betaald. Omdat [gedaagde] niet betaald heeft, heeft Schadenet Dampten incassokosten moeten maken.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij geen buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is die zien op factuur 776067 omdat hij het nog reeds openstaande bedrag ruim voor de dagvaarding heeft betaald. Met betrekking tot factuur 776068 stelt [gedaagde] dat geen sprake is van een schriftelijke overeenkomst tot herstel van de schokdemper, noch van een mondelinge overeenkomst. Subsidiair voert [gedaagde] aan dat de vordering ten aanzien van factuur 776068 dient te worden verlaagd naar € 280,00, nu dat het bedrag is dat hij bij zijn (Mercedes) dealer heeft betaald voor het vervangen van een andere schokdemper. Voorts betwist [gedaagde] verschuldigdheid van de overige buitengerechtelijke incassokosten en de gevorderde rente.

5.De beoordeling

5.1.
Het geschil spitst zich toe op twee punten. Het gaat in deze zaak om verschuldigdheid van en de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten (factuur 776067 en 776068) en het al dan niet bestaan van een overeenkomst die ziet op het vervangen van de schokdemper (factuur 776068). Subsidiair voert [gedaagde] verweer tegen de hoogte van factuur 776068. Alvorens de kantonrechter in zal gaan op verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten zal de kantonrechter eerst beoordelen of al dan niet sprake is van een overeenkomst die ziet op het vervangen van de schokdemper.
Factuur 776068 (vervangen schokdemper)
5.2.
Voor de beantwoording van de vraag of tussen partijen een mondelinge overeenkomst tot stand is gekomen komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zijn de omstandigheden van het concrete geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen, van beslissende betekenis. Schadenet Dampten heeft in oktober/november 2018 werkzaamheden verricht aan het voertuig van [gedaagde] waarbij onder meer een schokdemper is vervangen. Vast staat dat er een afspraak is gemaakt tot het verrichten van onderzoek naar de herkomst van het geluid. In geschil is of partijen zijn overeengekomen dat Schadenet Dampten tot vervanging van de schokdemper over mocht gaan.
5.3.
Schadenet Dampten voert aan dat [gedaagde] opdracht heeft gegeven om de schokdemper te vervangen. [gedaagde] heeft in het bijzijn van derden aangegeven niet verder te willen rijden en heeft daarnaast aangegeven dat de schokdemper hersteld moest worden. Hij heeft duidelijk opdracht aan Schadenet Dampten gegeven om tot vervanging van de schokdemper over te gaan. Voor het vervangen van de schokdemper moest een nieuwe afspraak worden gemaakt. Conform deze afspraak is [gedaagde] de auto op 16 november 2018 voor reparatie komen brengen. Hij kreeg toen een leenauto mee. Op 19 november 2018 heeft hij de auto weer opgehaald. Na herstel is de vervangen schokdemper door een derde aan [gedaagde] getoond. [gedaagde] had volgens Schadenet Dampten op dat moment moeten aangeven dat hij niet akkoord was.
5.4.
[gedaagde] betwist dat hij in het bijzijn van derden opdracht heeft gegeven tot vervanging van de schokdemper en dat na vervanging de schokdemper aan hem is getoond. [gedaagde] zou enkel voor onderzoek naar het geluid opdracht hebben gegeven. Schadenet Dampten is tot vervanging overgegaan zonder [gedaagde] daarvan in kennis te stellen.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] zijn stelling, dat hij alleen opdracht heeft gegeven tot het verrichten van onderzoek naar de herkomst van het geluid en niet tot herstel hiervan, onvoldoende heeft onderbouwd tegenover de gemotiveerde onderbouwing van Schadenet Dampten. Zo heeft Schadenet Dampten onderbouwd onder welke omstandigheden en in het bijzijn van wie de overeenkomst tot stand is gekomen en heeft [gedaagde] volstaan met een enkele ontkenning. Daarbij betrekt de kantonrechter dat [gedaagde] voor het eerst op 25 maart 2019, bijna vier maanden nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, hij zijn auto weer had opgehaald en hij de factuur heeft ontvangen, aan Schadenet Dampten kenbaar heeft gemaakt dat hij geen opdracht tot vervanging zou hebben gegeven. Het had op de weg van [gedaagde] gelegen zijn verweer dat geen opdracht is gegeven nader met feiten en omstandigheden te onderbouwen. Dit heeft hij onvoldoende gedaan. De kantonrechter is van oordeel dat Schadenet Dampten uit de gedragingen van [gedaagde] mocht afleiden dat tussen partijen overeenstemming was bereikt over vervanging van de schokdemper. Tussen partijen is dan ook een overeenkomst tot stand gekomen, welke dient te worden gekwalificeerd als een overeenkomst van aanneming van werk zoals bedoeld in artikel 7:750 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.6.
Ten aanzien van de hoogte van factuur 776068 merkt de kantonrechter op dat door de gemotiveerde onderbouwing daarvan door Schadenet Dampten, het op de weg van [gedaagde] had gelegen om zijn stelling dat de hoogte van de factuur niet klopt, nader te onderbouwen. Omdat [gedaagde] geen nadere onderbouwing heeft gegeven gaat de kantonrechter uit van de juistheid van deze factuur.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.7.
Ten aanzien van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten oordeelt de kantonrechter als volgt. [gedaagde] betwist verschuldigdheid van en de hoogte van de buitengerechtelijke incassokosten. Met betrekking tot factuur 776067 betwist [gedaagde] de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten omdat hij het nog openstaande bedrag ruim voor de dagvaarding, te weten in april 2019, heeft betaald. Schadenet Dampten heeft aan [gedaagde] aanmaningen gestuurd die voldoen aan de eisen van artikel 6:96 BW. De buitengerechtelijke kosten waren reeds verschuldigd op het moment dat [gedaagde] in verzuim was. Op het moment van betaling was [gedaagde] al in verzuim. Nu met betrekking tot factuur 776068 de kantonrechter geoordeeld heeft dat sprake is van een overeenkomst en de hoogte van de factuur onvoldoende gemotiveerd is betwist, is [gedaagde] over dit bedrag ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd. Het gevorderde bedrag van € 212,27 is in overeenstemming met het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en zal worden toegewezen.
5.8.
De conclusie is dat de kantonrechter de hoofdsom van Schadenet Dampten zal toewijzen.
5.9.
[gedaagde] is in verzuim met betaling van dit bedrag, zodat hij wettelijke rente is verschuldigd. In de dagvaarding wordt niet duidelijk of en hoe in de renteberekening rekening is gehouden met de betaling van factuur 776067, daarom zal de rente worden toegewezen zoals hierna zal worden vermeld.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Schadenet Dampten van € 738,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 526,68 vanaf 30 december 2019 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Schadenet Dampten tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 89,77
griffierecht € 486,00
salaris gemachtigde € 240,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Slijkhuis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter