ECLI:NL:RBNHO:2020:11256

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 oktober 2020
Publicatiedatum
30 december 2020
Zaaknummer
HAA 20/2810
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • J.H.A.C. van der Elst
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake VGZ Zorgkantoor B.V.

Op 20 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een verzetzaak van de erven van [naam] tegen VGZ Zorgkantoor B.V. De opposanten hadden eerder beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van VGZ Zorgkantoor B.V. van 6 april 2020, maar dit beroep werd op 11 september 2020 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat de opposanten niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep en de verklaring van erfrecht hadden ingediend. Hierop hebben de opposanten verzet ingesteld.

In de verzetzaak heeft de rechtbank beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was gedaan zonder zitting, zoals mogelijk gemaakt door artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De opposanten stelden in hun verzetschrift dat zij de gronden reeds in hun beroepschrift van 8 mei 2020 hadden vermeld en dat zij de aanvullende gronden en de verklaring van erfrecht per fax op 22 juni 2020 hadden overgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opposanten inderdaad tijdig de verzuimen hebben hersteld.

Gelet op deze bevindingen heeft de rechtbank geconcludeerd dat de eerdere uitspraak niet in stand kan blijven. Het verzet is gegrond verklaard, wat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en het onderzoek in de zaak wordt hervat. De rechtbank heeft VGZ Zorgkantoor B.V. ook veroordeeld in de proceskosten van de opposanten, vastgesteld op € 262,50. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/2810

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 oktober 2020 op het verzet van

de erven van [naam] , te [woonplaats] , opposanten
(gemachtigde: mr. S. Roble-van Deursen).

Procesverloop

Opposanten hebben tegen de beslissing op bezwaar van VGZ Zorgkantoor B.V. van 6 april 2020 beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 11 september 2020 heeft de rechtbank dat beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Opposanten hebben tegen deze uitspraak verzet ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk geacht. De reden hiervoor is dat opposanten niet binnen de gestelde termijn de gronden van het beroep en de verklaring van erfrecht zouden hebben ingediend.
2. In deze verzetzaak beoordeelt de rechtbank uitsluitend of zij in de buiten-zittinguitspraak terecht heeft geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is dat het beroep niet-ontvankelijk is.
3. Opposanten stellen in het verzetschrift onder meer dat zij de gronden reeds in het beroepschrift van 8 mei 2020 hebben vermeld en dat zij de (aanvullende) gronden en de verklaring van erfrecht per faxbericht van 22 juni 2020 hebben overgelegd. Opposanten hebben de verzuimen dus tijdig hersteld.
3. De rechtbank stelt thans vast dat opposanten inderdaad gronden hebben vermeld in het beroepschrift van 8 mei 2020 en dat opposanten bij faxbericht van 22 juni 2020 de (aanvullende) beroepsgronden en de verklaring van erfrecht hebben overgelegd. Opposanten hebben de verzuimen dus binnen de gestelde termijn hersteld. De uitspraak waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard, kan dan ook niet in stand blijven.
4. Gelet op het voorgaande dient het verzet gegrond te worden verklaard. Dat betekent dat de buiten-zittinguitspraak vervalt en de rechtbank het onderzoek hervat in de stand waarin dat zich bevond voordat die buiten-zittinguitspraak werd gedaan. De zaak wordt hierna alsnog op een zitting behandeld.
5. De rechtbank veroordeelt VGZ Zorgkantoor B.V. in de door opposanten voor het verzet gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 262,50 (0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift met een waarde per punt van € 525 en wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt VGZ Zorgkantoor B.V in de kosten van het verzet van opposanten tot een bedrag van € 262,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. J.H.A.C., rechter, in aanwezigheid van M. van der Elst, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2020.
griffier rechter
Afschrift verzonden op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.