ECLI:NL:RBNHO:2020:1248

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 februari 2020
Publicatiedatum
20 februari 2020
Zaaknummer
C/15/299363 / FA RK 20-647
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot zorgmachtiging voor opname in kliniek met beveiligingsniveau

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 februari 2020 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot zorgmachtiging. Het verzoek is ingediend door de officier van justitie op 12 februari 2020, met als doel betrokkene op te laten nemen in een kliniek van een bepaald beveiligingsniveau. Betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis, heeft zorg nodig die niet op vrijwillige basis kan worden verleend, gezien het ontbreken van ziektebesef. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel voor betrokkene of anderen is, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade. De voorgestelde verplichte zorg omvat het toedienen van voeding, medicatie en toezicht, en is noodzakelijk om de geestelijke en fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 18 augustus 2020. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter M.C.A. Onderwater, in aanwezigheid van griffier J. Flandy.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/299363 / FA RK 20-647
beschikking van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2020,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
thans verblijvende [verblijfplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. E.R. van Schaik, gevestigd te Lelystad.

1.Procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 12 februari 2020.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 10 februari 2020;
  • het zorgplan van 12 februari 2020;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 11 februari 2020;
  • een episode journaal;
  • de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens;
  • een brief van de officier van justitie van 13 februari 2020 met daarin het standpunt aangaande de zorgmachtiging.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 februari 2020, in voornoemde accommodatie.
1.4.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • [arts] , arts;
  • [psychiater] , psychiater.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: schizofrenie, een autismespectrumstoornis, zwakbegaafdheid en een stoornis in middelengebruik.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.3.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, omdat betrokkene vanuit een ontbrekend ziektebesef/-inzicht meent dat hem niets mankeert. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • opnemen in een accommodatie.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat het momenteel noodzakelijk is dat betrokkene in aansluiting op de huidige accommodatie in eerste instantie wordt opgenomen in een kliniek van minimaal beveiligingsniveau drie (FPK-niveau). Betrokkene kan vanwege zijn zorgverleden niet geplaatst worden bij GGZ Centraal.
2.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Hetgeen namens en door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 18 augustus 2020.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] , met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.4. is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging, tenzij onder 2.4. een kortere duur is vermeld.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
18 augustus 2020.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C.A. Onderwater, rechter, in tegenwoordigheid van J. Flandy als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 18 februari 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.