ECLI:NL:RBNHO:2020:1461

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 januari 2020
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
15/085355-19
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van kosten van een raadsman in strafzaak na vrijspraak

Op 6 september 2019 heeft mr. A.D. Kloosterman, advocaat, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, met het verzoek om een vergoeding van € 3.408,96 ten laste van de Staat voor de kosten van een raadsman in verband met een strafzaak. De strafzaak tegen verzoeker was geëindigd met een vrijspraak op 5 juli 2019. Het verzoekschrift is op 20 januari 2020 in raadkamer behandeld, waarbij de officier van justitie bezwaar maakte tegen de toekenning van de vergoeding voor bepaalde werkzaamheden van de raadsman. De rechtbank heeft geoordeeld dat de kosten voor een specifieke afspraak met de cliënt niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat deze niet zijn gemaakt ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de zaak. De rechtbank heeft wel een forfaitair bedrag van € 280,- toegekend voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift. Uiteindelijk is aan verzoeker een totale vergoeding van € 2.999,83 toegekend, bestaande uit € 2.719,83 voor de kosten van de raadsman in de strafzaak en € 280,- voor de kosten van het verzoekschrift. De beslissing is openbaar uitgesproken op 27 januari 2020.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 19-008266
Parketnummer: 15/085355-19
Uitspraakdatum: 27 januari 2020
Beschikking(art. 530 Sv.)

1.Ontstaan en loop van de procedure

Op 6 september 2019 is ter griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, ingekomen een door mr. A.D. Kloosterman, advocaat, ingediend verzoekschrift van
[verzoeker],
[woonplaats]
,
domicilie kiezende te (1075 XH) Amsterdam, Amstelveenseweg 54-56 bg,
ten kantore van mr. A.D. Kloosterman voornoemd.
Het verzoekschrift strekt tot toekenning aan verzoeker van een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 3.408,96 wegens de door deze met betrekking tot de strafzaak met bovengenoemd parketnummer gemaakte kosten van een raadsman, alsmede tot vergoeding van de kosten van een raadsman met betrekking tot de indiening en behandeling van het onderhavige verzoekschrift.
Op 20 januari 2020 is dit verzoekschrift in het openbaar in raadkamer behandeld.
Voor verzoeker is verschenen mr. A.D. Kloosterman, voornoemd.
Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. A. van Eck.

2.Beoordeling

2.1.
De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door het onherroepelijk worden van het vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 5 juli 2019, waarbij verzoeker van het hem tenlastegelegde is vrijgesproken.
Het door verzoeker ondertekende verzoekschrift is tijdig ingediend.
2.2.
Op de voet van het bepaalde in artikel 530 jo artikel 534 van het Wetboek van Strafvordering kan de gewezen verdachte – indien de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht – in beginsel aanspraak maken op vergoeding van de te zijnen laste gekomen kosten van een raadsman.
2.3.
Na de indiening van het verzoekschrift heeft (de griffier van) de rechtbank aan de advocaat van verzoeker naar aanleiding van de hieronder weergegeven post van de urenspecificatie medegedeeld dat de rechtbank voornemens is het verzoekschrift toe te wijzen minus de kostenpost “22-07-2019: 0:30 – afspraak met cliënt ten kantore i.v.m. vrijspraak en gevolgen”. De raadsman is gevraagd of hij hiermee akkoord kon gaan of dat het voornemen aanleiding is om zijn standpunt nader te motiveren ter zitting.
De raadsman heeft daarop laten weten dat hij zich niet kan verenigen met het voornemen van de rechtbank.
Vervolgens is de inhoudelijke behandeling van het verzoekschrift vastgesteld.
2.4.
De officier van justitie heeft in raadkamer bezwaar gemaakt tegen toekenning van de vergoeding voor deze werkzaamheden.
2.5.
De raadsman heeft namens verzoeker het verzoek zoals ingediend gehandhaafd, zich op het standpunt stellende dat het bedoelde gesprek betrekking had op de strafzaak waarvoor verzoeker is vrijgesproken.
2.6.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank acht in dit geval gronden aanwezig die de toekenning van een vergoeding rechtvaardigen.
De werkzaamheden tot en met de zitting van 5 juli 2019 leveren geen discussie op. Die werkzaamheden komen voor vergoeding in aanmerking.
Dat geldt ook voor de kosten van het telefonisch informeren bij de rechtbank naar een mogelijk door de officier van justitie ingesteld hoger beroep en de weergave daarvan aan verzoeker.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift had slechts als onderwerp de vraag of het billijk is om de kosten van de afspraak met verzoeker op 22 juli 2019 voor rekening van de staat te laten komen.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de hiervoor onder 2.3. omschreven kosten niet gemaakt “ten behoeve van het onderzoek en de behandeling van de zaak”, zoals bedoeld in artikel 530 Sv. Ze komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking.
2.7.
Voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift zal het forfaitaire bedrag van € 280,- worden toegekend. Zoals tevoren aan de advocaat meegedeeld, ging de mondelinge behandeling van het verzoekschrift slechts over één onderdeel van de declaratie. Juist op dat onderdeel zal het verzoek niet worden toegewezen. Daarom bestaat geen aanleiding ook de kosten voor de mondelinge behandeling aan verzoeker te vergoeden. Die kosten zijn immers in de omstandigheden van dit geval onnodig gemaakt.
De rechtbank komt dan tot de volgende berekening:
9 uur en 42 minuten x € 219,- = € 2.124,30
Kantoorkosten 5% = € 106,20
Reiskosten 91 km x € 0,19 € 17,29
BTW 21%
€ 472,04
Totaal € 2.719,83
Kosten verzoekschrift
€ 280,00
Toe te wijzen bedrag € 2.999,83
Het verzoek zal dan ook worden ingewilligd op de wijze als hieronder is aangegeven.

3.Beslissing

De rechtbank:
Kent aan verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding toe van
€ 2.999,83(zegge: tweeduizend negenhonderdnegenennegentig euro en drieëntachtig cent), welk bedrag als volgt is samengesteld:
€ 2.719,83 wegens de kosten van een raadsman voor zijn werkzaamheden ten behoeve van de strafzaak;
€ 280,- wegens de kosten van een raadsman voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift.
Wijst af het meer of anders verzochte.
Beveelt de uitbetaling door de griffier van deze rechtbank van de bij deze beschikking aan verzoeker toegekende vergoeding op de derdengeldrekening van verzoekers advocaat, rekeningnummer NL03 RABO 0300596987 ten name van Stichting Beheer Derdengelden mrs Kloosterman & Stronks, onder vermelding van “[vermelding]”

4.Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum

Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. van Randeraat, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 27 januari 2020.
Informatie bij deze beschikking
Voor zover er in deze uitspraak een bedrag is toegewezen kan de opdracht tot uitbetaling van dit bedrag pas worden gegeven nadat de beslissing onherroepelijk is geworden. Bijgaande beschikking is op dit moment nog niet onherroepelijk; de officier van justitie heeft 14 dagen de tijd om hoger beroep in te stellen en voor de verzoekende partij is binnen een maand (30 dagen) na betekening van deze uitspraak hoger beroep mogelijk. Genoemde termijnen kunnen worden bekort wanneer ter griffie afstand wordt gedaan van het recht op het instellen van hoger beroep.
U kunt op de volgende wijze ter griffie afstand doen van het recht op het instellen van hoger beroep:
  • (als verzoeker) in persoon bij de informatiebalie van onze rechtbank;
  • (als advocaat) in persoon bij de informatiebalie van onze rechtbank, indien u verklaart daartoe door verzoeker te zijn gevolmachtigd;
  • (in het geval dat noch verzoeker noch de advocaat in de gelegenheid is om in persoon bij de informatiebalie afstand te doen) door aan een medewerker van de strafgriffie daartoe een schriftelijke bijzondere volmacht te verlenen.