Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 januari 2019 te Den Oever, gemeente Hollands Kroon, in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenauto te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 en van wie het aannemelijk was dat het verlenen van medewerking aan een ademonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van genoemde wet voor hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk was, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van een bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of een daartoe bij regeling van de Minister van Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan dat bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend;
hij op of omstreeks 28 januari 2019 te Den Oever, gemeente Hollands Kroon, als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Audi, kenteken [kenteken verdachte]), daarmee rijdende op de weg, de Rijksweg A7 (Afsluitdijk), met een niet toegestane, althans een zodanig (onverantwoord) hoge snelheid, dat hij niet in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en deze vrij was en hij is opgebotst of aangereden tegen een voor hem rijdende bestelauto, (merk Peugeot, kenteken [kenteken bestelauto]), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie en de bijkomende straf
25 oktober 2019, waaruit blijkt dat verdachte tweemaal (in 2014 en 2015) een strafbeschikking heeft gekregen wegens rijden onder invloed. Ook moest verdachte naar eigen zeggen in verband met één van deze feiten bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen een cursus ‘alcohol en verkeer’ volgen.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
18 (achttien) maanden.
4 (vier) jaren, met aftrek overeenkomstig artikel 179, zesde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Opeens zat ik bovenop de auto die later bleek te zijn bestuurd door [naam slachtoffer]. Het was in een splitsecond en het was een enorme dreun. Ik weet dat de toegestane snelheid daar 130 kilometer per uur is. Ik had voordat ik ging rijden vanuit Callantsoog drie glazen wijn gedronken. Toen ik de auto waarnam zat ik er al op.
geboren op [geboortedatum slachtoffer] te Harlingen
plaats overlijden: Openbare weg
Overleden te Den Oever, gemeente HOLLANDS KROON
overlijdensdatum: 28-01-2019 19:50
Conclusie: Niet natuurlijke dood.
Weersgesteldheid: regenachtig (hagel, natte sneeuw).
Voertuig 1: Een vierwielig motorrijtuig, personenauto, merk: Audi, type: A4 Avant, voorzien van het kenteken: [kenteken verdachte].
Voertuig 2: Een vierwielig motorrijtuig, bedrijfsauto / bestelauto (N1), merk: Peugeot, type: Partner, kleur: wit, voorzien van het kenteken: [kenteken bestelauto].
Betrokkene 1: De bestuurder van de onder “voertuig 1” genoemde personenauto, [verdachte].
Betrokkene 2: De bestuurder van de onder “voertuig 2” genoemde bedrijfsauto, [naam slachtoffer], overleed ter plaatse aan zijn verwondingen.
Indien de aannames en interpretatie van de data van de tellocatie juist zijn kan worden gesteld dat de bestuurder van de betrokken Peugeot, op 1000 meter voor de plaats van de aanrijding, reed met een snelheid van 93 kilometer per uur en de bestuurder van de betrokken Audi met een snelheid van 200 kilometer per uur.
- de bestelauto (Peugeot) reed over de rechter rijstrook (rijstrook 2) van de rechter rijbaan van de Rijksweg A7 (Afsluitdijk), komende uit de richting van Den Oever en gaande in de richting van Kornwerderzand,
- de bestuurder van de personenauto (Audi) reed vermoedelijk met een hoge, tot zeer hoge snelheid, in ieder geval een hogere snelheid dan de ter plaatse toegestane maximum snelheid van 130 kilometer per uur,
- het ongeval had plaatsgevonden op rijstrook 2 van de rechter rijbaan van de Rijksweg A7 (Afsluitdijk). Rijstrook 2 is de, gezien de voor de rijbaan bestemde rijrichting, rechter rijstrook,
- de achterzijde van de bestelauto (Peugeot) werd iets schuin van links aangereden door de personenauto (Audi),
- de personenauto (Audi) was vanwege het grote snelheidsverschil de achterzijde van de bestelauto op dat moment zo dicht genaderd dat een aanrijding onvermijdelijk was.
Bij uitlezing van de freezeframes trof ik onder andere de onderstaande storingsmeldingen aan:
66673- Controle Module for Light Activation/Adjustment: Right
Date: 2019.01.28
Time: 19:50:47
Vehicle speed: 146.57 km/h
De aankomsttijd komt overeen met die van het slachtoffer.
VI. Een proces-verbaal (onderzoek snelheid relatie schade/data) van 9 juli 2019 inhoudende als relaas van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] (los aan het dossier toegevoegd):
Als de Audi met een snelheid van 146 km/uur achter tegen de Peugeot was aangereden die 93 km/uur reed, zou het schadebeeld en de Energy Equivalent Speed (EES waarde) niet overeen gekomen.
4: Zou de verlichting, in dit specifieke geval, invloed hebben gehad op het ontstaan van het ongeval?De verlichting, goed werkend en defect, was op een afstand van 53,5 meter afstand zichtbaar.
Uit de animaties blijkt dat bij een snelheid van 130 km/uur en een reactietijd van 1 seconde, de bestuurder tijd genoeg heeft gehad om bij een normale remming van 2 m/s2 een aanrijding te voorkomen. Zelfs als de bestuurder 25 meter achter de Peugeot had gereden met een snelheid van 130 km/uur had hij, met één seconden reactie tijd en een noodremming een ongeval kunnen voorkomen.
Op 25 meter afstand was de Peugeot zeker zichtbaar. Ook onder regenachtige omstandigheden. De defecte verlichting zou, bij een snelheid van de Audi 130 km/uur en de Peugeot van 93 km/uur, geen invloed hebben gehad op het ontstaan van het ongeval.