ECLI:NL:RBNHO:2020:2099
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.M. Janse van Mantgem
- J.H. Bosveld
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening intrekking Nederlanderschap
Op 20 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoekster, die haar Nederlanderschap had verkregen via een Koninklijk Besluit, het besluit tot intrekking van haar Nederlanderschap aanvecht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 augustus 2019 het Koninklijk Besluit van 3 april 2014 ingetrokken, wat verzoekster heeft doen besluiten om bezwaar aan te tekenen. Dit bezwaar werd op 10 februari 2020 ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat er sprake is van onverwijlde spoed, waardoor het noodzakelijk was om zonder zitting uitspraak te doen. De rechter heeft vastgesteld dat er dreigend en onherstelbaar nadeel voor verzoekster zou ontstaan als er niet onmiddellijk een voorlopige voorziening zou worden getroffen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 10 februari 2020 geschorst totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist.
De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, in aanwezigheid van griffier mr. J.H. Bosveld. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.