ECLI:NL:RBNHO:2020:2099

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 maart 2020
Publicatiedatum
20 maart 2020
Zaaknummer
AWB - 19 _ 3852
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • J.M. Janse van Mantgem
  • J.H. Bosveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing voorlopige voorziening intrekking Nederlanderschap

Op 20 maart 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoekster, die haar Nederlanderschap had verkregen via een Koninklijk Besluit, het besluit tot intrekking van haar Nederlanderschap aanvecht. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 19 augustus 2019 het Koninklijk Besluit van 3 april 2014 ingetrokken, wat verzoekster heeft doen besluiten om bezwaar aan te tekenen. Dit bezwaar werd op 10 februari 2020 ongegrond verklaard, waarna verzoekster beroep heeft ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geoordeeld dat er sprake is van onverwijlde spoed, waardoor het noodzakelijk was om zonder zitting uitspraak te doen. De rechter heeft vastgesteld dat er dreigend en onherstelbaar nadeel voor verzoekster zou ontstaan als er niet onmiddellijk een voorlopige voorziening zou worden getroffen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en het besluit van 10 februari 2020 geschorst totdat de rechtbank op het beroep heeft beslist.

De uitspraak is gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, in aanwezigheid van griffier mr. J.H. Bosveld. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra dat weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/1486

uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 maart 2020 in de zaak tussen

[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 augustus 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder het Koninklijk Besluit van 3 april 2014, waarin aan verzoekster het Nederlanderschap is verleend, ingetrokken.
Bij besluit van 10 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van verzoekster ongegrond verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter uitspraak doen zonder partijen uit te nodigen om op een zitting te verschijnen indien onverwijlde spoed dat vereist en partijen daardoor niet in hun belangen zijn geschaad. Deze bevoegdheid is bedoeld voor bijzondere gevallen, waarin meteen ingegrepen moet worden om dreigend en onherstelbaar nadeel te voorkomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is hiervan in dit geval sprake. Daarom bestaat aanleiding een voorlopige voorziening te treffen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Verweerder zal niet worden opgedragen het griffierecht te vergoeden, nu dit niet zal worden geheven.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van 10 februari 2020 totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep.
Deze uitspraak is op 20 maart 2020 gedaan door mr. J.M. Janse van Mantgem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.H. Bosveld, griffier. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.