In deze zaak vordert de eiseres, een zieke werknemer, betaling van achterstallig salaris van haar werkgever, Heat Amsterdam B.V. De eiseres stelt dat zij recht heeft op doorbetaling van haar salaris, omdat haar arbeidsovereenkomst met Heat nog steeds van kracht is. Heat betwist dit en stelt dat er sprake is van een overgang van onderneming naar PDX Services B.V., waardoor de arbeidsovereenkomst van eiseres per 1 januari 2020 van rechtswege is overgegaan naar PDX. De kantonrechter moet beoordelen welke cao van toepassing is: de Horeca-cao of de cao voor de Contractcatering. De eiseres heeft een arbeidsovereenkomst met Heat en stelt dat de Horeca-cao van toepassing is, terwijl Heat aanvoert dat de cao voor de Contractcatering van toepassing is. De kantonrechter oordeelt dat Heat onder de werkingssfeer van de cao voor de Contractcatering valt en dat PDX de arbeidsovereenkomst van eiseres per 1 januari 2020 moest voortzetten. De vordering van eiseres wordt afgewezen, omdat Heat niet langer verantwoordelijk is voor de loonbetaling aan eiseres. De kantonrechter bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.