Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 september 2019 met 17 producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie met 6 producties;
- het tussenvonnis van 8 januari 2020;
- het proces-verbaal van comparitie van 26 februari 2020 en de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
- Verkoper het recht heeft te kunnen beschikken over een onroerende zaak, plaatselijk bekend [adres] , [postcode] [plaats] …
- Partijen hebben vastgesteld dat de waarde die thans is toegevoegd door verkoper aan het project, € 275.000,- bedraagt.
- Koper bereid is zich in te kopen in het project voor 33,33% en tegen betaling van de koopsom van € 77.500,-
- Het perceel aangekocht worden door en geleverd kan worden aan [D] Investments B.V. door thans de eigenaar [gedaagde] respectievelijk hypotheekhouder […] bank N.V. of eventueel nader te noemen meester voor de koopprijs € 180.000,- k.k.
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in reconventie
1.086,00(2 punten × tarief € 543,00)
2.148,00(2 punten × tarief € 1.074,00)