ECLI:NL:RBNHO:2020:2508
Rechtbank Noord-Holland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van de verplichting tot het ter inzage leggen van een boedelbeschrijving in het kader van een solvabele nalatenschap
In deze zaak heeft mr. Wietske van der Koogh, wonende te Utrecht, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, ter griffie ingekomen op 12 maart 2020. Het verzoek betreft ontheffing van de verplichting om de boedelbeschrijving van de nalatenschap van een erflater ter inzage neer te leggen. De erflater is geboren op een onbekende datum en overleden op een onbekende datum te een onbekende plaats, laatstelijk gewoond hebbende te Zandvoort. Van der Koogh vertegenwoordigt de gezamenlijke erfgenamen, die de nalatenschap beneficiair hebben aanvaard.
De kantonrechter heeft, gelet op de positieve samenstelling van de nalatenschap zoals blijkt uit de voorlopige boedelbeschrijving, en de voldoening van alle schulden, besloten de vereffenaars te ontheffen van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om nadere aanwijzingen te geven of de vereffening te verzwaren, zoals bedoeld in de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat verzoeker ontheffing wordt verleend van de verplichting om de boedelbeschrijving ter inzage te leggen, en dat het meer of anders verzochte wordt afgewezen. Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op 9 april 2020 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.