In deze beschikking van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, wordt het verzoek behandeld tot ontslag van mr. A.M.H.J.L. Claus als vereffenaar in de nalatenschap van een overledene, en de benoeming van mr. T.E. Wolfswinkel als opvolgend vereffenaar. Het verzoekschrift, ingediend op 22 januari 2020, bevatte ook een gewijzigd verzoekschrift dat op 19 februari 2020 werd ingediend. De rechtbank had eerder, op 29 augustus 2019, Claus benoemd tot vereffenaar in de nalatenschap van de overledene. De rechtbank constateert dat Claus per 31 december 2019 niet meer werkzaam is bij zijn advocatenkantoor en dat hij met Wolfswinkel heeft afgesproken dat zij als kantoorgenoot in alle insolventie- en vereffeningszaken in zijn plaats zal treden. De rechtbank oordeelt dat er geen bezwaar is van de belanghebbenden tegen de benoeming van Wolfswinkel en dat zij bereid is de benoeming te aanvaarden. Op basis van artikel 4:206 lid 5 van het Burgerlijk Wetboek kan een vereffenaar op eigen verzoek worden ontslagen. De rechtbank besluit het verzoek toe te wijzen en verleent ontslag aan Claus als vereffenaar, terwijl Wolfswinkel wordt benoemd tot opvolgend vereffenaar. De beschikking is gegeven op 2 april 2020 en is uitvoerbaar bij voorraad.