ECLI:NL:RBNHO:2020:2622
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht en ongebruikte hersteltermijn
Op 2 april 2020 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Haarlem (verweerder) en een eiser die zijn bijstandsuitkering ontving. De zaak betreft de intrekking van de uitkering van eiser op grond van de Participatiewet (PW) wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiser had een vakantieverklaring ingediend voor een verblijf in Polen van 1 tot en met 15 februari 2019, maar heeft nagelaten om zijn verblijf na deze periode te melden. Verweerder heeft de uitkering per 22 maart 2019 beëindigd en ingetrokken per 1 maart 2019, omdat eiser niet heeft gereageerd op verzoeken om informatie en een uitnodiging voor een gesprek. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft gehandeld. De rechtbank stelt vast dat eiser zijn verblijf in het buitenland niet tijdig heeft gemeld en dat hij de hersteltermijn ongebruikt heeft laten verstrijken. De rechtbank concludeert dat de intrekking van de uitkering op basis van artikel 54, vierde lid, PW gerechtvaardigd is. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.