Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 16 juli 2019 met producties 1 tot en met 8 van de zijde van [eiser] ;
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 8 van de zijde van [gedaagde] ;
- het tussenvonnis van 25 september 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 februari 2020 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Goedemiddag [eiser] ,
Alvast bedankt ik ga er naar kijken.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Alvast bedankt, ik zal ernaar kijken’, de e-mail heeft gelezen en begrepen als een aanbieding in de zin van artikel 7 van de leveringsakte. Het in dat artikel opgenomen vormvereiste heeft immers kennelijk als doel dat duidelijk moet zijn dat de aanbieding de ander heeft bereikt. Dit doel is – zoals uit het voorgaande volgt – ook bereikt met de door [B] verstuurde en door [eiser] ontvangen e-mail met daarin vervat de aanbieding tot koop van loods A.
3.414,00(2,0 punten × tarief € 1.707,00)