ECLI:NL:RBNHO:2020:2711

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
8 april 2020
Zaaknummer
C/15/296665 / HA ZA 19-760
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdverklaring en verwijzing naar relatief bevoegde rechtbank in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 april 2020 vonnis gewezen in een incident betreffende de onbevoegdheid van de rechtbank. De eiseres in de hoofdzaak, Centrum Stepping Stone, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Cleofa B.V., met betrekking tot een geschil voortvloeiend uit een opdrachtovereenkomst. Cleofa B.V. heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, stellende dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is op basis van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Cleofa betwistte bovendien dat er een forumkeuzebeding was overeengekomen tussen partijen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Centrum Stepping Stone geen verweer heeft gevoerd tegen de incidentele vordering van Cleofa en dat er geen schriftelijk bewijs is geleverd van een forumkeuzebeding. De rechtbank concludeert dat er geen forumkeuze is overeengekomen en dat de hoofdregel van artikel 99 Rv van toepassing is. Dit betekent dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard en de hoofdzaak verwezen naar de rechtbank Amsterdam.

Centrum Stepping Stone is bovendien veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Cleofa zijn begroot op € 543,00. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.M. Wamsteker, met mr. H.A. Pott Hofstede als plaatsvervanger in geval van ontstentenis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/296665 / HA ZA 19-760
Vonnis in incident van 1 april 2020
in de zaak van
[eiseres/verweerster], h.o.d.n. CENTRUM STEPPING STONE,
kantoorhoudende te Amsterdam,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. I. Rhodes te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEOFA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. A.L. van Beugen te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Centrum Stepping Stone en Cleofa genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de incidentele conclusie tot relatieve onbevoegdverklaring
  • de aan Centrum Stepping Stone verleende akte niet-dienen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Cleofa vordert voor alle weren op grond van artikel 110 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat de rechtbank Noord-Holland zich onbevoegd verklaart. Op grond van de hoofdregel ex artikel 99 Rv is de rechtbank Amsterdam bevoegd, omdat gedaagde gevestigd is in Amsterdam. Cleofa betwist dat partijen een forumkeuzebeding als bedoeld in artikel 108 Rv zijn overeengekomen.
2.2.
Centrum Stepping Stone heeft geen verweer gevoerd tegen de incidentele vordering, aan haar is akte niet dienen verleend.
2.3.
De rechtbank stelt voorop dat zij ingevolge de hoofdregel van artikel 99 Rv relatief niet bevoegd is in deze zaak, tenzij partijen een forumkeuzebeding zijn overeengekomen waarin deze rechtbank als bevoegde rechter wordt aangewezen. Cleofa betwist dat partijen een dergelijk beding zijn overeengekomen. Ingevolge artikel 108 lid 3 Rv moet een forumkeuzebeding bij betwisting door een geschrift worden bewezen. Het geschrift dat een dergelijk beding bevat moet door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend zijn aanvaard. In de dagvaarding heeft Centrum Stepping Stone niet meer gesteld dan dat partijen hebben afgesproken dat geschillen voortvloeiende uit de opdrachtovereenkomst worden voorgelegd aan de bevoegde rechter van de rechtbank Noord-Holland. Naar een geschrift waaruit die afspraak kan blijken wordt in dit verband niet verwezen. Voor zover Centrum Stepping Stone hier doelt op de opdrachtovereenkomst die als productie E1 is overlegd en waarin een forumkeuzebeding is opgenomen overweegt de rechtbank het volgende. De opdrachtovereenkomst betreft kennelijk een conceptovereenkomst – dat staat groot op elke pagina gedrukt – die niet door partijen is ondertekend en Cleofa betwist dat die overeenkomst tussen partijen geldt. Door Centrum Stepping Stone is niets gesteld waaruit kan worden opgemaakt dat het in de concept-opdrachtovereenkomst opgenomen forumkeuzebeding door Cleofa is aanvaard. Centrum Stepping Stone is dan ook niet geslaagd in het leveren van schriftelijk bewijs van een forumkeuzebeding. Bij die stand van zaken moet er vanuit worden gegaan dat er geen forumkeuze is overeengekomen en geldt de hoofdregel van artikel 99 Rv. Dat betekent dat niet de rechtbank Noord-Holland bevoegd is, maar de rechtbank Amsterdam. De incidentele vordering tot onbevoegdheid zal dan ook worden toegewezen en de hoofdzaak zal worden verwezen naar de rechtbank Amsterdam.
2.4.
Centrum Stepping Stone zal in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Cleofa worden begroot op € 543,00.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering in de hoofdzaak kennis te nemen,
3.2.
veroordeelt Centrum Stepping Stone in de kosten van het incident, aan de zijde van Cleofa tot op heden begroot op € 543,00,
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
3.4.
verwijst de zaak in de stand waarin zij zich bevindt, naar de rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team handelszaken.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.M. Wamsteker en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2020. [1]
Bij ontstentenis van mr. Wamsteker is dit vonnis ondertekend door mr. H.A. Pott Hofstede.

Voetnoten

1.Conc.: 977