Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot relatieve onbevoegdverklaring
- de aan Centrum Stepping Stone verleende akte niet-dienen.
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Noord-Holland op 1 april 2020 vonnis gewezen in een incident betreffende de onbevoegdheid van de rechtbank. De eiseres in de hoofdzaak, Centrum Stepping Stone, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, Cleofa B.V., met betrekking tot een geschil voortvloeiend uit een opdrachtovereenkomst. Cleofa B.V. heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart, stellende dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is op basis van artikel 99 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Cleofa betwistte bovendien dat er een forumkeuzebeding was overeengekomen tussen partijen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Centrum Stepping Stone geen verweer heeft gevoerd tegen de incidentele vordering van Cleofa en dat er geen schriftelijk bewijs is geleverd van een forumkeuzebeding. De rechtbank concludeert dat er geen forumkeuze is overeengekomen en dat de hoofdregel van artikel 99 Rv van toepassing is. Dit betekent dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is om van de hoofdzaak kennis te nemen. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard en de hoofdzaak verwezen naar de rechtbank Amsterdam.
Centrum Stepping Stone is bovendien veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Cleofa zijn begroot op € 543,00. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.M. Wamsteker, met mr. H.A. Pott Hofstede als plaatsvervanger in geval van ontstentenis.